Sinds 1 juli 2012 kent Nederland een nieuw regime voor cassatiezaken en kan de Hoge Raad bepalen welke zaken er in behandeling worden genomen. Hoog tijd om eens de balans op te maken.

Advocaten, wetenschappers en studenten kwamen afgelopen dinsdag samen tijdens het symposium Civiele Cassatie in Leiden om de eerste ervaringen met de nieuwe opzet uit te wisselen; namens de Hoge Raad gaf vicepresident Ernst Numann acte de présence.

Onder het nieuwe regime kan iedere in Nederland op het tableau ingeschreven advocaat met stageverklaring en de EU-advocaat uit art. 16h Advocatenwet zich kwalificeren om als advocaat bij de HR ingeschreven te kunnen worden, mits is voldaan aan bepaalde vakbekwaamheids-, studie- en ervaringseisen. Daarnaast moet de cassatieadvocaat over een lange adem beschikken, zo maakte het verhaal van David de Knijff (Ekelmans & Meijer in Den Haag) duidelijk. ‘Je gaat als een parelvisser te werk want 90 tot 95 procent van de aangebrachte zaken wordt afgewezen. Dat is nogal demotiverend en daar moet je tegen kunnen. En het is geen groeimarkt, zeker niet als je op een kantoor werkt waar weinig cassatiezaken plaatsvinden.’

Desalniettemin zei vicepresident Numann dat ‘de Hoge Raad verheugd is dat de specialistische cassatiebalie er komt. Wij proberen goede verstaanders te zijn, als u op uw beurt probeert goede sprekers te zijn. Zo kunnen we samen komen tot een optimale rechtspleging.’

Het symposium was tevens bedoeld als startschot voor de nieuwe specialisatieopleiding die voorbereidt op het examen Civiele Cassatieadvocatuur dat de Universiteit Leiden vanaf maart volgend jaar aanbiedt, aldus hoogleraar Alex Castermans die tevens als dagvoorzitter optrad.

Tekst: Mark Maathuis

Advertentie