De strafeisen van officieren van Justitie tegen verdachten die zich schuldig maken aan agressie en geweld jegens werknemers met een publieke taak, blijven achter bij de aangescherpte strafvorderingsrichtlijnen van het OM. Het OM laat uitzoeken waarom officieren geen strengere sancties vorderen in deze zaken.

Ambulancepersoneel, brandweerlieden, buschauffeurs, medewerkers van uitkeringsinstanties en politieagenten worden wel werknemers met een publieke taak genoemd. De strafvorderingsrichtlijnen van het OM schrijven sinds begin 2011 voor dat in geval van agressie of geweld jegens deze beroepsgroepen een driemaal zo zware strafeis wordt geformuleerd.

Uit een onderzoek in opdracht van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat officieren in dit soort zaken echter ‘beduidend lager’ eisen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Opstelten deze week dat hij naleving van de richtlijnen ‘belangrijk acht’. Hij laat de Kamer weten dat het OM inventariseert waarom officieren van de richtlijnen afwijken. Bovendien bekijkt ze of dit op grote schaal gebeurt.

Het onderzoek beperkte zich tot 94 zaken in vijf parketten waarin wordt geopperd dat de strafnormen uit de richtlijnen wellicht ’te veel uit de pas lopen met wat een officier zelf billijk vindt’. Mogelijk houden officieren op voorhand ook rekening met een lagere straf in het uiteindelijke vonnis. Het Landelijk Overleg van Voorzitters van Strafsectoren (LOVS) formuleert in haar oriëntatiepunten voor rechters ook mildere sancties dan de OM-richtlijnen, in geval van agressie of geweld tegen werknemers met een publieke taak.

Tekst: Maarten Bakker

Advertentie