Raad van Discipline Amsterdam, 27 juni 2005
(mrs. Markx, Gaasbeek-Wielinga, De Meyere, Rigters en Voorhoeve)
De regel dat het de advocaat niet geoorloofd is zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden geldt niet alleen wanneer vonnis is gevraagd, maar ook wanneer ambtshalve vonnis is bepaald.
– Advocatenwet artikel 46 (5.1 regels die betrekking hebben op de juridische strijd)
– Gedragsregel 15 lid 2
Feiten
Een procedure tussen partijen staat op de rolzitting van 25 augustus 2004 voor repliek aan de zijde van de cliënt van mr. X. Er is niet geconcludeerd noch om uitstel verzocht, waarna de zaak voor vonnis werd verwezen naar de rolzitting van 8 september 2004. Op 31 augustus 2004 bemerkte mr. X dat hij de conclusie van repliek, die wel gereed was, niet had ingediend op de rolzitting van 25 augustus 2004. Na daarover op 31 augustus 2004 telefonisch contact te hebben gehad met de griffie van de Sector Kanton heeft mr. X op diezelfde datum een fax gezonden naar de griffie met het verzoek de conclusie alsnog te mogen nemen. Bij die fax heeft mr. X de bewuste conclusie van repliek gevoegd. Mr. X heeft geen contact opgenomen met klager, advocaat van de wederpartij, alvorens dit verzoek te doen, noch heeft hij een afschrift van zijn fax of conclusie aan klager gezonden. Op 2 september 2004 heeft de griffier mr. X verzocht om klager te vragen toestemming te verlenen voor het alsnog indienen van de conclusie van repliek. Op dezelfde dag heeft mr. X klager een fax verzonden met dit verzoek, zonder daarin te vermelden dat hij de Kantonrechter op 31 augustus 2004 reeds met dit verzoek had benaderd en zonder te vermelden dat hij het processtuk op 31 augustus 2004 al had toegezonden aan de Kantonrechter. Klager heeft in een fax van 2 september 2004 aan mr. X bericht geen toestemming te verlenen. Mr. X heeft de kwestie vervolgens nogmaals telefonisch besproken met de griffie, zonder klager daarvan op de hoogte te stellen. Op 9 september 2004 heeft de Kantonrechter klager en mr. X bericht dat deze mr. X toestond de conclusie van repliek in te dienen.
Overwegingen van de raad
De raad stelt vast dat mr. X zich zonder toestemming van klager tot de Kantonrechter heeft gewend op het moment dat de zaak al voor vonnis stond. Ingevolge artikel 15 lid 2 van de Gedragsregels had mr. X klager om toestemming moeten vragen alvorens zich tot de Kantonrechter te wenden. Deze regel geldt immers niet alleen wanneer vonnis is gevraagd, maar ook indien, zoals in het onderhavige geval, ambtshalve vonnis is bepaald. De regel geldt voor alle gevallen waarin de zaak in staat van wijzen is. Toen mr. X vervolgens op aanwijzing van de Kantonrechter alsnog toestemming heeft gevraagd aan klager heeft hij daarbij de feitelijke gang van zaken – dat hij de Kantonrechter daarvoor al had benaderd en daarbij de conclusie al had toegezonden – niet vermeld. Nadat klager deze toestemming geweigerd had heeft mr. X de Kantonrechter nogmaals telefonisch benaderd met een poging de conclusie van repliek alsnog aanvaard te krijgen, wederom zonder klager daarvan op de hoogte te stellen. Mr. X heeft derhalve voormelde Gedragsregel bij herhaling overtreden. Hij heeft geen (afdoende) verklaring kunnen geven voor deze gang van zaken. De raad rekent mr. X ook aan dat hij niet direct openheid van zaken heeft gegeven aan klager.
Volgt
– de raad verklaart de klacht gegrond en
– legt aan mr. X de maatregel van enkele waarschuwing op.