De particuliere forensische instituten TMFI en Verilabs uit Maastricht en Leiden vrezen voor hun voortbestaan. Dat blijkt uit brandbrieven die ze hebben gestuurd naar de Tweede Kamer en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.
Ze reageren op de beëindiging eind dit jaar van een proefproject met de inschakeling van particuliere forensische instituten bij opsporingsonderzoeken. TMFI en Verilabs schrijven de minister dat door dit besluit ‘de kans aanwezig is’ dat de instituten niet meer kunnen blijven bestaan. ‘Onze organisaties leven in grote onzekerheid. Dit is voor ons en onze medewerkers een onhoudbare situatie.’
Vanaf 2009 hebben in totaal 19 particuliere bureaus deelgenomen aan het project. Ze assisteerden politie en justitie in 268 onderzoeken. TMFI en Verilabs schrijven dat de beëindiging van het proefproject ertoe leidt dat maandelijks 25 tot 40 zaken bij de politie zullen blijven liggen. Ze wijzen op een evaluatie eerder dit jaar waaruit bleek dat de particuliere bureaus in veel opzichten beter functioneren dan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Een van de criteria voor uitbesteding van forensisch onderzoek was dat het NFI geen capaciteit of expertise had. Minister
Opstelten schreef de Kamer in de zomer dat hij onderzoekscapaciteit niet structureel naar particuliere bureaus wil overhevelen. Zo’n maatregel zou leiden tot onderbenutting van het NFI. Het verbaast TMFI en Verilabs dat de politie zelf dan wel tien onderzoekslaboratoria mag bouwen. Opstelten meent voorts dat meer concurrentie in het forensisch onderzoek leidt tot aantasting van de kwaliteit ervan. Volgens TMFI en Verilans is dat te voorkomen met goede werkafspraken.