Hof van Discipline 15 oktober 2007, nummer 4727
(mrs. Van Griensven, Schokkenbroek, Driessen-Poortvliet, Minderhout en Paulussen)
Verzoek tot herziening van een tuchtrechtelijke beslissing.
– Art. 46 Advocatenwet (6 Tuchtprocesrecht)
Overwegingen hof
De Advocatenwet voorziet niet in de mogelijkheid van herziening van een beslissing van de tuchtrechter. In zijn beslissing van 14 juni 1999 gegeven onder nummer 2509 heeft het hof beslist dat in een uitzonderlijke situatie er evenwel aanleiding kan zijn voor een herziening, namelijk in die situatie waarin sprake is van schending van fundamentele rechtsbeginselen. In deze zaak was een herzieningsverzoek ingediend door mr. X aan wie een tuchtrechtelijke maatregel was opgelegd.
Het hof dient nu te beoordelen of de hiervoor omschreven uitzondering ook dient te worden gemaakt in die gevallen waarin herziening wordt verzocht door mr. Y. Het is in strijd met het belang van rechtszekerheid wanneer onherroepelijke beslissingen heropend kunnen worden. Om die reden dient de hiervoor geformuleerde uitzondering beperkt te blijven tot die gevallen waarin mr. X, aan wie een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, een beroep kan doen op schending van fundamentele rechtsbeginselen. Uit het voorafgaande volgt dat verzoekers, als klagers, niet in hun verzoek tot herziening kunnen worden ontvangen. Beslissing hof Verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot herziening van de beslissing van het Hof van Discipline van 8 december 2006.