Over een klein jaar start naar verwachting de nieuwe stagiaireopleiding. Maar maakt deze hervorming van de 34-jarige ‘oude’ beroepsopleiding de stagiaire ook gereed voor de ontwikkelingen van de advocatenpraktijk in de toekomst?
Per 1 september 2013 is het waarschijnlijk zover. Dan gaat de nieuwe stagiaireopleiding, de Beroepsopleiding Advocatuur (BA), van start. De Orde heeft het curriculum bekend-gemaakt. De inkoopprocedure voor het (doen) ontwikkelen, organiseren en verzorgen van het onderwijs en de examinering is inmiddels gesloten. Hiermee zet de lang verwachte hervorming een wezenlijke stap voorwaarts. Maar in hoeverre is deze nieuwe beroepsopleiding 2025-proof?
Om deze vraag te beantwoorden, volgt eerst een beschrijving van het curriculum van de BA; vervolgens gaan we in op wat de beginnende advocaat van de toekomst moet weten en kunnen. We sluiten af met een aantal aanbevelingen die ervoor zorgen dat aanstormende advocaten volledig toegerust hun weg naar 2025 kunnen (ver)volgen. Het zou toch zonde zijn als de lang verwachte hervorming meteen al door de ontwikkelingen in de advocatuur wordt ingehaald?
Curriculum BA
De BA behelst fundamentele veranderingen in de kosten voor de organisatie, de duur en – uiteraard – de inhoud van de opleiding. Over al deze onderwerpen is veel te zeggen, in dit artikel beperken we ons tot de inhoud: het curriculum. Daarover wordt in de offerteaanvraag Uitvoeringsorganisatie BA gezegd dat ‘het doel van de BA is de kwaliteit van de opleiding naar een hoger plan te tillen. Advocaten moeten beter uitgerust zijn op de toegenomen complexiteit van de praktijk. Rechtsgebieden zijn ingewikkelder en de cliënt vraagt meer. Primair betekent dat een betere aansluiting op de behoeften van de praktijk, secundair dat het academische niveau van de opleiding dat van de masterfase van de rechtenstudie overstijgt’.[1]
Stagiaires moeten straks kiezen uit de leerlijnen burgerlijk recht, bestuursrecht en strafrecht inclusief keuzevakken in een major- en een minorvariant met keuzevakken al dan niet vrij van leerlijn en het vak jaarrekeninglezen. Daarnaast krijgen ze gedurende de drie stagejaren les in vaardigheden – schriftelijke en communicatieve vaardigheden, presenteren, onderhandelen, en timemanagement – en in beroepsattitude en -ethiek. De Orde wil dat in elk geval alle cognitieve vakken afgesloten worden met een toets.
De kennis en kunde van de advocaat van de toekomst
Opvallend is dat niet de Algemene Raad van de Orde noch de commissie-Kortmann[2] een visie heeft op de ontwikkeling naar een bekwaam advocaat in het licht van de toekomst van de advocatenpraktijk.[3] Dit in tegenstelling tot andere organisaties zoals de Raad voor de Rechtspraak[4] en de Universiteit Utrecht. Hoewel – gelukkig – niemand de toekomst kan voorspellen, is er genoeg onderzoek beschikbaar over de wereldwijde ontwikkelingen en de mogelijke effecten hiervan. Volgens The Hague Institue for Global Justice (Hiil) bijvoorbeeld, zal het proces van globalisering de volgende twintig jaar traditionele ideeën over recht en bestuur in de 21ste eeuw aantasten en uitdagen, onder meer door digitalisering, groei van de populatie, klimaatverandering en schaarste aan bronnen.[5] Wat Hiil beschrijft, geldt ook voor de wereld van advocaten:[6] ook – juist? – de advocatuur beweegt, verandert en ontwikkelt zich voortdurend en steeds sneller. Het werk van de kennisprofessional wordt steeds complexer en hij/zij moet in staat zijn steeds meer variabelen en belangen af te wegen.[7]
Kennis en kunde
De waarde van een advocaat wordt meer en meer bepaald door de mate waarin deze het juridisch specialisme kan combineren met kennis van de context waarin een cliënt zich beweegt. De eigen competenties, vermogens en vaardigheden spelen hierbij een belangrijke rol. Steeds verdergaande kennisontwikkeling en -benutting zijn bepalende factoren voor het succes van kantoor. Het gaat niet meer alleen over het ‘weten’ (de kennis) maar juist ook over het ‘kunnen’ (de kunde)[8]. En omdat je voor het eerste (een linkerhersenhelftactiviteit) steeds vaker kunt terugvallen op technologie, is het ook voor advocaten noodzakelijk om juist de rechterhersenhelft te ontwikkelen zodat ze de technologie optimaal kunnen benutten. Het vermogen om zich steeds sneller en gemakkelijker vaardigheden[9] eigen te maken is daarbij cruciaal. De advocaat van de toekomst zal zijn rechterhersenhelft – die staat voor creativiteit, empathie en visualisatie – meer moeten gebruiken.
