L4L

De tweede zitting in de zaak tegen 46 Koerdisch-Turkse advocaten eindigde opnieuw in chaos. De rechtbank ging niet in op de eis van de verdachten en hun advocaten om Koerdisch te spreken, ook al ligt een wet die dat mogelijk maakt bij het Turkse parlement.
 
De zitting van 6 november vond plaats in de rechtszaal van een militair complex in Silivri, een stad ten westen van Istanboel. ‘Er hing een dreigende sfeer,’ zegt Adrie van de Streek, directeur van Lawyers for Lawyers en als procesmonitor aanwezig in de rechtszaal. ‘Tussen de verdachten en hun advocaten stond een kordon militairen, man aan man, die het contact tussen advocaten en verdachten blokkeerden. Dus als een advocaat iets tegen een cliënt wilde zeggen, moest die militair opzijschuiven.’

Collectieve hongerstaking
De verdachte advocaten worden beschuldigd van banden met de Vereniging van Koerdische Gemeenschappen (KCK), die door de Turkse overheid wordt gezien als de stedelijke tak van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, en hebben alle op enig moment contact gehad met PKK-leider Abdullah Öcalan.
De advocaten van de verdachten stelden drie eisen: het mogen voeren van hun verdediging in de Koerdische taal, onderwijs in het Koerdisch, en opheffing van het isolement van PKK-leider Öcalan. Om die laatste eis kracht bij te zetten waren advocaten in hongerstaking gegaan, net als naar schatting 1700 andere Koerden in Turkse gevangenissen. Op de dag van het proces sloten álle verdachte advocaten zich daarbij aan.
De PKK is berucht om de inzet van collectieve hongerstakingen van gevangenen. Van de Streek: ‘In de jaren negentig van de vorige eeuw vonden honderden Koerdische gevangenen op die manier de dood. Die traumatische ervaring was voelbaar in de rechtszaal, en bij de advocaten van de verdachten: het mag niet weer zo zijn als toen.’

Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak kwam de rechtbank – net als tijdens de eerste zitting in juli – niet toe, vertelt Van de Streek. Daarvoor lag de taalkwestie te gevoelig. ‘De verdachten wilden zich in het Koerdisch verdedigen, maar dat werd niet toegestaan. Hun advocaten drongen aan, want de minister van Justitie had een dag eerder een wetswijziging aangekondigd waarmee het gebruik van Koerdisch in de rechtszaal mogelijk zou worden. Waarom mag het dan nu niet alvast, wilden ze weten?’

Update: op 19 november beëindigden alle Koerdische gevangenen de hongerstaking na een oproep van Öcalan. De hongerstaking heeft 68 dagen geduurd.

Tatiana Scheltema

Download artikel als PDF

Advertentie