Volgens Kortmann moet er meer eenheid komen in de ‘bonte stoet’ studenten die de universiteitspoorten jaarlijks verlaat, zegt de commissie-Kortmann. Hoe kijkt commissielid en decaan van de rechtenfaculteit van de UvA, Edgar du Perron, hier tegenaan: ‘We moeten geen eenheidsworst creëren.’

It’s about civil law, stupid. Zo zou je een belangrijke aanbeveling van de commissie Kortmann, met een knipoog naar het bekende Amerikaanse gezegde over het winnen van verkiezingen, kunnen samenvatten. Het privaatrecht is het hart van de advocatuur. En aan de basiskennis van het privaatrecht schort het bij pas afgestudeerden nogal eens, zegt Kortmann.
‘Waaraan je bij basiskennis moet denken?’ vraagt Edgar du Perron, een opgewekte, wat studentikoze man. ‘Bijvoorbeeld aan het verschil tussen nietigheid en vernietigbaarheid. Echt fundamentele zaken. Voor de goede orde, de commissie zegt niet dat het aan die kennis over de volle breedte schort, maar als u mij vraagt waarop Kortmann doelt, dan denk ik aan dat soort zaken.’ Om er met een veelbetekenende blik aan toe te voegen: ‘Kortmann heeft het over gebrek aan kennis. Maar ik denk dat het eigenlijk om het gebrek aan niveau gaat.’

Legt u eens uit, wat is het verschil?
‘Kennis kun je verwerven. Met niveau bedoel ik analytisch vermogen, schrijfvaardigheid en de snelheid waarmee je je dingen eigen maakt. Er zitten reusachtige kwaliteitsverschillen tussen de afgestudeerden. Van mensen die binnen de kortste tijd met hoge cijfers en zware pakketten afstuderen tot studenten die na jaren blokken met zesjes afzwaaien. Dat is ook helemaal niet erg. De maatschappij heeft behoefte aan allerlei soorten juristen, ook aan juristen voor eenvoudig werk.’
‘Een goede student met een master internationaal recht en met basiskennis van het privaatrecht wordt zonder problemen aangenomen bij een groot advocatenkantoor. Als ik daarover met partners van grote kantoren spreek, zeggen die: die achterstand halen de studenten die wij willen hebben zo in. Die kantoren hebben geen last van afgestudeerden die geen master met veel privaatrecht hebben gedaan. Ze hebben vrij toegang tot de cijferlijsten en de gevolgde programma’s van kandidaten. En niemand dwingt ze om zesjesstudenten aan te nemen.’

Wat is dan precies het probleem?
Hij pauzeert even. ‘Je kunt dit beter niet opschrijven, maar het gaat natuurlijk vooral om de slechte advocaten die slechte stagiaires aannemen.’

Laten we dat nou eens wel opschrijven.
‘Oké. De verscherping van het civiel effect die we voorstellen is natuurlijk vooral voor die groep minder goede studenten bedoeld. Vooral zij hebben belang bij voldoende basiskennis, omdat ze die later niet zo snel meer kunnen opdoen.’
‘Een ander punt is dat de universiteiten, met hun gespecialiseerde masterprogramma’s, aansluiten bij de tendens tot specialisatie. Het recht is te gecompliceerd geworden voor generalisten. De advocatuur heeft er, net als het notariaat trouwens, moeite mee dat te erkennen. Een gevolg daarvan is dat het voor niet-ingewijde rechtszoekenden lastig is de goede advocaat voor hun type probleem te vinden. Het onderscheiden van de goede van de slechte advocaten is voor niet-ingewijden trouwens in het algemeen een probleem.’

U heeft het over slechte advocaten. Het imago van het beroep is er inderdaad niet op vooruitgegaan de laatste jaren.
‘Van vrijwel alle beroepen is het imago gedaald. Het aantal advocaten is enorm gestegen en het aantal klachten over de onderkant van de beroepsgroep ook. Dat is zo.’

Dan is de remedie eenvoudig. Verzwaar het curriculum, selecteer aan de poort.
‘Mochten we dat allemaal maar! Maar de verduidelijking van de eisen voor het civiel effect is een goed idee. Daar schuilt ook een gevaar in. Omdat meer verplichte aandacht voor, bijvoorbeeld, het nationale privaatrecht ten koste zal gaan van iets anders, ligt het risico op de loer dat we een eenheidsworst creëren. Om de “zesjesstudenten” voldoende basiskennis te verschaffen, zouden we de vrijheid van die slimme student internationaal recht inperken. Die kan dan niet meer dat interessante vak volgen of die buitenlandse stage. Of hij zou geen toegang meer krijgen tot de advocatuur.’

De kwaliteit in de breedte mag dus niet ten koste gaan van de vrijheid van de toppers.
‘Precies. Het is aan ons allemaal om in dat instrumentarium de goede balans in te vinden. Dat is de kernzaak voor mij: hoe verhogen we het gemiddelde niveau en behouden we tegelijk de diversiteit?’

U spreekt beurtelings van het verscherpen en van het verduidelijken van het civiel effect. Is het nu te vaag of te laag?
‘Beide. Het niveau kan te laag zijn omdat het civiel effect nu te vaag omschreven is. Ik verwacht trouwens dat ook nu faculteiten zullen zeggen dat het kennisniveau al “grondig” is, zoals de omschrijving in het advies van de commissie Kortmann is.’

Dat wordt dus een semantische discussie.
‘Daar zullen we wel uitkomen in een dialoog. De universiteiten zullen samen met de advocatuur en de rechterlijke macht tot een oplossing komen, op basis van het rapport van de visitatiecommissie, dat volgend jaar zomer uitkomt. Formeel kan de Orde de faculteiten niet voorschrijven welke leerstof er in de studie moet worden opgenomen, dat is waar. Maar ze kan wel de eisen voor het civiel effect laten verhogen. Bovendien luisteren de faculteiten graag naar wensen van de advocatuur en de rechterlijke macht. Informeel is het verbeterproces allang aan de gang. Wij zijn op de UvA, los van de visitatiecommissie, al aan het bekijken hoe we het privaatrechtelijke deel in de bachelor kunnen verzwaren zonder afbreuk te doen aan de diversiteit in de opleiding. Het rapport Kortmann is een belangrijke bijdrage in het streven naar kwaliteitsverbetering van de opleidingen, zowel op de universiteiten als in de advocatuur.’

Nog inspiratie voor een mooie samenvatting?
‘Er zijn altijd twee scholen in het juridisch onderwijs. De school die zegt dat je de laatste tien arresten uit je hoofd moet kennen en de school die hamert op de basisbeginselen. De tweede school heeft hier duidelijk een slag gewonnen. Je leidt juristen immers op voor het leven.’

Arnoud Veilbrief, journalist

Advertentie