Leren aan collega’s
Van Wapse tot Waldorf

Een driemansshow in Wapse, een snelcursus in een Amsterdams café of toch maar op safari? Steeds meer advocatenkantoren geven cursussen voor vakgenoten. Wel zo praktisch om kennis met collega’s te delen. Bijkomend voordeel: het levert ook financieel wat op.

 

Wapse, 30 maart jl. In stoeterij

’t Swaeneven voeren docenten Hans Anker, Wim Anker en Jan Boksem beurtelings een halfuur het woord. Tijdens de voordracht van Jan Boksem is regelmatig gehinnik te horen van een paard dat in de aangrenzende ruimte dressuurrondjes loopt. Het doet Wim Anker, die zijn spreektijd door de uitweidingen van collega Boksem tot een kwartier teruggebracht ziet, denken aan het televisiepro-gramma Rodeo (de voorloper van Idols uit de jaren zestig). In dat programma konden beginnende artiesten laten zien wat ze konden. Had de jury er genoeg van, dan begon er een paard te hinniken en moest de artiest stoppen. ‘Opmerkelijk,’ zegt Wim Anker. ‘Ik heb het paard tijdens de voordracht van mijn broer niet gehoord. Jan Boksem kende dit programma kennelijk niet en ging onverdroten voort.’
‘In mijn vrije tijd ben ik paardenfluisteraar,’ verweert Boksem zich. ‘Dat zal wel iets met zeden te maken hebben,’ oppert Hans Anker. Hilariteit alom, en Wim Anker maant de zaal tot stilte: ‘Jongens, stop. Het gaat wél om de professor.’
 Maar als Anker in zijn eigen betoog even later een iets langere stilte laat vallen, hinnikt het paard ineens wel héél erg luid. Anker wordt rood. De zaal ligt plat. Broer Hans kan alleen nog snikkend uitbrengen: De man is nergens meer.

Kennis bijhouden

 

De cursus Jeugdstrafrecht en Jeugdprocesrecht van Anker & Anker Opleidingen wordt gegeven in het kader van de Permanente Opleiding voor advocaten en levert vier punten op. Advocaten Hans en Wim Anker en Jan Boksem behandelen in vogelvlucht de ontwikkelingen op het gebied van het jeugdstrafrecht aan de hand van praktijkvoorbeelden en jurisprudentie. Zo blijken de criteria om bij jeugdigen tussen zestien en achtien jaar meerderjarigenstrafrecht toe te passen lang niet altijd statisch, en per rechtscollege anders te worden geïnterpreteerd – goed om te weten als je een zaak hebt buiten het eigen arrondissement. Ook wordt stilgestaan bij een recent preadvies van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) over de wenselijkheid van invoering van een apart adolescentenstrafrecht.

 

Volgens de Verordening op de Vakbekwaamheid zijn advocaten verplicht hun professionele kennis en kunde bij te houden door jaarlijks twintig opleidingspunten te halen. Ten minste de helft van de tijd moet worden besteed aan onderwijs over het rechtsgebied waarop de advocaat werkzaam is of wil zijn. Tot 2010 kon dat alleen door cursussen te volgen bij door de Orde erkende opleidingsinstellingen. Om erkend te worden moest een instelling ten minste twee jaar ervaring hebben met het verzorgen van onderwijs op (post)academisch niveau dat de praktijkuitoefening of de praktijk-voering ten goede komt. Ook diende er een sterke affiniteit te zijn met de advocatuur, moesten er deskundige docenten meewerken en moest het onderwijs regelmatig worden geëvalueerd. Die erkenningseis heeft de Orde overigens vorig jaar laten vallen: advocaten kunnen heel goed zelf bepalen of een cursus of opleiding aan de standaard voldoet.
 

De cursussen van Anker & Anker zijn immens populair – vrijwel elke cursus is binnen een week volgetekend en de waardering is consequent hoog. Advocaat Tine Rouwé uit Leeuwarden hoort tot de vaste gasten – ‘recidivisten’ worden ze ook wel genoemd – en volgt de cursussen van Anker & Anker al jaren. ‘Het zijn natuurlijk wel De Heren. Ze maken er wat sjeu van: ze stemmen het goed op elkaar af, breken af en toe bij elkaar in, en daardoor wordt het toch een levendig verhaal, waarbij je niet snel in slaap valt. Want als je ’s middags een cursus volgt, heb je ’s ochtends je werk al gedaan, en na de lunch heb je toch een beetje de neiging om weg te zakken. Laatst op Schiermonnikoog kon iemand toch de ogen niet openhouden. Dan komt er een vriendelijke opmerking: of de kennis zó diep is doorgedrongen dat meneer daarom zijn ogen moest sluiten?’
 

