Raad van Discipline ‘s-Gravenhage,

11 december 2006

(mrs. Geerdes, Brussaard, Van Hilten-Kostense, Meijer en Van der Wilk)

 

Wanneer een advocaat een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding voor beide partijen indient, mogen zij zich beiden als cliënt van het kantoor van die advocaat beschouwen. Strekking van Gedragsregel 7 lid 5 sub 2.

– Artikel 46 Advocatenwet (2.4 Vermijding van belangenconflicten; 2.4.2 Tegenstrijdige belangen van verschillende cliënten; 3.1 Vrijheid van handelen)

– Gedragsregels 2, 7 en 30

 

Feiten

De kantoorgenoot van mr. X heeft de exechtgenoot van klaagster als advocaat en procureur bijgestaan in het kader van de echtscheidingsprocedure tussen deze partijen. De kantoorgenoot van klaagster heeft een echtscheidingsconvenant opgesteld, dat door klaagster en haar ex-echtgenoot op 15 april 2004 is getekend. De kantoorgenoot van mr. X heeft het convenant mede ondertekend. Vervolgens heeft hij het gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek ingediend bij de rechtbank, waarbij hij tevens voor klaagster als procureur is opgetreden. Mr. X staat de ex-partner van de huidige partner van klaagster bij in het kader van de vaststelling van een omgangsregeling. In die procedure zou mr. X tijdens de mondelinge behandeling zich onnodig grievend jegens klaagster hebben uitgelaten.

Klaagster verwijt mr. X – voor zover hier van belang – dat hij: a in strijd met de regels de ex-partner van haar huidige partner terzijde staat, nu klaagster cliënte is geweest van het kantoor van mr. X;

b (…)

c gebruik c.q. misbruik heeft gemaakt van het echtscheidingsconvenant dat zich bevindt in het dossier op het kantoor van mr. X.; d de deken onjuist heeft voorgelicht door te stellen dat hij nog nooit van klaagster had gehoord totdat de klacht werd ingediend. Mr. X stelt dat er geen sprake is van belangenverstrengeling. Een kantoorgenoot van mr. X is opgetreden als advocaat voor de ex-echtgenoot van klaagster. Hij heeft het convenant opgesteld en is uitsluitend als procureur opgetreden voor klaagster in het kader van een gemeenschappelijk verzoek en heeft van meet af aan klaagster schriftelijk bevestigd dat hij niet haar belangen behartigt.

Mr. X stelt dat de zaak van de partner van klaagster en haar ex-echtgenoot niets van doen heeft met de zaak tussen haar cliënte en die van haar ex-partner.

Mr. X stelt dat hij niet wist dat klaagster met een oud-cliënt van kantoor gehuwd was geweest. Mr. X stelt dat hij het betreffende dossier op zijn kantoor niet heeft geraadpleegd.chtrecht Mr. X stelt dat de naam van klaagster hem niets heeft gezegd toen hij in september 2005 na terugkomst van zijn vakantie de klacht ontving via de deken. Mr. X had geen reden om de naam van klaagster te onthouden, aangezien die naam verder geen rol speelde. De cliënte van mr. X spreekt, als zij het over klaagster heeft, over ‘de vriendin van haar ex-vriend’. Het is om die reden dat de naam van klaagster niet bij mr. X leeft dan wel herinneringen opriep toen hij de klacht ontving.

 

Overwegingen raad

Ad a

Mr. X meent dat het hem vrijstond voor de ex-partner van de partner van klaagster op te treden. De zaak waarin zijn kantoorgenoot de ex-echtgenoot van klaagster had bijgestaan, was op dat moment afgedaan en klaagster is nooit formeel de cliënt van zijn kantoorgenoot geweest. Mr. X heeft hiermee naar het oordeel van de raad de strekking van Gedragsregel 7 lid 5 sub 2 miskend. Door het indienen van het gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding voor beide partijen mocht klaagster zich als cliënte van het kantoor van mr. X zien, zodat het mr. X reeds daarom niet vrijstond voor de ex-partner van de partner van klaagster op te treden. Hieraan doet niet af het feit dat de kantoorgenoot van mr. X uitdrukkelijk aan klaagster kenbaar heeft gemaakt dat hij alleen als advocaat optrad voor de exechtgenoot van klaagster.

Daarnaast overweegt de raad dat tussen beide zaken inhoudelijk wel raakvlakken aanwezig waren. De kantoorgenoot van mr. X heeft de ex-echtgenoot van klaagster bijgestaan in de echtscheidingsprocedure. In kwesties als deze zijn bij de advocaat van de rechtzoekende veel gegevens over het privéleven van diens cliënt en wederpartij alsmede over de persoon van cliënt en de wederpartij bekend. Deze gegevens spelen bij de behandeling van het huidige geschil over de omgangsregeling en diens expartner een rol, reden waarom het een advocaat in een dergelijk geval nu juist niet vrijstaat voor de wederpartij op te treden. Mr. X heeft in de procedure voor zijn cliënte wel degelijk klaagster genoemd en haar in verband gebracht met de twistpunten tussen partijen, waardoor hij de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt.

De raad is van oordeel dat toen mr. X kennisnam van de klacht van klaagster hij zich had dienen te realiseren dat klaagster een cliënt van het kantoor is geweest – althans zich als zodanig kon beschouwen – en mr. X zich op dat moment uit de zaak terug had moeten trekken. Bij gelegenheid van de zitting is echter gebleken dat mr. X het tegenovergestelde standpunt inneemt. In zoverre is het klachtonderdeel gegrond.

Ad c

De raad kan op grond van de voorhanden stukken niet vaststellen dat mr. X gebruik heeft gemaakt van het echtscheidingsconvenant. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

Ad d

De raad stelt vast dat mr. X ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 9 oktober 2006 heeft erkend dat hij in zijn correspondentie met de deken heeft medegedeeld dat hij nog nooit van klaagster had gehoord. Deze mededeling is onjuist, doch op het moment dat mr. X deze mededeling aan de deken heeft gedaan, was hij ervan overtuigd dat hij klaagster niet kende. De raad acht dit verweer aannemelijk en is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat mr. X opzettelijk heeft gesteld dat hij klaagster niet kende. Mr. X heeft derhalve op dit punt niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond. Gelet op de geringe aard en ernst van de begane overtreding acht de raad het niet noodzakelijk een maatregel aan mr. X op te leggen.

 

Beslissing

Verklaart de klachtonderdelen b, c en d ongegrond en a gegrond zonder oplegging van een maatregel aan mr. X.

Download artikel als PDF

Advertentie