Hij twijfelde er geen moment aan Robert M. te verdedigen.
En de duizenden haatmails en de druk van het Nederlandse publiek deerden Tjalling van der Goot als nuchtere Fries niet. Totdat Den Haag zich ging mengen in de zaak. ‘Dat de politiek zich zo heeft ingelaten, daar heb ik enorme moeite mee.’

 

Van der Goot heeft de Amsterdamse zedenzaak als inspannend en hectisch ervaren. ‘Wij [Van der Goot werkte in deze zaak samen met Wim Anker, red.] hebben nogal wat over ons heen gekregen. Dan is het belangrijk je rug recht te houden, anders valt de rechtsbijstand als een kaartenhuis in elkaar. Het land was te klein toen wij verweer voerden over de onrechtmatige doorzoekingen. Normaal kraait daar geen haan naar. Misschien druk ik me te groot uit, maar deze zaak laat precies zien wat de rol van advocaat moet zijn. Je volstrekt eenzijdig bezighouden met de belangen van je cliënt. Juist in deze zaak heb je toegevoegde waarde en moet je tegengas geven.’


Lichten aan

‘De detentiesituatie van Robert M. was precair, er was 24-uur cameratoezicht en de lichten bleven aan. Het is een enorme strijd geweest die omstandigheden te normaliseren,’ vertelt Van der Goot. ‘De gevangenisdirecteur kreeg instructies van hoger hand. De staatssecretaris had namelijk gezegd “hou continu toezicht.” Ik heb dertig klaagschriften opgesteld, de commissie van toezicht en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming  ingeschakeld om tot resultaat te komen. Dat de politiek zich zo heeft ingelaten in deze zaak, daar heb ik enorme moeite mee. En het heeft ons verrast dat, ondanks onze ruime ervaring, alles in deze zaak anders is. Denk aan de foto van Robert M. zonder balkje, zittingen achter gesloten deuren, ouders die in strijd met het recht spreekrecht krijgen en wetsvoorstellen die naar aanleiding van deze zaak zijn geponeerd. Waar je linksom denkt te gaan, ga je rechtsom.’

 

Beeld bijstellen

‘In strafzaken kom je gruwelijke en ellendige dingen tegen. Ik heb een filter ontwikkeld, anders kun je je vak niet doen. Ik kon niet de hele dag door materiaal van Robert M. lezen. Dat had ik wel heel sterk in deze zaak. In de ochtend 2 à 3 uurtjes en dan soms aan het eind van de middag nog.’

     Van der Goot probeerde het beeld van zijn cliënt bij te stellen. ‘Wij hebben gezien hoe hij werd afgeschilderd als het monster van Riga. Ik wil de feiten niet bagatelliseren, maar hij heeft een andere kant. Het is niet louter hel en verdoemenis. Hij heeft ook positieve punten. Maar het beeld kantelen konden we niet, ja in de marge.’


Glas water

Tijdens de zitting gooide Robert M. een glas water naar de rechter. ‘Het kwam voor mij als een verrassing. Ik zat ernaast, kon er niets meer aan doen. Hij had dit niet moeten doen en daar was hij het nadien ook mee eens. Toch snap ik wel een heftige, emotionele reactie. Hij deed het nadat de rechter aangaf dat zijn berouw niet oprecht was. Het voert te ver om hem als emotioneel type neer te zetten, maar hij herkende zich niet in wat er werd gezegd. Hij wilde uitleggen dat hij wel degelijk berouw voelt en meeleeft met de ouders en kinderen.’


Amsterdamse zedenzaak
In december 2010 werd de 27-jarige Robert M. aangehouden. Hij werd verdacht van seksueel misbruik met kinderen, zowel op kinderdagverblijven waar hij werkte alsmede op oppasadressen. Ook zou hij kinderporno hebben gemaakt en verspreid. M. heeft het misbruik van 87 kinderen bekend en werd in mei 2012 veroordeeld tot achttien jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor het seksueel misbruik van 67 kinderen. De rechters volgden het – volgens Van der Goot ‘gebrekkig en onvolledige’ – adviesrapport van het Pieter Baan Centrum, dat zonder de medewerkingmvan M. tot stand kwam. Het hoger beroep loopt en de inhoudelijke behandeling van de zaak vindt in maart volgend jaar plaats. Momenteel wordt M. op eigen verzoek onderzocht in de tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken. Die kliniek zou volgens hem, in tegenstelling tot het PBC, wel onafhankelijk zijn.

Download artikel als PDF

Advertentie