Hof van Discipline ‘s-Gravenhage 28 januari 2008, nr. 4838
(mrs. Griensven, De Groot-van Dijken, Thunnissen, De Kok, De Groot)
Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 12 februari 2007
(mrs. Houterman, Theunissen, Ten Brummelhuis, Peeters en Henselmans)
De advocaat heeft in beginsel geen geheimhoudingsplicht met betrekking tot informatie van of over derden.
– Art. 46 Advocatenwet (3 Wat een behoorlijk advocaat betaamt tegen over de wederpartij; 3.4 Jegens wederpartij in acht te nemen zorg)
Feiten
Mr. X is opgetreden als advocaat van de ex-echtgenoot (hierna te noemen: de man) van klager in de tussen klager en de man gevoerde echtscheidingsprocedure. Klager (de vrouw) wilde haar adres niet bekendmaken aan de man. In een tussen klager en de man gevoerd kort geding over de omgangsregeling op 14 december 2005 is over het al dan niet bekend maken door klager van haar adres gesproken en heeft de voorzieningenrechter partijen medegedeeld van oordeel te zijn dat de man er recht op heeft te weten waar de kinderen wonen. Bij fax van 15 december 2005 heeft mr. X als advocaat van de man aan de advocaat van klager (de vrouw) medegedeeld: ‘Ik geef u hierbij nog een laatste maal om het adres aan mij door te geven. Mocht ik uiterlijk maandag 19 december a.s. 12.00 uur geen bericht van u hebben ontvangen dan zal ik andere maatregelen moeten treffen.’ Begin 2006 is mr. X in een andere zaak bekend geworden met het adres van klager. In die zaak trad mr. X op als advocaat van de ex-echtgenote van de nieuwe partner van klager. Mr. X heeft het adres vervolgens doorgegeven aan de man.
Klacht en dekenbezwaar
Mr. X heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door het adres van klager door te geven aan de cliënt van mr. X, de ex-echtgenoot van klager, welk adres mr. X te weten is gekomen in de hoedanigheid van advocaat van de ex-echtgenote van de nieuwe partner van klager in de tussen deze beiden gevoerde alimentatieprocedure. Mr. X wist dat klager om privacyredenen en uit angst voor de man een geheim adres had.
Overwegingen raad
Klager stelt dat mr. X zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden door het adres van klager, welk adres een geheim adres was, doch dat mr. X te weten was gekomen uit een dossier van een andere cliënt van mr. X, door te geven aan een cliënt van mr. X, de ex-echtgenoot van klager. De raad overweegt dat de geheimhoudingsverplichting geldt als een fundamenteel beginsel dat de advocaat in de uitoefening van zijn beroep in acht behoort te nemen en waarop cliënten met het oog op de juiste behartiging van hun belangen onvoorwaardelijk moeten kunnen vertrouwen. Dit beginsel geldt, gelet op de bijzondere relatie tussen advocaat en zijn cliënt, echter uitsluitend tussen de advocaat en zijn cliënt. De advocaat heeft geen geheimhoudingsplicht met betrekking tot informatie van of over derden. Mr. X had in de andere zaak een geheimhoudingsplicht ten opzichte van diens cliënt en niet ten opzichte van klager. Het stond mr. X derhalve vrij om het adres van klager, dat mr. X in die andere zaak bekend was geworden, aan de cliënt van mr. X door te geven. De raad kan zich voorstellen dat, zoals door mr. X ter zitting naar voren is gebracht, een advocaat, wanneer deze bekend is met de omstandigheid dat er sprake is van – ook bij de gemeente als zodanig bekendstaand – geheim adres, met bekendmaking hiervan de nodige voorzichtigheid betracht. In dezen is van het geheime karakter van het adres van klager niet gebleken. Op grond van het vorenstaande is de raad van oordeel dat mr. X niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en zal de klacht mitsdien als ongegrond worden afgewezen.
Beslissing raad
Wijst de klacht als ongegrond af.
Overwegingen hof
Het hof stelt voorop dat de geheimhoudingsplicht een fundamentele verplichting is bij de uitoefening van het beroep van advocaat. Cliënten moeten met het oog op de juiste behartiging van hun belangen kunnen vertrouwen op de nakoming van deze verplichting door de advocaat. De geheimhoudingsplicht geldt uitsluitend tussen de advocaat en zijn cliënt. Mededelingen van derden dient de advocaat te verzwijgen tegenover zijn cliënt als de advocaat tegenover die derde een geheimhoudingsplicht heeft. Mr. X had in de zaak, waarin hij met het adres van klager bekend is geworden, een geheimhoudingsplicht jegens de cliënte van mr. X in die zaak.Ter zitting van het hof is voldoende aannemelijk geworden dat mr. X met deze cliënt heeft gesproken over het voornemen van mr. X het adres door te geven aan de man en dat deze cliënt daartegen geen bezwaar heeft geuit.Mr. X heeft derhalve niet in strijd met de geheimhoudingsplicht jegens de cliënt gehandeld. De grieven van de deken, die ervan uitgaan dat mr. X jegens de cliënt van mr. X de geheimhoudingsplicht heeft geschonden, moeten daarom falen. Jegens klager had mr. X geen geheimhoudingsplicht. Dit laat onverlet dat mr. X rekening moest houden met de hem bekende omstandigheid dat klager er bezwaar tegen had dat haar adres aan de man bekend werd. Onder de omstandigheden behoort de advocaat immers ook tegenover •de wederpartij een zekere mate van zorg in acht te nemen. De grief van de deken, waarin wordt gesteld dat de raad ten onrechte deze zorg tegenover de wederpartij niet in de beoordeling heeft betrokken, slaagt. Klager wilde met name voorkomen dat de man op het woonadres van klager zou verschijnen vanwege de onrust die dat voor de kinderen met zich zou brengen. Mr. X heeft in dat geval de belangen van de cliënt van mr. X bij bekendmaking van het adres van de kinderen (de man had als medegezaghebbende ouder recht op het adres waar zijn kinderen woonden en wilde zijn kinderen in voorkomende situaties kunnen bereiken) laten prevaleren boven de belangen van klager bij het geheimhouden van dit adres. Bij het maken van zo’n belangenafweging komt de advocaat een zekere beleidsvrijheid toe. Onder de voorliggende omstandigheden kan niet worden gezegd dat mr. X de grenzen van deze beleidsvrijheid heeft overschreden. Daarbij is relevant dat in een kort geding tussen partijen aan de orde was geweest dat klager bezwaren had tegen het afgeven van haar adres aan de man en dat de rechter ondanks deze bezwaren had gezegd dat de man er recht op had te weten waar de kinderen wonen. Voorts is niet gebleken dat mr. X ervan op de hoogte was dat klager de gemeente van de woonplaats van klager verzocht had de persoonsgegevens van klager geheim te houden. Onder deze omstandigheden acht het hof het door mr. X genomen besluit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu mr. X de geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden en naar het oordeel van het hof een niet tuchtrechtelijk verwijtbare belangenafweging heeft gemaakt, moet ook de grief van de deken, die ziet op het vertrouwelijke karakter van adresgegevens, falen. Dat geldt op gelijke gronden evenzeer voor de grieven van klager, die gebaseerd zijn op de stelling dat het adres van klager geheim was en om die reden niet mocht worden doorgegeven. Hoewel de eerste grief van de deken gegrond is, leidt dit niet tot vernietiging van de beslissing van de raad. De klacht is ongegrond.
Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad.