Hof van Discipline, 21 augustus 2006, nummer 4506

(mrs. Zwitser-Schouten, Beker, Heidinga, De Leeuw en Goslings)

Raad van Discipline Arnhem, 23 januari 2006

(mrs. Zweers, Van Halder, Verster, Maissan, Hallmans)

 

Het schrijven door een deken van een voorwoord in een balie-uitgave over (de uitleg van) Gedragsregels en over confraternele verhoudingen behoort tot de taak van de deken en valt mitsdien in beginsel niet onder tuchtrechtelijke controle.

Advocatenwet artikel 46 (6 Tuchtprocesrecht)

 

Klacht

De klacht luidt dat mr. X vertrouwelijke zaken (geanonimiseerd) publiek heeft gemaakt door in het plaatselijke baliebulletin een casus te beschrijven waarmee mr. X als deken vlak voor het verschijnen van het baliebulletin bemoeienis heeft gehad. Mr. X heeft de feiten in deze casus verdraaid en heeft zich denigrerend uitgelaten over het kantoor van klagers.

 

Overwegingen van de raad

Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of het optreden van mr. X waarover wordt geklaagd een gedraging betreft die mr. X heeft verricht in zijn hoedanigheid van deken dan wel in zijn hoedanigheid van advocaat. Het publiceren van een voorwoord in het plaatselijke baliebulletin is geen optreden dat strikt genomen valt onder de publiekrechtelijke taken die aan de deken in de Advocatenwet zijn opgedragen. Klagers stellen dan ook terecht dat hun klacht ziet op gedragingen die mr. X heeft verricht in zijn hoedanigheid van advocaat. Daarbij dient echter te worden aangetekend dat de hoedanigheid van mr. X niet los kan worden gezien van de hem verweten gedraging. Mr. X heeft immers in zijn hoedanigheid van deken met klagers gesproken, terwijl het voorwoord in het baliebulletin als deken is geschreven. De taken van een deken in brede zin beperken zich immers niet uitsluitend tot de taken die hem publiekrechtelijk zijn opgedragen. Derhalve is de raad van mening dat in het kader van de beoordeling van deze klacht het optreden van mr. X weliswaar onder tuchtrechtelijke controle staat, doch dat de raad niet geheel voorbij kan gaan aan de marginale toetsing waaraan het optreden van de deken als zodanig onderworpen is. Ondanks het feit dat mr. X de casus heeft geanonimiseerd en de feiten anders heeft weergegeven dan deze in werkelijkheid waren, was de wijze waarop hij de casus presenteerde voor directbetrokkenen herkenbaar. Mr. X heeft daarbij echter niet het oogmerk gehad om klagers publiekelijk terecht te wijzen, doch aan de lezers van het baliebulletin een situatie voor te houden die naar overtuiging van mr. X, als deken, zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Alhoewel mr. X zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de reactie en de gevoelens die zijn column bij klagers zou veroorzaken, heeft mr. X door zijn column de grens van het betamelijke niet overschreden. Door de anonimisering van de casus en het bewust anders weergeven van relevante feiten heeft mr. X immers willen voorkomen dat klagers zich zodanig in de casus herkenden dat zij zich publiekelijk te kijk gezet voelden en dat mr. X, als deken, in zijn column een oordeel gaf over het optreden van (het kantoor van) klagers. Mr. X heeft de grens van het klachtwaardige dan ook niet overschreden. De raad acht de klacht ongegrond.

 

Overwegingen van het hof

Mr. X heeft zijn schriftelijke uitlatingen gedaan in zijn hoedanigheid van deken. De taken van een deken bestaan uit in de Advocatenwet en daarop gebaseerde regelgeving genoemde taken en voorts uit daaraan gerelateerde taken. Het schrijven van een voorwoord in een balie-uitgave over (de uitleg van) Gedragsregels en over confraternele verhoudingen behoort tot die laatste categorie taken. Het is evident dat mr. X is uitgenodigd om dit voorwoord te schrijven om de enkele reden dat hij toen deken was en dat hij daar in die hoedanigheid gevolg aan heeft gegeven. Dit heeft tot gevolg dat het gewraakte optreden van mr. X niet onder tuchtrechtelijke controle staat, tenzij mr. X bij het uitoefenen van zijn functie zijn taak zodanig heeft verwaarloosd of zich in die hoedanigheid zodanig heeft misdragen dat hij geacht moet worden zich te hebben schuldig gemaakt aan een handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Van een dergelijk handelen is naar het oordeel van het hof geen sprake.

 

Volgt

Bekrachtigt de beslissing van de raad.

Download artikel als PDF

Advertentie