Rondgang langs post-academisch onderwijs voor advocaten
Opleidingsinstanties in vogelvlucht bekeken

 

Wat zijn de nieuwste trends binnen het postacademisch onderwijs? Heeft e-learning de toekomst? Een rondje langs vijf opleidingsinstanties met de meest opvallende ontwikkelingen.

 

We richten ons bij onze opleidingen op het overdragen van juridische kennis op alle rechtsgebieden en van professionele vaardigheden. In totaal bieden we elk jaar zo’n zeshonderd cursussen aan, waarvan een kleine vijfhonderd speciaal voor advocaten is ontwikkeld. Vanuit de Orde worden peer review en intervisie sterk gestimuleerd. In andere professionele sectoren, zoals de gezondheidszorg en het notariaat, zijn ze daar al veel langer mee bezig. Beide zijn vormen van gestructureerde feedback, alleen gaat het bij peer review om de vakinhoud en bij intervisie om meer persoonlijk functioneren. Vooral jongere advocaten staan er voor open. Die zijn door het huidige academisch onderwijs gewend aan het geven en ontvangen van feedback. Overigens is iedereen die aan zo’n cursus heeft meegedaan, na afloop wel heel enthousiast.

 

Er is duidelijk een verschil tussen generaties in de manier waarop ze de stof tot zich nemen. Generaliserend kun je zeggen dat jongere advocaten tijdens de colleges vaker reageren op wat de docent zegt en graag de discussie aangaan. Een paar uur luisteren naar een expert over de laatste ontwikkelingen in een rechtsgebied heeft niet hun voorkeur. Daar is op zichzelf niet zo veel mis mee, maar het is voor de docenten niet altijd makkelijk. Ze worden vaak onderbroken en moeten de lijn van hun betoog niet uit het oog verliezen. Onze docenten zijn topjuristen die gewoon in de praktijk werkzaam zijn. Ze moeten niet alleen vakinhoudelijk, maar ook didactisch sterk zijn. Indien gewenst bieden we ze daarvoor een training aan. Ze ervaren het lesgeven als zeer stimulerend. “Ik leer er zelf ook zo veel van,” zeggen ze vaak.

 

Hoewel er geen specifieke vraag uit de markt is naar e-learning, zou met name de internetgeneratie weleens de behoefte kunnen hebben om een cursus overal en op elk moment te kunnen volgen. We hebben al een aantal experimenten achter de rug, die succesvol zijn verlopen. Via een inlogcode kunnen cursisten gefilmde colleges op hun computer volgen. Komend najaar gaan de eerste pilots van start. Ik zie zeker kansen voor deze onderwijsmethode, maar dan wel vooral in de vakken met een wat meer technisch karakter. Voor een intervisiecursus is het natuurlijk totaal ongeschikt. We gaan het zeker niet massaal invoeren.’

 

Onze afnemers zijn kritischer geworden. Dat is een goede zaak. We vragen ons bij elke cursus af: wat heeft de cursist hier concreet aan? Wat kun je na afloop beter? Dat verhindert niet dat we ook “zachtere” vakken als socratische gespreksmethoden aanbieden. Die zijn net zo goed nuttig. Maar je moet het belang er wel van uitleggen. We evalueren ook elke cursus, want we willen topkwaliteit bieden.

 

We spelen in ons aanbod zo veel mogelijk in op nieuwe ontwikkelingen. Een voorbeeld is de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade, waarover we een zeer goed ontvangen congres hebben georganiseerd. Andere terreinen waarop we ons profileren zijn migratierecht, strafrechtelijk bewijsrecht en ondernemingsrecht. Maar we hebben een zeer breed arsenaal aan opleidingen, in de Beroepsopleiding, de Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO) en de Permanente Opleiding. De VSO-cursussen worden trouwens niet alleen gevolgd door advocaten in opleiding, maar ook door advocaten die het de moeite waard vinden om een stevige module arbeidsrecht of ondernemingsrecht te volgen. We gaan vanuit de VU ook graag verder met het mede ontwikkelen van de nieuwe Stagiaire Opleiding.

