Het gerechtelijke landschap ziet er sinds 1 januari van dit jaar ingrijpend anders uit. Hoe pakt deze verandering tot nu toe uit voor advocaten? Een actueel overzicht.

Welke rechtbank en zittingsplaats dient een advocaat onder de nieuwe omstandigheden te noemen in een dagvaarding van een specifieke zaak? Het nieuwe zaaksverdelingsreglement op de website van de Raad voor de rechtspraak zou hierover uitsluitsel moeten geven. In de praktijk blijkt dat echter niet altijd het geval te zijn.

Onduidelijkheid
Dat ondervond ook Willem Boonk, advocaat in de commerciële (proces) praktijk, met bijzondere expertise op het gebied van transport en logistiek. Voor zijn kantoor, Ten Holter Noordam Advocaten in Rotterdam, zocht hij uit wat de praktische gevolgen zijn van de invoering van de Wet herziening gerechtelijke kaart. ‘Dat heeft veel tijd gekost,’ zegt Boonk. En nog is hij met vragen blijven zitten. ‘In het zaaksverdelingsreglement staat Rotterdam of Dordrecht genoemd als zittingsplaats. Maar op welke basis voor Rotterdam en op welke basis voor Dordrecht gekozen moet worden, is niet duidelijk. Op de website van Rechtbank Rotterdam staat weer dat alle zaken tot aan de comparitie worden behandeld in de zittingsplaats van de rechtbank. Ik vraag me af waarom er in het zaaksverdelingsreglement iets anders staat dan op de website.’

Volgens Michiel Boer, persvoorlichter bij de Raad voor de rechtspraak lijkt dit een ‘aanloopprobleem bij een reorganisatie. Een weeffout in de uitvoering die snel hersteld kan worden.’

Van 19 naar 10
De nieuwe zaakverdeling is een praktisch onderdeel van de herindeling waarbij de negentien arrondissementen die Nederland tot voor kort telde, zijn overgegaan in tien arrondissementen. In plaats van vijf ressorten zijn er nu vier. Bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn tweeëndertig zittingsplaatsen van de arrondissementen aangewezen. Vierentwintig kantonlocaties verspreid over het hele land zullen verdwijnen. Afhankelijk van zaken zoals huurcontracten zullen de locaties gefaseerd in de periode 2013 – 2018 worden gesloten.

Fuseren en splitsen
Arrondissement Oost-Nederland zal per 1 april weer worden gesplitst in rechtbank Overijssel en rechtbank Gelderland. In de zomer van het afgelopen jaar stemde de Eerste Kamer unaniem in met een motie die hiervoor de aanzet heeft gegeven. Eind november ging de Tweede Kamer akkoord met de splitsing van het, qua oppervlakte grootste, arrondissement.

Voor rechtbank Oost-Nederland was het niet haalbaar om per 1 januari al met rechtbank Gelderland en rechtbank Overijssel van start te gaan. Dat betekent dat de rechtbanken Zwolle, Almelo, Zutphen, Arnhem eerst moesten fuseren en dat Gelderland en Overijssel per 1 april weer moeten splitsen. ‘We lopen al vooruit op de splitsing,’ zegt Paul Wilmink. Formeel is hij de deken van het gebied maar hij draagt de verantwoordelijkheid gedeeltelijk over aan Paul Manning, lid van de Raad van Toezicht, en toekomstig deken van rechtbank Overijssel. ‘Als er in Arnhem een klacht tegen een advocaat in Overijssel binnenkomt, wordt die daar ook behandeld,’ zegt Wilmink. ‘Zo proberen we te doen wat we kunnen doen,’ zegt Manning. ‘Maar het is wel wringen in een aantal bochten voor een paar maanden. Ik hoop dat het snel 1 april wordt, en dat is geen grap.’

Met volle kracht vooruit
De verschillende bestuurlijke veranderingen hebben veel tijd en energie gekost, vertelt Wilmink. ‘Nu gaan we met volle kracht vooruit, met arrondissement Gelderland en arrondissement Overijssel, beide nu nog onderdeel van arrondissement Oost-Nederland.

Volgens Wilmink helpt de schaalvergroting bij het professionaliseren van het toezicht. Daar wil hij zich dan ook op gaan toeleggen. ‘Hoe meer advocaten een arrondissement telt, des te meer middelen komen er beschikbaar voor professioneel toezicht.’

Tekst: Sabine Droogleever Fortuyn

Advertentie