Als advocaat-stagiaire Wouter Overweel (dit is niet zijn echte naam) op 18 februari 2011 zijn drie tentamens voor de beroepsopleiding aflegt – Gedragsrecht, Strafprocesrecht en Jaarrekeninglezen – gaat hij met een goed gevoel naar huis. Maar als na enige tijd de uitslag bekend wordt, blijkt dat hij is gezakt voor Jaarrekeninglezen. Hij laat het er niet bij zitten. Een lange mars door de instituties volgt, en nergens vindt hij gehoor. Als de voorzieningenrechter hem uiteindelijk gelijk geeft, voelt dat als een pyrrusoverwinning. Is hij nou geslaagd, of toch gezakt?
Omdat Wouter Overweel – het is niet zijn echte naam, die houdt hij liever buiten de publiciteit – ervan overtuigd is dat hij het tentamen jaarrekeninglezen goed heeft gedaan, neemt hij contact op met zijn docent voor dat vak. Die bekijkt de tentamenvraag – het consolideren van een balans van een moeder- en dochtermaatschappij – en constateert dat de opgave te weinig variabelen bevat om de vraag goed te beantwoorden: het is onmogelijk om er één balans van te maken. Hij zegt ook dat de poging die Overweel heeft ondernomen erop wijst dat hij de materie wel goed in zijn vingers heeft. De docent stelt voor om bezwaar te maken tegen de tentamenuitslag.
Auto zonder remmen
Dat doet Overweel bij de Examencommissie van de Beroepsopleiding. Die geeft toe dat de vraagstelling niet compleet was, maar stelt ook vast dat Overweel desondanks de stof niet goed heeft begrepen, en hij krijgt voor die vraag géén punten. ‘Alsof je je rijexamen aflegt in een auto zonder remmen, en je achteraf wordt verweten dat je tegen een boom bent gereden,’ reageert Overweel.
Kat in het bakkie
Tegen deze beslissing tekent de advocaat-stagiaire beroep aan bij het Curatorium. Op zitting vertelt Overweel wat zijn docent heeft gezegd, die deze verklaring zelf ook op schrift heeft gesteld. Dat is een overtuigend verhaal, en Overweel denkt dan ook: kat in het bakkie. Zeker als de voorzitter van het Curatorium zegt dat aan deze verklaring waarde mag worden gehecht, omdat de docent een ervaren accountant is.
Toch loopt het anders. Als de uitspraak van het Curatorium in de bus valt, wordt geen woord gerept over de verklaring van de docent. Overweels beroep is ongegrond, hij is definitief gezakt voor dit tentamen Jaarrekeninglezen.
Geen verdere beroepsmogelijkheden?
Overweel is verbolgen en belt met de secretaris van de Examencommissie om inzage te krijgen in tentamens van andere stagiaires. Dat krijgt hij niet. Ook het verslag van de zitting van het Curatorium wordt hem geweigerd. Dat verslag wordt niet opgemaakt, is het antwoord. ‘Vreemd,’ denkt Overweel. ‘Er zat toch een griffier anderhalve meter naast mij aantekeningen te maken.’ Overweel klaagt wederom over de inzageweigering en dan komt het Curatorium met een ander argument: omdat Overweel toch geen verdere beroepsmogelijkheden heeft, heeft hij toch niets aan het verslag. ‘Maar dat is een bestuursrechtelijk argument. Wat als ik wil procederen bij de burgerlijke rechter? Dan heb ik dat wel nodig. Daarnaast is het bestuursorgaan op grond van de Awb wettelijk verplicht het zittingsverslag ter inzage te geven.’ Na enig aandringen krijgt hij het alsnog. Ook daarin staat geen verklaring van de docent. ‘Het is uit de geschiedenis gewist.’
Overweel schrijft in een aangetekende brief dat het Curatorium in strijd met de wet handelt omdat een speerpunt van Overweels betoog niet wordt genoemd. Vervolgens stuurt het Curatorium een nieuw, aangepast verslag van de zitting. Daarin is een zinnetje toegevoegd, dat rept over de verklaring van de docent. Overweel: ‘Maar dat stond bij een verkeerd beroepsonderdeel. En wat die verklaring precies inhoudt, stond er ook niet in vermeld.’
Uitspraak Nationale Ombudsman
Overweel stapt in februari 2012 naar de Nationale Ombudsman. Omdat een van de leden van het Curatorium substituut-ombudsman is (Frank van Dooren), bedingt Overweel dat deze man zich niet bemoeit met de Ombudsman-zaak. Zo geschiedt. In september volgt de uitspraak: gegrond. Overweel: ‘De Nationale Ombudsman besliste dat het Curatorium in strijd met het motiveringsbeginsel heeft gehandeld en wordt beticht van onbehoorlijke gedragingen. Maar die ferme tik op de vingers leidt er niet toe dat het examenresultaat wordt bijgesteld. De NOvA profileert zich naar buiten toe als het braafste jongetje van de klas, maar laat wel belangrijke verklaringen buiten beschouwing en negeert een uitspraak van de Ombudsman.’ Als Overweel de speciaal voor deze zaak aangestelde advocaat van de NOvA belt – verbonden aan Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn – krijgt hij nul op rekest: hij krijgt géén extra punten voor zijn tentamen.
