De herdertjes lagen bij nachte is misschien wel het bekendste Nederlandse kerstlied. Het werd in 1852 opgetekend door Joseph Alberdingk Thijm, de bedovergrootvader van auteursrechtspecialist Christiaan Alberdingk Thijm. ‘De huidige auteurswet stamt uit 1912,’ vertelt de medeoprichter van SOLV advocaten. ‘Dus hij is er niet rijk mee geworden.’

We kunnen er geen genoeg van krijgen: kerstliedjes. De radiostations beginnen met het draaien van de vrolijke jingles zo gauw Sinterklaas op zijn paard het land heeft verlaten. Jaar in jaar uit dezelfde hits en de tekstschrijver krijgt telkens opnieuw afgerekend. ‘Mariah Carrey heeft er een flinke boterham aan verdiend. Kerstliedjes zijn erg lucratief. Vandaar dat het een populair genre is,’ licht Alberdingk Thijm toe.

Bij het tot stand komen van een liedje zijn er zijn meerdere rechthebbende. Naast de schrijver, die telkens als het nummer wordt gedraaid, krijgt afgerekend, zijn er de componist, zanger en andere uitvoerende kunstenaars. Dat recht gaat automatisch in en hoeft niet contractueel vastgelegd te worden. Speciale rechtenorganisaties innen dat recht. Buma Stemra doet dat voor de tekstschrijver, Sena voor de producenten en artiesten en Norma voor de live-muzikanten. Op de uitvoering van een lied zitten weer naburige rechten voor de zanger en andere uitvoerende kunstenaars. De uitvoering kan van recenter data zijn en beschermd, terwijl het liedje (tekst en compositie) in het publieke domein zijn gevallen.

Wekelijks in het stadion
Auteursrecht geldt overigens tot 70 jaar na de dood, dus ook de familie kan behoorlijk profiteren van de hit van een voorvader. Alberdingk Thijm: ‘Mijn bedovergrootvader is echter in 1892 al overleden, dus ook al wordt zijn lied nog wekelijks door het Ajaxstadion gescandeerd, we krijgen er niks voor. Maar de eer is al heel wat hoor. Ik ben er trots op.’ 

Tekst: Annemarie van de Weert

Advertentie