 

Onze leergangen zijn cursussen van soms wel veertig dagdelen lang, bedoeld voor juristen die zich een specifiek terrein helemaal eigen willen maken en specialist willen worden. We werken hierin nauw samen met de afdelingen van onze Juridische Faculteit. Ons specialisme ligt in het grensgebied van publiek- en privaatrecht. Pensioenrecht is daar een voorbeeld van, maar ook aanbestedingsrecht en sportrecht. Onderwerpen met zowel een publiek- als een privaatrechtelijk aspect. In de leergangen behandelen we de nieuwste inzichten, wetgeving en jurisprudentie. Voor de leergangen is er grote interesse, er zijn veel advocaten en juristen die specialisatie zoeken.

 

Met e-learning zijn we nog niet zo bezig. We volgen de ontwikkelingen wel, maar hebben nog geen plannen om het zelf in te voeren. We concentreren ons vooral op de echte contacten tussen cursisten en docenten en tussen cursisten onderling. We kijken wel, samen met de Orde, naar mogelijkheden om voor andere werkzaamheden, zoals huiswerkopdrachten of examens, PO-punten te kunnen geven.’

 

Wij zien onder advocaten een sterk groeiende interesse in vraagstukken die betrekking hebben op het ondernemerschap. De advocatuur opereert in een steeds meer concurrerende en ondernemende markt en dus doe je er als partner goed aan je te verdiepen in de visie en de strategie van je kantoor, in de vraag hoe je talentvolle mensen aantrekt en behoudt en hoe je de financiën van je kantoor op orde houdt. Wij voorzien in die behoefte  met bedrijfskundige modules van twee dagen, verzorgd door ervaren juristen uit de praktijk en de Nijmegen School of Management. De modules zijn uniek in Nederland, omdat ze zich als enige bedrijfskundige cursus specifiek richten op de advocatuur en het notariaat.

 

Het VSO-aanbod van het CPO blijft qua inhoud in grote lijnen gelijk. Stagiaires staan aan het begin van hun loopbaan en zij hebben behoefte aan een stevige basis voor hun praktijk. Cursussen op het terrein van het arbeidsrecht, beslag- en executierecht, insolventierecht en contractenrecht bijvoorbeeld zijn al jaren succesnummers. Daarnaast bieden we elk seizoen nieuwe cursussen aan op basis van actuele ontwikkelingen, zoals vastgoed en bouwrecht. Al onze cursussen en opleidingen worden gedoceerd door praktijkdeskundigen die kunnen bogen op veel beroepservaring en de stof daarnaast goed voor het voetlicht kunnen brengen omdat ze bijvoorbeeld universitaire ervaring hebben.

 

We starten deze zomer met een proef voor een nieuwe vorm van onderwijs: blended learning. Dat is een mix van contactonderwijs op locatie en onderwijs op afstand via internet. Neem als voorbeeld een module die over drie dagen verspreid is. De eerste twee dagen zitten de cursisten op een van onze locaties in het land. Na een maand komt de groep weer bij elkaar voor de laatste bijeenkomst. In de tussentijd kan de stof bezinken en krijgen de cursisten een opdracht of ze kunnen vragen stellen aan de docent. In die tussenfase maken we gebruik van e-learning middelen, die we toegankelijk maken via een inlogcode naar een speciaal daarvoor ingerichte digitale omgeving. We denken dat de combinatie van e-learning en contactonderwijs een goede toekomst heeft. Alleen maar van een beeldscherm leren, zal mensen uiteindelijk gaan vervelen. Juristen scherpen hun brein toch vooral in de interactie met anderen, denken wij, en die gaat bij onderwijs dat puur op afstand via internet plaatsvindt, grotendeels verloren.’