Kort geding
Dan rest hem niet anders dan een kort geding, dat maandag 8 oktober diende bij de rechtbank Den Haag. ‘Dat kon snel worden geregeld. Maar de landsadvocaat had ondertussen een brief naar de rechtbank gestuurd met de vraag of het kort geding ná 11 oktober kon plaatsvinden, omdat er zogenaamd geen spoedeisend belang was. Maar 11 oktober is mijn herkansing voor het tentamen jaarrekeninglezen.’
Ondertussen heeft Overweel aan de hand van gepubliceerde journalen van LAKS, het Landelijk Actie Komité Scholieren onderzocht hoe zij omgaan met onvolledige of onbegrijpelijke vragen in tentamens. Scholieren krijgen dan het maximaal aantal punten voor die vraag, zo blijkt. De voorzitter van de commissie voor de landelijk scholierenexamens zegt het zo tegen Overweel ‘Dat kan nooit worden uitgelegd ten nadele van degene die het tentamen aflegt.’ Dat wordt bevestigd door een hele schare hoogleraren die Overweel benadert: een in het recht, in de archeologie, in de forensische accountancy, in de psychiatrie. Overweel verzamelt tien verklaringen, waarvan er zeven op schrift staan, die allemaal stellen: Overweel moet voor die ene vraag het maximaal aantal punten krijgen, of op z’n minst niet worden benadeeld door deze onvolledige vraag.
Het verlossende antwoord
Bij de voorzieningenrechten wordt opnieuw de verklaring van Overweels docent door de advocaat van het Curatorium en de Examencommissie – beide zijn gedagvaard – volledig ‘gediskwalificeerd’, zoals eiser het zelf stelt. Toch komt op woensdagochtend 10 oktober het verlossende antwoord van de voorzieningenrechter: de onvolledige vraag moet buiten beschouwing worden gelaten en de Examencommissie moet binnen vier weken Overweels tentamen opnieuw beoordelen. ‘Dat klinkt hoopgevend’, zegt Overweel. ‘Maar de uitspraak is voor meerdere interpretaties vatbaar. Als de vraag niet wordt meegerekend, ben ik geslaagd. Voor die vraag kon je zeven punten van de in totaal honderd punten halen. Maar als die 93 te behalen punten de nieuwe norm worden, en als dan een nieuwe cesuur wordt vastgesteld, kom ik alsnog één tiende punt tekort.’
Wellicht alsnog gezakt
Edmée Snijders-Koster, griffier van het Curatorium bevestigt dat. ‘Normaal wordt de cesuur in dit soort gevallen bijgesteld, en zeker als Overweel voor deze vraag enkele punten heeft gehaald – die hij nu dus kwijt is – is hij wellicht alsnog gezakt. Maar het is de Examencommissie die uiteindelijke beoordeelt hoe in deze zaak deze regel wordt toegepast.’ Een aangepaste cesuur heeft in ieder geval geen gevolgen voor andere kandidaten die dit tentamen hebben afgelegd, zegt Snijders.
Toch is er hoop voor Overweel. Hij heeft inmiddels ontdekt dat in het tentamen Jaarrekeninglezen van 15 oktober 2010 óók een fout zat, en toen kregen alle kandidaten het volledig aantal punten. Als hij dit ‘precedent’ meldt aan de secretaris van de Examencommissie, zegt deze dat eerst het vonnis moet worden afgewacht voordat Overweel eventueel zijn punten krijgt.
Op 15 december 2012 loopt Overweels stageperiode af. Op 11 oktober heeft hij zijn laatste mogelijkheid om een herkansing te doen van het tentamen jaarrekeninglezen, één dag na het kort geding. Ondanks zijn overwinning bij de voorzieningenrechter heeft hij besloten die kans aan te grijpen. ‘Dit vak is Russische roulette. Wie weet zit er de volgende keer wéér een fout in de opgaven.’
Marjan van der List, lid van de Algemene Raad van de Orde met Opleiding in haar portefeuille, zegt op woensdag 10 oktober over deze zaak: ‘De inhoud van het vonnis is nog niet bekend. Daarom gaan we inhoudelijk niet op deze kwestie in. Wellicht komen we hier op een later moment op terug.’
De redactie van het Advocatenblad kent de ware identiteit van Wouter Overweel.
Michel Knapen