De Indiaanse Orde van Advocaten roept haar leden op de vijf van moord en verkrachting verdachte mannen niet bij te staan.

‘Ze hebben een vreselijke misdaad begaan en als een teken van respect voor het slachtoffer en als boodschap naar de samenleving dat we een veilige stad willen, gaan we dergelijke misdadigers niet verdedigen,’ aldus een lid van de Orde van Advocaten in India.

De felle reactie van de Orde van Advocaten in India is ontstaan na de groepsverkrachting van een vrouw in een bus in New Delhi die daaraan is overleden. Het verhaal is inmiddels wereldnieuws. In New Delhi is de rechtszaak tegen vijf verdachten inmiddels begonnen.

Ondertussen blijven rechtengroepen, advocaten en burgers in het hele land protesteren tegen het rechtssysteem in India. Met succes. Want de regering heeft inmiddels besloten het snelrecht toe te passen om vrouwenverkrachters te berechten. Een doorbraak voor het recht in India want voorheen werden aanvallen op vrouwen in het land genegeerd en slechts zelden kwam het tot een rechtszaak.
Of de daders na de oproep van de Orde een advocaat zullen vinden die hen bij wil staan, is dus nog maar de vraag. En daarmee wordt vervolgens weer een ander grondbeginsel van de wet geschonden.

Spraakmakende weigeringen
In Nederland kennen we dergelijke oproepen van de Orde niet. De advocaat is niet verplicht om een zaak te aanvaarden, tenzij hij ambtshalve met de verdediging is gelast. Een zaak mag wel geweigerd worden vanuit een rechtvaardigheidsprincipe.

Zo weigerde advocatenkantoor Anker en Anker in 2012 een verzoek van de familie van Jasper S. om de 45-jarige verdachte te verdedigen. Na de moord op Marianne Vaatstra hebben Wim en Hans Anker namelijk haar familie enige tijd bijgestaan. Formeel mogen de Ankers nu op zijn beurt de verdachte verdedigen, maar omdat ze eerder voor de Vaatstra’s werkten, vinden ze dat naar eigen zeggen ‘ongewenst en ongepast.’

Advocaat Paul Quirynen heeft in 2011 een blaam gekregen van de Belgische Orde van Advocaten als gevolg van zijn uitlatingen over seriemoordenaar Ronald Janssen omdat hij hem niet wilde verdedigen. De strafpleiter werd destijds in de gevangenis van Hasselt ontboden voor een gesprek met de ‘gruwel uit Loksbergen.’ Quirynen besloot achteraf Janssen niet te verdedigen omdat hij ‘het niet in overeenstemming met zijn geweten kon brengen.’ Volgens de Orde van Advocaten heeft Quirynen door die uitlating in de pers de verdediging van Janssen schade toegebracht.

In 2004 wilde Steven Kay, de aan Slobodan Milosevic opgedrongen advocaat, van zijn taak worden ontheven. De Britse jurist had een verzoek van die strekking ingediend bij Hans Holthuis, de griffier van het Joegoslavië-Tribunaal omwille van ethische redenen. Milosevic weigerde samen te werken met de opgedrongen advocaat en hem instructies te geven voor de verdediging. Kay en Higgins wilde naar eigen zeggen niet aan ‘giswerk’ doen en voelde zich onder druk gezet door de verwachting van de rechters dat hij Milosevic tegen zijn wil zou blijven verdedigen.

En in 1986 weigerde de Maastrichtse advocaat mr. Th. Hiddema de ‘politieke voorkeuren en inzichten’ te verdedigen van de wegens antisemitisme veroordeelde weduwe van NSB-voorman Rost van Tonningen. De destijds 77-jarige vrouw werd door de rechtbank in Arnhem bestraft met vier weken voorwaardelijk en 3.000 gulden boete voor het bezit van nazistische en voor Joden beledigende geschriften.

Tekst: Annemarie van de Weert

Advertentie