Ter illustratie: vorig jaar stelde de toonaangevende professor Stephen Mayson tijdens een debat in Londen dat de rechtenfaculteiten juristen niet opleiden tot ‘advocaten die doen wat de markt wil, wanneer de markt dat wil en tegen prijzen die de markt wil’. Zo beschouwd kan het geen verrassing zijn dat een bedrijf als Co-op Legal Services door zijn focus op de markt goede resultaten boekt en in nog geen vijf jaar tot een miljoenenbedrijf is uitgegroeid. Ofwel: nieuwe vaardigheden zoals kennisdelen en meer marktgericht denken zijn essentieel om de eerstvolgende jaren ongeschonden door te komen.
Meer aandacht voor de rechterhersenhelft
Bij het lezen van het curriculum lijkt het er meer op dat er een stap achteruit wordt gezet. Het wordt straks nog meer cognitie, nog meer studie en nog strengere examinering. Maar waar leidt dat toe als zoekmachines beter kunnen zoeken dan juristen? Of als andere marktpartijen een deel van het werk overnemen? Tijdens de BA en het verdere verloop van de loopbaan leert de advocaat heus wel zijn klassiekers van de ‘A naar B’-trajecten.
Onze zorg is dat het leren in de BA beperkt blijft tot de linkerhersenhelft, althans dat daar te veel nadruk komt te liggen en dat de ontwikkeling van in elk geval voor de toekomst belangrijke vaardigheden onvoldoende aandacht krijgt.
Wij pleiten daarom voor meer aandacht voor en ontwikkeling van de rechterhersenhelft, een pleidooi dat in het in opdracht van de OSR opgestelde rapport Advocaat van de toekomst opleiden wordt onderstreept. Een greep uit onze ideeën waar een 2025-proof advocaat op getraind moet worden: emphatische, zelfreflectieve, creatieve en probleemoplossende vaardigheden; leren om kennis te vinden en te delen; projectmanagement en leidinggevende vaardigheden, ook binnen een ‘virtueel’ team; leren geven en ontvangen van feedback; kennis van alle automatiseringsmaterie en bijkomende risico’s.
Het voorgaande betekent dat de traditionele en overwegende leervorm van de BA, te weten informatieoverdracht (een linkerhersenhelftactiviteit), onvoldoende is om het leerproces naar de vakbekwaamheid voor de toekomst werkelijk te borgen. Meer variatie in leervormen in de BA is noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan werkplekleren, een vorm waarmee een direct verband wordt gelegd tussen het geleerde en de eigen praktijk. Een pleittraining aan de hand van het eigen pleidooi of het oefenen met het geven en ontvangen feedback met kantoorgenoten. Hiermee geef je meteen een belangrijke aanzet tot de toepassing van de aangeleerde vaardigheden in de dagelijkse praktijk.
Conclusie
Wij hopen dat de Orde en de partijen die hebben gereageerd op de mogelijkheid de uitvoeringsorganisatie van de BA te worden en de partijen die streven geaccrediteerd te worden voor één of meerdere leerlijnen onze aanbevelingen meenemen in de definitieve vormgeving van de BA.[10] Dat advocaten uitstekende juristen moeten zijn, staat buiten kijf. Daar kan het ons inziens echter niet bij blijven. Een 2025-proof advocaat moet veel meer moet kunnen. Daarom pleiten wij ervoor dat de BA meer rekening houdt met de toekomst van de advocatenpraktijk.
Carolijn Winnubst[11] en Christ’l Dullaert[12]
[1] Zie voor uitgebreide toelichting Bijlage B: www.advocatenorde.nl/7834/consumenten/offerteaanvraag-inkoopprocedure-uitvoeringsorganisatie-ba.html.
[2] De Commissie-Kortmann heeft met haar advies ‘Met recht Advocaat, Een nieuwe opleiding: de Stagiaire-opleiding’, de basis gelegd voor de BA.
[3] In de offerte voor de uitvoeringsorganisatie wordt een visie op de BA gevraagd.
[4] Zie www.rechtspraak.nl, onder ‘Visie op de rechtspraak.’
[5] Hill heeft in vier scenario’s ‘The Law of the Future’ verkend en beschreven, zie: www.hiil.org.
[6] Christ’l Dullaert, Yoga in je toga, SDU 2010, p.14.
[7] ‘Drie – Vormgeven aan organisatieontwikkeling,’ Ingelien Veldkamp en Manon Ruijters, 2012.
[8] Het organiseren van competentieontwikkeling, Paul Keursten, september 1998.
[9] T.a.p. Yoga in je toga, p. 63 De nieuwe advocaat is verslaafd aan LCD.
[10] Interessante ontwikkeling is dat de besturen van de Factulteiten der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht, de Universiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam besloten hebben zich niet in te schrijven voor de offerteaanvraag voor de Uitvoeringsorganisatie. Het was hen onmogelijk binnen de krappe termijn een goed onderwijsprogramma te garanderen, de organisatie goed in kaart te brengen en een realistische en haalbare exploitatie te ontwikkelen.
[11] Opleidingsmanager Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, advocaat en NMI-registermediator. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
[12] Directeur van Le Tableau B.V. en auteur van onder andere Yoga in je toga.