Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie laat onderzoeken of de procedure voor de wraking van rechters kan worden gewijzigd. Hij doet dit op verzoek van de Kamerleden Recourt (PvdA) en Oskam (CDA), beiden oud-rechters.
Volgens Oskam is er sprake van steeds meer ‘flauwekulwrakingverzoeken’ van advocaten. Ze zouden vooral bedoeld zijn om ‘zand in de machine’ te strooien. Oskam en Recourt stellen voor een wrakingverzoek door rechters van een andere arrondissement te laten beoordelen. Of het zou meegenomen kunnen worden in een hoger beroep. Als het gerechtshof een verzoek toewijst, dan kan ze de zaak weer terugverwijzen naar de rechtbank.
Kamerlid Recourt wil dat ook niet-rechters betrokken worden bij de beoordeling van een wrakingverzoek. Minister Opstelten beloofde afgelopen donderdag, tijdens het Kamerdebat over zijn begroting, dat de Raad voor de Rechtspraak gaat onderzoeken of wijziging van de wrakingprocedure mogelijk is.
Onschuldpresumptie
Staatssecretaris Teeven verdedigde het kabinetsplan om celstraffen meteen te executeren na een vonnis in eerste aanleg, ook al is er hoger beroep aangespannen. Teeven bestreed dat het plan in strijd is met het uitgangspunt dat verdachten onschuldig zijn zolang er geen definitieve uitspraak is. ‘Het is niet in strijd met geen enkele principe, ook niet met de onschuldpresumptie.’ Volgens hem is de ‘dadelijke uitvoerbaarheid’ van een vonnis in andere landen ook heel normaal.
Volgens Teeven is het risico dat onschuldigen door het kabinetsplan lang vast blijven zitten niet erg groot. Hij rekende de Kamer voor dat in slechts 2,25 procent van de beroepszaken een vrijspraak volgt na een eerdere veroordeling. De staatssecretaris zal er wel voor zorgen dat een gerechtshof een tenuitvoerlegging kan onderbreken als er hangende het hoger beroep aanwijzingen zijn dat de uiteindelijke celstraf lager uitpakt dan de straf van de rechtbank.
Tekst: Maarten Bakker