Dat er altijd veel valt te lachen bij De Heren is mooi. Maar daarnaast zijn de cursussen van Anker & Anker vooral ook zeer leerzaam, zegt Rouwé. ‘Wat het niveau van teksten en de inhoud betreft, zou hun cursus niet misstaan op de universiteit. Maar bij de cursussen die universiteiten aanbieden, krijg je vaak alleen maar een jurisprudentieoverzicht. Daar mis je soms dat mensen gewoon ook voor de rechter staan, en met allerlei problemen zitten. Bij de Ankers komt er heel veel praktijkkennis bij – de heren staan alle drie vrijwel dagelijks in de rechtszaal.’
 

Die praktijkkennis kan van alles zijn: bijvoorbeeld een advies over welke rechtbank of welk gerechtshof genegen is om een bepaald verweer aan te horen. Maar ook de wisselwerking tussen zaal en docenten is bijzonder nuttig. Zo blijkt mr. X, wiens zaak bij de Leeuwarder Raad van Discipline in de cursusreader is opgenomen, in de zaal te zitten, en kan hij duidelijkheid verschaffen over wat er vooraf ging aan de klacht.

 

Locatie, locatie, locatie

 

Ook de tweewekelijkse cursussen van Walter Römelingh van Haagrecht Advocaten uit Den Haag worden goed bezocht. De locatie is, toegegeven, minder spectaculair: het entresol van Café Lusthof in de Amsterdamse Van Baerlestraat. In plaats van een hinnikend paard is op de achtergrond het aanzwellend geluid van een groep dagjesmensen te horen die in het café beneden duidelijk iets te vieren hebben. Römelingh moet zienderogen zijn best doen om boven het rumoer uit te komen. Daar staat tegenover dat zijn cursus gaat over diefstal, het meest voorkomende misdrijf volgens het CBS, maar zelden uitgebreid belicht. ‘Zeker de helft van de zaken die ik doe gaan over diefstal. Maar hoewel ik al vijftien jaar advocaat ben, had ik me er nog nooit echt in verdiept. Je draait dus heel veel zaken, maar eigenlijk weet je er te weinig van.’ Veel literatuur over het onderwerp bleek er ook al niet te zijn: ‘Des te meer reden om de literatuur die er wél is, op een rijtje te zetten.’ De twintig advocaten die de cursus volgen, kennen de methodiek van Römelingh: een razendsnelle rondgang door onbekend terrein. De cursus duurt twee uur, en wordt gegeven in het file-uurtje. ‘Als je een drukke praktijk draait als de mijne is dit een heel prettige manier om snel je punten te halen,’ aldus Astrid Ubbergen, advocaat bij Spuistraat 10 Advocaten uit Amsterdam.

 

Wie Amsterdam, Den Haag, of het Drentse Wapse niet ver genoeg vindt, kan terecht bij het kantoor Nauta & Lucas uit Lelystad. Dit kantoor organiseert sinds 2007 meerdaagse studiereizen naar bestemmingen als New York, Boedapest, Brazilië of Bali. ‘Door met je neus over de grens te kijken, verandert ook de blik op de eigen samenleving,’ meent advocaat Els Lucas. ‘Zeker Nederlanders koesteren nogal eens het idee dat ze de waarheid in pacht hebben – maar op andere plekken op aarde doen ze dingen misschien anders, maar niet per se verkeerd.’
Zo blijken Brazilianen even trots op hun rechtssysteem als op hun nationale voetbalelftal, en staat de rechtszaal altijd open. ‘Je kunt zo doorlopen, en gek genoeg straalt dat een enorm gezag uit,’ zegt Lucas.
In New York bezocht het reisgezelschap een rechtbank, in dit geval het night court, dat zittingen houdt tot één uur ’s nachts. ‘De Miranda rules uit 1966 waren onderdeel van het lesprogramma. Het zinnetje “You have the right to remain silent, and everything you say can and will be used against you” dat we allemaal kennen uit de politieseries, refereert daaraan. De volgende ochtend op de stoep voor het Waldorf Astoria Hotel ontspon zich een gesprekje met de portier daarover. Die man bleek precies te weten wat de Miranda rule was. Terwijl je hier als piketadvocaat nogal eens moet praten als Brugman, om mensen ervan te overtuigen dat ze niet verplicht zijn om iets te zeggen. Ook mooi om te zien is hoezeer men hecht aan het belang om de verdachte meteen bij de rechter te krijgen, en niet zoals hier pas na drie keer 24 uur.’
De lesstof van de cursussen van Nauta & Lucas sluit dus nauw aan op de werkelijkheid, althans, in dit geval. In oorden als het Alila Manggis Resort op Bali of Bergendal in Suriname draait het vooral om de combinatie van studie en ontspanning. ‘We proberen altijd in de mooiste en duurste hotels te zitten,’ vertelt Bernard Vroklage, echt- en kantoorgenoot van Lucas. Vroklage (driedaags baardje, zijden sjaaltje) besteedt veel tijd aan de scrupuleuze voorbereiding van de reizen; hij ontwikkelde zich de laatste jaren tot een gewiekst reisleider. Vanuit het glasbetonnen kantoorpand in Lelystad regelt hij vervoer, verblijf, maar ook toeristische excursies en zelfs de samenstelling van de maaltijden – het scheelt de helft in de kosten. Enorme voorpret heeft hij met het bedenken van de goodie bag die de cursisten krijgen. Hij heeft de tas met opschrift Law on the road, met daarin een knalrood zaklampje voor de najaarscursus in het Southern Palm Beach Resort in Kenia, net binnen – de nacht kan rond de evenaar snel vallen.

