Strafrechtadvocaten zullen vroeger en vaker in het strafproces worden ingeschakeld. Dat is het gevolg van nieuwe internationale en nationale wet- en regelgeving. In een advies beschrijft de commissie Innovatie Strafrechtadvocatuur hoe de advocatuur de nieuwe situatie zo goed mogelijk zou kunnen benaderen.
De extra vraag naar strafadvocaten ontstaat naar aanleiding van diverse ontwikkelingen. De Salduz-jurisprudentie heeft ertoe geleid dat minderjarigen er voorafgaand aan en tijdens het politieverhoor recht op hebben door een advocaat te worden bijgestaan. Op basis van het wetsvoorstel Rechtsbijstand en Politieverhoor zullen ook volwassenen recht op verhoorbijstand krijgen. In welke gevallen zij zich hierop kunnen beroepen, is echter nog niet duidelijk. De uitrol van de landelijke ZSM-aanpak, waarbij eenvoudige misdrijven zo snel mogelijk, het liefst door een (hulp) officier van Justitie op het politiebureau worden afgedaan, zullen de vraag naar rechtsbijstand verder opschroeven.
Om de capaciteit zo efficiënt mogelijk te kunnen inzetten, adviseert de commissie onder leiding van strafjurist Mischa Wladimiroff, de bijstand op te splitsen in een informatie- en behandelfase. Tijdens de informatiefase kan gebruik worden gemaakt van moderne communicatiemiddelen, zoals video verbindingen, zo adviseert de commissie. Daarnaast geeft de commissie ter overweging om onderdelen van de bijstand door advocaat-assistenten te laten uitvoeren.
Het rapport wordt voorgelegd aan de Adviescommissie Strafrecht van de Orde en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. Welke conclusies aan het rapport verbonden kunnen worden, beslist de Orde in maart 2013.