‘The only thing worse than being talked about,’ schreef Oscar Wilde, ‘is not being talked about.’ Met dat in het achterhoofd kan de advocatuur in haar handen knijpen. De aanhouding van een verdachte in de zaak Vaatstra, het voornemen van de Raad voor de rechtspraak om meer camera’s in de rechtszaal toe te staan en diverse passages uit het regeerakkoord zorgden voor een hausse aan media-aandacht voor strafpleiters en privacyadvocaten.
Of deze zich in Wilde’s woorden kunnen vinden, is de vraag. Terwijl het enthousiasme en de opluchting over het succesvolle verwantschapsonderzoek tot een maatschappelijke roep om een DNA-databank voor alle Nederlanders leidde, moesten advocaten tegengas geven door te wijzen op het gevaar van de uitgeholde onschuldpresumptie. De modegrill ‘meer transparantie’ moest getemperd worden door de mogelijk negatieve gevolgen voor de zaak en de verdachte te benoemen. En dat ook allerlei kabinetsplannen op het gebied van veiligheid niet zonder slag of stoot doorgevoerd kunnen worden, blijkt wel uit ons coververhaal. 
Maar het is in dit nummer niet louter strafrecht wat de klok slaat. Want ook voor de nieuwe stagiaire opleiding, de uitslagen van de Jonge Balie enquête en grensoverschrijdende zaken geldt, vrij naar Wilde, dat er maar één ding erger is dan besproken te worden.

Download artikel als PDF

Advertentie