 

We zijn vooral groot in short track cursussen van een of twee dagen. Daar hebben we er om en nabij honderd van. We timmeren flink aan de weg en staan nu in de top drie van facultaire aanbieders, met ruim tweeduizend cursisten per jaar. De volgende stap is een forse uitbreiding van het aantal specialisatieopleidingen. Die hebben een duur van tussen de acht en tien dagen en worden afgesloten met een examen. We boden al sinds 2004 een door het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen (LRGD) geaccrediteerde specialisatieopleiding tot Gerechtelijk Deskundige aan. Daar is dit voorjaar een door de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) geaccrediteerde specialisatieopleiding arbeidsrecht bijgekomen, die vanwege voltekening dit najaar herhaald wordt. In het jaar 2011-2012 bouwen we het aanbod verder uit met opleidingen fiscaal recht, jeugdrecht, ondernemingsrecht en gerechtelijk deskundigen in strafzaken. Met name de laatstgenoemde opleiding is bijzonder. Samen met de Universiteit Maastricht zijn we de enige in het land die deze opleiding mag aanbieden.

 

We oriënteren ons ook in het buitenland. In Istanbul hebben we afgelopen voorjaar een verdiepingscursus letselschade georganiseerd. We bieden overigens niet alleen harde cognitieve cursussen aan. Voor de Permanente Opleiding hebben we ook modules zoals rechtsfilosofie, beroepsethiek en recht en literatuur.

 

De bijeenkomsten voor de specialisatieopleidingen zijn verspreid over tien bijeenkomsten die om de twee weken gehouden worden en in totaal vijftig uur in beslag nemen. De examinering vindt plaats door middel van een paper, die de cursisten in een mondeling examen verdedigen en toelichten. Het geheel wordt besloten met een mooie uitreiking. Anders dan in de Grotius-opleidingen zijn er geen tussentijdse tentamens. Wat is beter? Voor allebei valt wat te zeggen. Misschien gaan wij meer uit van de zelfstandigheid van de cursist.

 

Onze faculteit groeit uit zijn jasje. We zijn daarom blij dat we binnenkort onze intrek mogen nemen in de Leidse Sterrewacht. Dat is voortaan de vaste locatie voor onze short track cursussen en opleidingen. Daar bieden we echt iets meer dan sommige concurrenten die een zaal in een hotel huren. Je studeert daar in een schitterende omgeving, gelegen naast de Leidse Hortus Botanicus.

 

E-learning – het biedt zeker interessante mogelijkheden en we doen het als het iets toevoegt. Maar een opleiding is meer dan nieuwe stof tot je nemen. Het is ook: even een dag weg uit die kantooromgeving, nieuwe mensen leren kennen. Onderschat die kant ervan niet.’

 

Grotius heeft net zijn 25-jarig jubileum achter de rug. Je mag wel zeggen dat Grotius een A-merk is. Iedereen – en dat zijn lang niet alleen advocaten, maar bijvoorbeeld ook notarissen en bedrijfsjuristen – die een Grotius-opleiding succesvol heeft afgerond, zet hem boven aan zijn cv. Het betekent ook wel iets als je het diploma haalt, want in alle eerlijkheid: het is negen maanden keihard werken. Hoe briljant je ook bent, met op een zaterdagochtend even naar de huiswerkopgaven kijken, red je het niet. Daar staat tegenover dat je aan het einde van de zware opleiding een specialist bent in het vak dat je gevolgd hebt.

 

Grotius richt zich vooral op de commerciële rechtspraktijk. Vennootschapsrecht, onroerendgoedrecht, insolventierecht, effectenrecht, financiering en zekerheden, onderneming en aansprakelijkheid, fusie- en overnamerecht, dat zijn de kerngebieden. Toelating tot de opleiding is niet voor iedereen. Drie en soms vijf jaar ervaring in het betreffende rechtsgebied is een vereiste.

 

Wat Grotius typeert, is de sterke nadruk op de rechtspraktijk. De kennis moet bruikbaar zijn, dat vragen de cursisten. Termen als “verdieping” en “inzicht” zijn mooi, maar er moet wel invulling aan worden gegeven. Door de samenwerking tussen academie en praktijk vervult de Grotius Academie een brugfunctie tussen de juridische theorie en de praktijk.

 

De prijs voor een opleiding is 5.360 euro. En daar zit alles bij inbegrepen: hotelovernachting, studiemateriaal en lunches.’

 

 

Download artikel als PDF

Advertentie