Een essay over de toekomst van de advocatuur

Graag deel ik een mystieke, louterende ervaring met u, die leidde tot mijn huidige opvattingen over de toekomst van de advocatuur.

Op een kerstnacht kreeg ik, behalve de copieuze gourmetschotel van mijn schoonouders, een bezoek van drie geesten te verwerken: de geest van de voorbije advocatuur, de geest van de huidige advocatuur en de geest van de toekomstige advocatuur. De eerste twee geesten maakten op mij geen verpletterende indruk. Professor Bannier, de geest van de voorbije advocatuur, vergastte mij op een minutieuze beschrijving van tweehonderd jaar advocatuur inclusief bronvermeldingen. De geesten van de huidige advocatuur, de heren Docters van Leeuwen, Huydecoper en Kortmann wierpen simpelweg een drietal vuistdikke onderzoeksrapporten op mijn lits-jumeaux en vertrokken weer.Om drie uur ’s nachts stond een derde geest aan mijn bed. Ik meende in zijn rijzige gestalte de edele trekken van de algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten te ontdekken. Met zijn karakteristieke, kalmerende timbre baste hij door mijn slaapkamer dat één of andere essaywedstrijd over de toekomst van de advocatuur niet had geleid tot de gewenste zelfreflectie bij advocaten. Daarom bezocht hij in de avonduren persoonlijk alle jonge advocaten om hen de toekomst van de advocatuur te tonen.De geest toonde mij een grauw zaaltje in een uitvaartcentrum. Op een verhoging stond een goedkope doodskist. Op de achterste rij van een legertje bruine klapstoeltjes zaten vier mannen. Op gedempte toon voerden zij een gesprek waaruit ik opmaakte dat zij consultant, bedrijfsjurist, ICT-ondernemer en rechtsbijstandsverzekeraar waren.’Was die oude schraper eigenlijk een goed advocaat?”Geen idee,’ zei de rechtsbijstandsverzekeraar. ‘Uit dat plukje tuchtmaatregelen dat de Orde van Advocaten de laatste jaren tegen wil en dank ongeanonimiseerd publiceerde, kun je niets afleidenover de advocaten die toevallig buiten schot blijven. Hij heeft een tijd lang onbehoorlijk veel verdiend, maar de laatste jaren waren zwaar.”De eerste craquelures werden veroorzaakt door de bedrijven die genoeg kregen van zijn oncontroleerbare honorarium en gebrek aan gevoel met de praktijk,’ zei de bedrijfsjurist. ‘Ze lieten de bulk van het juridische werk doen door eigen juristen met verstand van de business en bedongen voor het overgebleven werk messcherpe “fixed fees”.”Het hielp natuurlijk ook niet dat de consultancykantoren zich met de grote juridische projecten gingen bemoeien,’ grijnsde de ICT-ondernemer terwijl hij de consultant aanstootte.’Het werd hoog tijd dat die enorme transacties van de rechtenstudentjes werden overgenomen door getrainde professionals met een managementopleiding,’ knipoogde de consultant. ‘Maar de nekslag kwam pas toen de particulier zich afkeerde van de advocatuur.’De rechtsbijstandsverzekeraar glimlacht dromerig: ‘Ik heb champagne gedronken toen de kantonrechtersgrens onder druk van de publieke opinie werd verhoogd naar 100.000 euro.”En tot overmaat van ramp introduceerde IBM vervolgens de “Deep QA legal-software”,’ zei de ICT-ondernemer.’Honderden internetbedrijfjes boden ineens modellen en adviezen aan tegen afbraakprijzen.’De bedrijfsjurist zuchtte: ‘En die oude schraper bleef intussen stug memoranda op de fax zetten voor 400 euro per uur.’Intussen begon de doodskist langzaam weg te zakken in de vloer. ‘Eigenlijk best een historisch moment,’ zei de rechtsbijstandsverzekeraar. ‘De laatste advocaat op het tableau, geschrapt wegens overlijden.’Toen schrok ik wakker.Nadat ik van de schrik was bekomen trok ik twee conclusies: (1) indien de advocatuur haar voorrechten en bestaansrecht wil behouden dan zal zij zich, in weerwil van een behoudende natuur, ten minste de beste eigenschappen van haar grootste concurrenten eigen moeten maken; en (2) ik moet voortaan wat rustiger aan doen met de rode wijn tijdens de kerstdagen.

Stephan Sluiter

 

Download artikel als PDF

Advertentie