Nederlandse wintersporters hebben in het buitenland de reputatie slecht, te snel en onvoorzichtig te skiën. Onlangs heeft het Gerechtshof Leeuwarden1 deze handelwijze zelfs geaccepteerd: onderlinge zorgvuldigheid bij skiën hoeft ‘de Nederlander’ ‘niet zo nauw’ te nemen. Een vals signaal en een duidelijk verschil met het recht in de Alpenlanden.

 

De feiten

Twee broers en een neef gaan samen op skivakantie in Frankrijk. Bij één van de gezamenlijke afdalingen ging het mis. Broer D. ( gedaagde) moest uitwijken voor een kind dat op één ski zijn pad kruiste en raakte daarbij zijn voor hem skiënde broer O. (eiser) waardoor deze letsel opliep. Broer O. claimt schade van (de verzekeraar van) broer D. en stelt dat D. onzorgvuldig heeft gehandeld door schending van de FIS-regels.1

 

Opmerkingen

Bij de behandeling van de zaak is een aantal kanttekeningen te plaatsen. Voor schending van verschillende FIS-regels wordt broer O. door de rechtbank opgedragen te bewijzen dat D. op een afstand van één tot twee meter (schuin) achter hem aan heeft geskied. Een verkeerde beslissing: niet de onderlinge afstand is relevant maar het feit dat broer O. van achter is geraakt.2 De afstand zou alleen bij een eigen schuldverweer van broer D. kunnen spelen waarbij dan alle omstandigheden zoals verkeersdrukte, vaardigheid, sneeuw- en weersomstandigheden en onderlinge afspraken meespelen. In beroep neemt het hof tussen de groepsleden een sport-en spel situatie aan, stelt dat er buiten groepsverband geen sprake is van een sportsituatie en beslist dat een hogere mate van onzorgvuldig handelen voor het aannemen van aansprakelijkheid noodzakelijk is.

     Het hof vergeet dat er al sprake was van een sportsituatie en dat de FIS-regels juist voor de sportsituatie – en dus bij een verhoogde zorgvuldigheidsmaatstaf – gelden. Om nu binnen deze skisport een aparte, alleen tussen Nederlandse ingezetenen uitgeoefende sport- en spelvorm met grotere geaccepteerde risico’s aan te nemen, is wel erg avontuurlijk. Bovendien wordt daarbij het lokale recht3 niet in acht genomen. Waarbij bij andere sporten lichaamscontact all in the game is, moet dit bij de skisport juist vermeden worden. Slechts een val door een skitechnische fout kan onder omstandigheden, omdat dit nu eenmaal inherent is aan het skiën, als disculpatiegrond dienen.

     Moet de hofredenatie misschien in het kader van mijn opmerking over de slechte reputatie van de Nederlandse skiër gezien worden en ziet het hof daarom een extra risico wanneer Nederlanders in groepsverband skiënd elkaar vrijwillig in gevaar brengen? De groep skiede met ongeveer gelijke snelheid rechtuit naar beneden. Broer D. verklaarde uit te moeten wijken voor een kind op één ski. Broer D. heeft zijn controle door het te laat opmerken van deze toch opvallende verschijning verloren en heeft niet op zicht en te snel geskied. Door te snel skiën, kijken skiërs voornamelijk op de skipunten en verliezen het overzicht – de oorzaak van het ongeval en schending van de FIS-gedragsregels dus.

Art. 17 van de Rome II Verordening op basis waarvan de gedragsregels in Frankrijk voor de beoordeling van de aansprake-lijkheid maatgevend zijn, is in casu niet toegepast. Mogelijk zijn de FIS-regels zelfs in de Franse gemeenteverordening aldaar geïncorporeerd en geschonden.

     De procedure had ook in Frankrijk aanhangig gemaakt kunnen worden, wat gezien de ervaring van lokale rechters4 verstandig geweest zou zijn. In de Alpenlanden wordt bij een dergelijke procedure dan al snel van een skitechnisch deskundige en descente gebruikgemaakt. Een goede beoordeling, alleen op basis van getuigenverklaringen, is in het skirecht onmogelijk door variabelen als omgeving, sneeuwconditie, weer, skivaardigheid et cetera.

 

Aanbeveling

Beide rechtsinstanties bleken, logisch, weinig ervaring te hebben met het skirecht waardoor de procedure-uitkomst weinig voorspelbaar wordt. Alvorens een skirechtprocedure te starten, zou het daarom aan te bevelen zijn feitencomplex en lokale regels vooraf uitgebreider te onderzoeken en pas daarna, eventueel pas na het opmaken van een deskundigenrapport te kiezen voor een Nederlandse procedure waarbij de rechter tot een ‘vreemde’ uitspraak kan worden gebracht.

 

Tekst: Hof Leeuwarden 26 juni 2012, LJN: BW9768.
Auteur: Stephan Wijnkamp,Advocaat in Imst Tirol, Oostenrijk en gespecialiseerde in ski-en bergsportrecht.

 

Voetnoten

1 Gedragsregels opgesteld door de Fédération Internationale de Ski ter voorkoming van ongevallen op de skipiste bij het beoefenen van de skisport. Deze zijn een nadere uitwerking van het begrip ‘onzorgvuldigheid’.
2
Schending van FIS regel 1 tot en met 4.
3
EU Verordening 864/2007 Rome II art. 17.
4 In Innsbruck is er zelfs een aparte afdeling voor skierechtszaken.

Download artikel als PDF

Advertentie