Raad van Discipline Arnhem, 22 mei 2006
(mrs. Van Ginkel, Bige, Brandsma, Van Halder en Maissan)
Is de declaratie van de oorspronkelijk advocaat niet voldaan en beroept deze zich op zijn retentierecht, dan is hij niettemin verplicht het dossier aan de opvolgend advocaat af te geven, eventueel onder door de deken te stellen voorwaarden.
– Advocatenwet artikel 46 (2.4.1 Eigen belang van de advocaat; 5.3 Overname van zaken)
– Gedragsregel 22
Klacht
De klacht luidt als volgt:
a Mr. X heeft niet gehandeld zoals een goed advocaat betaamt, doordat hij, nadat klager zijn opdracht aan hem had ingetrokken en ondanks klagers uitdrukkelijke verzoek daartoe de bij hem in behandeling zijnde dossiers niet omgaand aan de nieuwe advocaat van klager heeft doen toekomen, zulks in verband met een meningsverschil aangaande declaraties van een andere partij welke kwestie volledig losstaat van de zaken waarin hij als advocaat de belangen van klager behartigde. Door aldus te handelen heeft mr. X zijn positie als advocaat misbruikt. b Op het betalingsverzoek van mr. X zoals geformuleerd in zijn brief van 7 november 2003 is klager ingegaan omdat het van belang was dat zijn dossiers aan de volgend advocaat zouden worden toegestuurd. In één van die dossiers verliep een termijn voor het indienen van een memorie van eis. Mr. X heeft klager door het achterhouden van de dossiers onder druk gezet om een rekening voor een andere partij te betalen, waar klager het niet mee eens was en welke rekening losstond van de lopende juridische procedure waarvoor klager een opvolgend advocaat inmiddels had ingeschakeld.
Overwegingen van de raad
De klachtonderdelen kunnen gelet op hun samenhang gezamenlijk worden behandeld.
Tussen advocaten geldt de regel, dat
indien een cliënt een andere advocaat verzoekt de behandeling van zijn zaak van zijn huidige advocaat over te nemen, deze advocaten zodanig onderling overleg plegen, dat de opvolgend advocaat behoorlijk over de stand van zaken wordt geïnformeerd. Is de declaratie van de oorspronkelijke advocaat niet voldaan en beroept deze zich op zijn retentierecht, dan is hij niettemin verplicht het dossier aan de opvolgend advocaat af te geven, eventueel onder door de deken te stellen voorwaarden. De cliënt kan dan gevraagd worden het ter discussie bestaande bedrag onder de deken te deponeren, totdat het geschil is beslecht. Zoals mr. X ter zitting uiteindelijk heeft ingezien, heeft hij in strijd met deze gedragsregel gehandeld door, terwijl hij reeds op 28 oktober 2003 het verzoek van klager had ontvangen om het dossier aan de opvolgend advocaat door te sturen en hij ermee bekend was dat de appeltermijn in de arbitrageprocedure op 10 november 2003 verliep, bij brief d.d. 4 november 2003 aan klager de voorwaarde te stellen, dat eerst EUR 1.000 werd betaald alvorens het dossier door te zenden aan de opvolgend advocaat. De raad is van oordeel dat mr. X door aldus te handelen niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dit geldt temeer daar het bedrag in kwestie geen vordering was voor door mr. X als advocaat van klager verrichte werkzaamheden, doch het een kostendeclaratie betrof voor het gebruik van kantoorfaciliteiten, die niets met de dienstverlening van mr. X als klagers advocaat te maken hadden.
Volgt
Gegrondbevinding van de klacht onder het opleggen van de maatregel van een enkele waarschuwing.