Aan het standaard opnemen van telefoongesprekken tussen gedetineerden en advocaten moet een einde komen.
Dat heeft de beroepscommissie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdrecht (RSJ) in een uitspraak van 29 oktober bepaald. Wat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gaat doen om deze uitspraak na te leven, is echter nog niet bekend.
Telefoons waar gevangenen mee kunnen bellen in gevangenissen en huizen van bewaring, zijn aangesloten op een systeem van het bedrijf Telio en gesprekken worden automatisch opgenomen. Op die manier kan de directie van een penitentiaire inrichting controleren met wie een gevangene belt. Als er aanleiding voor is, kan het gesprek worden uitgeluisterd. Volgens de recente uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ is deze gang van zaken verboden.
De uitspraak stelt de directie van een gevangenis verplicht een afweging te maken of opnemen noodzakelijk is. Dat impliceert dat penitentiaire inrichtingen iets moeten organiseren waardoor gesprekken tot stand kunnen komen die niet kunnen worden afgeluisterd.
Persvoorlichter Jochgem van Opstal laat desgevraagd weten dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bezig is met een inventarisatie van de consequenties van het verbod op de standaard telefoonopnamen. Pas als de inventarisatie gemaakt is, kan hij opheldering geven over hetgeen DJI zal doen om aan de recente uitspraak gehoor te geven.
Om te voorkomen dat gesprekken tussen gevangenen en advocaten afgeluisterd kunnen worden, is de Nederlandse Orde van Advocaten bezig met het opzetten van een systeem voor nummerherkenning. Dat systeem staat los van de KLPD-nummerherkenning en is vrijwillig. Advocaten met gedetineerde cliënten kunnen volgens dat systeem in de toekomst de Orde vragen hun telefoonnummer door te geven aan DJI. Gesprekken vanuit de gevangenis naar dat nummer worden dan gefilterd en niet opgenomen.
Ondanks dat het niet duidelijk is hoe DJI de uitspraak gaat naleven, zet de Orde de werkzaamheden aan het opzetten van het systeem voor nummerherkenning voort. ‘Uiteindelijk zal er waarschijnlijk een vorm van nummerherkenning nodig zijn,’ aldus Jan Leliveld, bestuurslid van de Algemene Raad van de Orde.
Voorzitter van de Vereniging van Strafrechtadvocaten, Bart Nooitgedagt, stelt dat zolang het niet mogelijk is voor gevangenen om te telefoneren met hun advocaat zonder dat het gesprek wordt opgenomen, er sprake is van een stelselmatige schending van artikel 8 EVRM, de Penitentiaire beginselenwet en het vrij verkeer tussen advocaten en gedetineerde cliënten. ‘Wij gaan ervan uit dat de minister van Veiligheid en Justitie deze uitspraak uiterst serieus neemt en er voor zal zorgdragen dat daaraan per ommegaande uitvoering wordt gegeven.’
Tekst: Sabine Droogleever Fortuyn