 

Kosten aftrekbaar

 

Onderwijskundig is de combinatie ‘reis en studie’ bijzonder vruchtbaar, zegt Fons Stollenwerck, buitengewoon hoogleraar Estate Planning aan de Vrije Universiteit en raadsheer bij het Gerechtshof Den Haag. Begin april gaf hij de cursus Huwelijksvermogensrecht aan cursisten van Nauta & Lucas in Boedapest. Het was zijn eerste reis met het kantoor, en het is hem goed bevallen. ‘De cursus duurde zeven uur per dag. Je spreekt een aantal mensen zeer intensief, een paar dagen lang, en docenten zijn continu beschikbaar. Heel anders dan wanneer je lesgeeft in een zaaltje en aan het eind van de dag weer vertrekt. Het feit dat je in den vreemde zit bevordert dat je dieper met elkaar in gesprek treedt.’
Stollenwerck en zijn collega-docenten krijgen naast de reis- en verblijfskosten voor zichzelf en eventueel hun partner geen vergoeding. Cursisten betalen 1.599 euro voor een driedaagse cursus, en ruim 3.000 voor een langere reis, afhankelijk van de bestemming. Maar de kosten van de cursus zijn aftrekbaar, zegt Vroklage. ‘Wij doen het in elk geval wel. Het zijn gewoon opleidingskosten, en we zijn erkend.’

 

Römelingh rekent 119 euro voor een cursus van twee uur en een bescheiden borrel. De cursussen van Anker & Anker duren vier uur en kosten 475 euro – dat is inclusief lesmateriaal en uitgebreide catering met suikerbrood, hapjes en een borrel na.
Geen van de kantoren organiseert cursussen om er rijk van te worden. Nauta & Lucas doen het naar eigen zeggen vooral voor het plezier. Vroklage: ‘Het is een uit de hand gelopen hobby.’ En wat ze overhouden, gaat naar een goed doel: een stichting in de sloppenwijken in Brazilië, of de Roosevelt Stichting in New York. Ook Römelingh ziet het vooral als een aardig zakcentje – zij het een zakcentje van 30.000 à 40.000 euro per jaar.
Maar voor Anker & Anker Advocaten is de opleidingentak, financiëel bezien, wel ‘de kurk waar het kantoor op drijft’. ‘Wij kunnen het sociale gezicht van ons kantoor behouden doordat we die cursussen geven,’ zegt Jan Boksem. ‘Het genereert inkomsten, waardoor het mogelijk blijft om de zwaardere zaken op toevoeging te doen. Deden we dat niet, dan zou het heel lastig zijn om de manier waarop wij praktijk voeren, vol te houden. Wij maken nu eenmaal geen selectie naar inkomen en vermogen, we kijken hooguit of wij ruimte hebben voor een zaak.’ Hoewel de cursussen primair bedoeld zijn om actuele en praktische informatie over te dragen, gaat het daar niet alleen om, zegt Boksem. ‘We dragen ons enthousiasme voor de strafrechtpraktijk graag uit, en onze betrokkenheid bij onze cliënten ook. Zodat mensen na afloop denken: ik heb er weer zin in, ik zie allerlei nieuwe mogelijkheden.’

Download artikel als PDF

Advertentie