De Raad van State heeft, evenals andere adviseurs, negatief geadviseerd over het regeringsplan voor toezicht op de advocatuur, maar staatssecretaris Teeven blijft erbij.1 Tot zover geen nieuws.
Minder bekend is dat de regering ook vasthoudt aan het plan om klachten direct bij de tuchtrechter te laten indienen en het vooronderzoek bij de deken te schrappen. En dat tegen het advies in van de tuchtrechters zelf, zo constateert de Raad van State. Nu wordt ongeveer de helft van de klachten door de deken in der minne opgelost. De tuchtrechters achtten dat waardevol en meenden ook dat rechtstreekse toegang tot de tuchtrechtspraak hun rol zal bemoeilijken en het gehele tuchtrecht onnodig duur zal maken. De Raad van State acht het ‘uiterst wenselijk’ dat de deken vooraf – dus niet pas na terugverwijzing door de tuchtrechter – blijft bemiddelen. De regeringsadviseur vraagt zich af wat de klager opschiet met het regeringsvoorstel, aangezien de deken ook nu al elke klacht – na onderzoek – moet doorsturen naar de raad van discipline als de klager dat wenst.
De regering blijft echter bij haar plan. Het argument is dat het de scheiding tussen tuchtrecht en toezicht zuiverder zou maken, hetgeen bovendien tot een proactiever toezicht zou leiden. De tuchtrechters attendeerden er in hun advies op dat die scheiding al bestaat: de deken doet het toezicht, de tuchtrechter de tuchtrechtspraak. Verschillende adviseurs wezen er voorts op dat klachten een waardevolle informatiebron voor het toezicht vormen en dat het opdrogen van die bron proactiever toezicht door de deken juist zal bemoeilijken. Het nader verslag van de Tweede Kamer wordt na 6 december verwacht.
Voetnoot
1 Tweede nota van wijziging, 23 juli 2012 bij wetsvoorstel 32 382 tot aanpassing van de Advocatenwet etc. (‘Van Wijmen’), nu met nieuwe citeertitel: ‘Wet positie en toezicht advocatuur.’ Advies Raad van Stateen nader rapport zijn gepubliceerd in Staatscourant,1 augustus 2012; zie ook Advocatenblad 2012, nr. 14.