Hof van Discipline, 12 december 2005, nr. 4340
(mrs. Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Kiers-Becking, Mendlik, Poelmann en De Groot)
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch, 2 mei 2005
(mrs. Raab, Van Dooren, Teeuwen, Theunissen en Peeters)
Bij het in rechte betrekken van feitelijke stellingen mag de advocaat afgaan op plausibele informatie van zijn cliënt, ook wanneer de juistheid van die stellingen in en buiten rechte door niet alleen de wederpartij maar ook een betrokken derde wordt betwist.
– Advocatenwet artikel 46 (5.1 Regels die betrekking hebben op de juridische strijd)
– Gedragsregel 30
Feiten
Mr. X voerde voor de ex-echtgenote van klager verweer in een door klager aangespannen procedure tot nihilstelling van de kinderalimentatie. Tijdens deze procedure heeft mr. X gesteld dat klager zou zijn getrouwd met Y. Hij baseerde zich hierbij op mededelingen van zijn cliënte. De cliënte van mr. X had aan mr. X afschriften ter hand gesteld van een aantal per e-mail verzonden berichten, die van klager afkomstig waren. Doordat deze zijn password op zijn computer niet had veranderd en de gewoonte had om alle e-mailberichten door te sturen ‘naar huis’ kwamen al die berichten nog immer bij de cliënte van mr. X op de computer binnen. In één van die mails van klager, gericht tot een hotel, wordt gesproken over ‘We are planning a exclusive (wedding) stay in Miami (…)’.
De advocaat van klager heeft mr. X schriftelijk medegedeeld dat klager niet met Y was gehuwd; mr. X heeft niettemin in de alimentatieprocedure volgehouden dat klager was hertrouwd met Y.
In een latere procedure, door klager aangespannen tegen zijn exechtgenote ter zake van door haar onrechtmatig verkregen e-mails stelde mr. X opnieuw dat klager getrouwd was met Y. Klager stelt dat ‘het onbehoorlijk is dat mr. X bleef stellen dat klager getrouwd was nu klager, Y, alsmede de advocaat van klager zulks ontkend hadden’.
De klacht
Klager verwijt mr. X dat hij in de procedure met betrekking tot de kinderbijdrage het onjuiste standpunt heeft ingenomen dat klager getrouwd was met Y. De raadsman van klager heeft mr. X er diverse malen op gewezen dat dat onjuist was maar mr. X bleef volharden in zijn onjuiste standpunt. Ook in een latere procedure bleef mr. X stellen dat klager getrouwd was met Y. Hij had op eenvoudige wijze kunnen checken of er daadwerkelijk sprake was van een huwelijk door een uittreksel van de huwelijksakte op te vragen bij de burgerlijke stand.
Verweer
Mr. X voert tot zijn verweer aan dat het in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte aan hem vrijstond om het standpunt in te nemen dat klager hertrouwd was. Wanneer dat vast zou komen te staan kon dat in het kader van het door mr. X te voeren verweer in de alimentatieprocedure van belang zijn voor zijn cliënte. Dat klager en diens advocaat mr. X hadden medegedeeld dat klager niet getrouwd was met Y behoefde, gezien de inhoud van de e-mails, voor mr. X in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte geen beletsel te zijn om het standpunt ter zake van zijn cliënte ook in de alimentatieprocedure te blijven innemen.
Overwegingen van de raad
De raad merkt op dat mr. X het gewraakte standpunt uitsluitend heeft ingenomen in de beslotenheid van de alimentatieprocedure. Uit de stukken is niet gebleken dat mr. X aan derden heeft medegedeeld dat klager zou zijn getrouwd met Y.
Bij de behartiging van de belangen van zijn cliënte heeft mr. X de belangen van klager niet nodeloos of op een ontoelaatbare wijze geschaad zodat de klacht als ongegrond moet worden afgewezen. De raad wijst de klacht derhalve als ongegrond af. Overwegingen en beslissing van het hof In appel wordt als enige grief aangevoerd dat de raad ten onrechte heeft aangenomen dat mr. X de omstreden stelling uitsluitend in de beslotenheid van de alimentatieprocedure heeft ingenomen, omdat hij dit standpunt later, in een kort geding, heeft herhaald. Het hof overweegt dat daarvan niet is gebleken en bekrachtigt de beslissing.