Raad van Discipline Amsterdam 14 januari 2008
(mrs. Van Bennekom, Goppel, Karskens, Pannevis en Voorhoeve)
Door een advocaat gemaakte telefoonnotities zijn in beginsel zozeer met de persoon van de advocaat verbonden, dat zij daarom niet aan de cliënt ter beschikking hoeven te worden gesteld. Uiteraard is de advocaat gehouden zijn cliënt te informeren over de inhoud van in diens zaak gevoerde telefoongesprekken.
– Art. 46 Advocatenwet (1 De zorg voor de cliënt; 1.4.3 Andere tekortkomingen)
Feiten
Mr. X heeft klager bijgestaan in een echtscheidingszaak. Mr. X heeft de rechtsbijstand aan klager medio 2003 beëindigd. In verband met een zitting in hoger beroep heeft klager mr. X bij e-mail van 7 november 2006 verzocht om afgifte van het dossier en de telefoonnotities aan zijn opvolgend advocaat. Mr. X heeft bij e-mail van 8 november 2006 gereageerd met de mededeling dat hij die dag telefonisch contact had gehad met de opvolgend advocaat en dat deze een en ander met klager zou opnemen. Bij e-mail van 9 november 2006 aan mr. X heeft klager hem geschreven dat hij van zijn opvolgend advocaat heeft begrepen dat mr. X zou hebben geweigerd het dossier over te dragen. In dezelfde e-mail heeft klager mr. X een termijn van 48 uur gesteld om het dossier alsnog in zijn geheel aan klager (of aan zijn advocaat) over te dragen. Mr. X heeft daarop gereageerd met de mededeling dat de opvolgend advocaat hem had verzekerd het dossier niet nodig te hebben, omdat hij over alle van belang zijnde stukken beschikte. Mr. X heeft op grond daarvan aangegeven geen reden te zien om het dossier af te geven. Na indiening van de onderhavige klacht tegen mr. X heeft de waarnemend deken partijen uitgenodigd voor een bemiddelingsgesprek. Het bemiddelingsgesprek heeft plaatsgevonden op 15 december 2006, maar heeft niet geleid tot een oplossing van de kwestie. Vervolgens heeft klager de waarnemend deken gevraagd om de zaak aan de raad voor te leggen.
Klacht
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat mr. X: a het onder hem berustende dossier niet wenst af te geven; b de zich in dat dossier bevindende telefoonnotities niet wenst af te geven. Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft mr. X volgens klager de norm vastgelegd in art. 46 Advocatenwet overschreden.
Overwegingen
De klachten lenen zich voor gezamenlijke bespreking. Mr. X stelt dat klager over alle dossierstukken beschikt, zodat afgifte van het dossier niet nodig is. Hoewel klager betwist dat hij over alle stukken beschikt, heeft de raad geen aanleiding om te veronderstellen dat mr. X de (belangrijkste) dossierstukken niet in kopie heeft doorgestuurd. Dit geldt te minder [meer?, bew.], nu ter zitting door klager is benadrukt dat het hem vooral te doen is om de telefoonnotities van mr. X. Klagers stelling dat zijn huidige advocaat het dossier nodig heeft, heeft hij niet – bijvoorbeeld met een schriftelijke verklaring van deze advocaat – kunnen staven, hetgeen naar het oordeel van de raad op klagers weg had gelegen. Door klager is voorts onvoldoende weersproken de stelling van mr. X dat de zakelijke inhoud van de telefoonnotities in de correspondentie met klager is verwerkt. Klager heeft dan ook geen belang bij het verkrijgen van (kopieën van) deze telefoonnotities. In dit verband is van belang dat de raad – met mr. X – van oordeel is dat door een advocaat gemaakte telefoonnotities in beginsel zozeer met de persoon van de advocaat zijn verbonden, dat zij daarom niet aan de cliënt ter beschikking hoeven te worden gesteld. Uiteraard is de advocaat gehouden zijn cliënt te informeren over de inhoud van in diens zaak gevoerde telefoongesprekken. Daartoe is echter in beginsel niet noodzakelijk dat ook (kopieën van) telefoonnotities worden verstrekt. Van omstandigheden die een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigen is niet gebleken. De klacht is dan ook ongegrond.
Beslissing
Verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.