Particuliere forensische bureaus hebben de Tweede Kamer tijdens een hoorzitting begin deze maand gevraagd hen meer zekerheid te geven op opdrachten van politie en justitie.

Voor de inschakeling van particuliere bureaus had het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2009 een aparte subsidieregeling in het leven geroepen. Die bood politie en OM de mogelijkheid forensisch onderzoek uit te besteden bij de bureaus, buiten het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om. De bureaus vrezen een verlies aan opdrachten nu de regeling met ingang van het nieuwe jaar wordt stopgezet.

     Tijdens een hoorzitting in de Kamer op 6 december zeiden zij een minimale werkvoorraad nodig te hebben. Anders kunnen ze niet voldoen aan de kwaliteitseisen van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD). Voor inschrijving bij het NRGD is het immers nodig dat de medewerkers van de bureaus regelmatig onderzoek verrichten. De bureaus vrezen dat ze in de toekomst alleen nog in aanmerking kunnen komen voor contra-expertises.

     En dat zou onvoldoende zijn, zei Sebastiaan Huntjens van bureau TMFI uit Maastricht tijdens de hoorzitting. Peter de Knijff van het Forensisch laboratorium voor DNA-onderzoek klaagde dat er vanuit de advocatuur te weinig om contra-expertises wordt gevraagd. Selma Eikelenboom van bureau IFS vond dat een gedeelte van het budget voor het NFI maar beschikbaar gesteld moet worden aan de particuliere forensische bureaus. Politie en justitie kunnen nu deels gratis gebruik maken van de diensten van het NFI, dankzij een servicecontract van het ministerie met het instituut. De Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM) vond dat een gedeelte van het geld van V en J ‘geoormerkt’ zou moeten worden voor particuliere bureaus. Het NFI zelf meende dat er voldoende ruimte moet zijn voor andere bureaus. Eventueel zou het ministerie ook met hen servicecontracten kunnen afsluiten.   

 

‘De korte weg’ naar het NFI

Het OM gaf tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer toe dat de beëindiging van de subsidieregeling voor particulier bureaus ertoe kan leiden dat sommige forensische onderzoeken later of niet uitgevoerd worden. De onderzoeken in ernstige zaken zouden geen gevaar lopen. Naast de contra-expertises kunnen de particuliere bureaus in de toekomst nog onderzoek doen in zaken die specifieke deskundigheid vergen, aldus het OM.

     Voor de Raad voor de Rechtspraak was het belangrijk dat forensische onderzoeken snel afgehandeld worden. Omdat de medewerkers van het NFI meestal ingeschreven staan bij het NRGD, hoeven rechters tijdens zittingen geen tijdrovend onderzoek te doen naar hun deskundigheid. Daarom kiezen rechters als er behoefte is aan forensisch onderzoek toch vaak voor ‘de korte weg’ naar het NFI.

     Ook de nationale politie liet tijdens de hoorzitting doorschemeren dat ze in de toekomst vooral gebruik zal maken van de expertise van het NFI. Daarbij speelt een rol dat het NFI zijn doorlooptijden recentelijk sterk heeft verbeterd. In ‘een enkel geval’ zal de nationale politie nog wel budget hebben voor particuliere bureaus.    

     De bureaus maken zich ook zorgen over de oprichting van eigen laboratoria door de nationale politie. Daardoor dreigen ze nog meer werk kwijt te raken. Een woordvoerder van de politie reageerde tijdens de hoorzitting dat in de nieuwe ‘vooronderzoekruimten’ alleen maar gezocht wordt naar forensische sporen van het materiaal van het plaats delict. Vervolgens gaan die sporen voor de werkelijke analyse naar het NFI.

     Verschillende partijen vreesden tijdens de hoorzitting dat deze werkwijze het gevaar van vervuiling van bewijsmateriaal oplevert. Volgens Eikelenboom van IFS is er ook een risico dat door de voorselectie in de politielaboratoria forensische sporen helemaal verdwijnen. Kamerlid Ard van der Steur (VVD) vroeg of het toch niet beter is om bewijsmateriaal rechtstreeks naar het NFI of de andere bureaus te zenden. De politiewoordvoerder bezwoer hem echter dat er geen fouten gemaakt zullen worden in de ‘vooronderzoekruimten’.

 

Download artikel als PDF

Advertentie