Advocaten leren al snel om abstract te communiceren. Het gaat er niet om wat je vindt, maar om wat je zegt of schrijft. Zo betwist je per definitie alle stellingen van de wederpartij. En zo heb je – wat niet-juristen altijd moeilijk te begrijpen vinden – die subsidiaire stellingen waarbij de tweede gewoon in strijd kan zijn met de eerste.
Professioneel is daar allemaal niets mee mis. Het ingewikkelde is wel dat je die manier van communicatie ook weer ‘uit’ moet zetten bij ‘gewone’ contacten met bijvoorbeeld familie en je cliënten. Heel wat advocaten slagen daar niet in. Zo heb je advocaten die in een maatschapvergadering hun partners tegemoettreden alsof die de ‘wederpartij’ zijn. Trucs, intimidatie en achterkamertjespolitiek nemen dan de plaats in van luisteren naar de standpunten van de ander en het zoeken naar een oplossing die aan allen recht doet.
Een van de meest gehoorde klachten van cliënten over advocaten, is dat hun advocaat alleen ‘de zaak’ behandelt terwijl de cliënt zelf het gevoel heeft geen rol van betekenis te spelen. Een zeer groot deel van alle klachten over advocaten gaat dan ook niet over beroepsfouten, maar over communicatiefouten. De cliënt neemt geen genoegen met abstracte communicatie: die wil graag serieus worden genomen, worden betrokken bij de aanpak van een zaak en het gevoel hebben dat zijn advocaat werkelijk begrip heeft voor hem als persoon en voor zijn belangen.
Er zijn advocaten die heel goed zijn in zo’n open en persoonlijke manier van communiceren. Die hebben vaak weinig moeite met het behouden van hun cliënten en het vinden van nieuwe. En dan zijn er ook advocaten die de theorie van zo’n gewenste communicatie wel begrijpen, maar die ook daar weer een abstractie van maken: ze doen dan alsof, maar intussen vinden ze hun cliënt een zeurpiet en bekijken ze de resultaten van intern overleg in termen van ‘winnen en verliezen’. Op die manier heb je jezelf wel ingedekt tegen verwijten over ongewenst gedrag, maar op een dieper niveau van communicatie misleid je zo maar weinig mensen: mensen voelen meestal wel aan wat iemand écht vindt. Je intentie wordt – of je wilt of niet – ook overgedragen. Wie toneel speelt in z’n communicatie, helpt zo een omgeving te scheppen waarin er geen onderling vertrouwen is.
Dit vermogen om ongesproken informatie op te nemen, is overigens een algemeen fenomeen. Niet alleen mensen kunnen dat, maar bijvoorbeeld ook water en planten hebben het. Zo beschrijft de wetenschapper Massimo Citro in The basic code of the universe het vermogen van water om informatie op te slaan en over te dragen.
De consequentie is dat de intentie waarmee je iets doet, minstens zo belangrijk is als hetgeen je doet.
Wil je dus constructief overleg in een goede sfeer, zet dan een fles water op tafel en laat je daardoor inspireren om ‘de anderen’ open, eerlijk en nieuwsgierig te benaderen.
Dolph Stuyling de Lange