Net als de advocaat wil de officier van justitie strafzaken tot een goed einde brengen. Waarbij de een de belangen van een cliënt verdedigt, behartigt de ander een tegenovergesteld maatschappelijk belang. Hoe kijken officieren van justitie tegen advocaten aan? Zes officieren aan het woord over hun opponenten in het strafproces.

 Jantien Kolkman (36), officier in Arnhem

‘Wij zijn benaderbaar voor advocaten. Meer dan zij wellicht denken. Neem toch vaker contact met ons op, liefst in een vroeg stadium van de zaak. Dat zou ik advocaten willen toeroepen. Ik realiseer me heel goed dat je als advocaat in het begin met 1-0 achterstaat. Want wij leiden het opsporingsonderzoek, wij weten welke lijnen worden uitgezet, waar het allemaal naartoe gaat. Pas als er een verdachte is, wordt de advocaat bij de zaak betrokken; die heeft op dat moment een achterstand in informatie.
     Soms komt een advocaat op zitting met onderzoekswensen waarvan ik denk: daar hadden we eerder wat mee kunnen doen. Of hij of zij wil dat de voorlopige hechtenis van de cliënt geschorst wordt en dan is er een reclasseringsrapport nodig. Die advocaat had mij gewoon kunnen bellen; daar sta ik zeker voor open. Natuurlijk verdedigt de advocaat andere belangen dan ik, maar contact in een vroeg stadium kan de zaak ten goede komen, voor alle partijen. Dan weet je wat er speelt, wat je aan elkaar hebt, en soms haalt het de kou uit de lucht.’

Meer dan een doorgeefluik
‘Een goede advocaat is voor mij iemand die de belangen van zijn cliënt voor ogen heeft, maar wel de regie houdt en niet blindelings de wensen van de cliënt uitvoert. Er zijn advocaten die op zitting zo’n beetje alle verweren voeren die in het wetboek staan. Met alle respect, dat doet afbreuk aan de verdediging. De advocaat is meer dan een doorgeefluik, hij of zij moet als filter fungeren en dat ook naar de cliënt uitdragen.
     In de regel ervaar ik de bijdrage van de advocaat als zinvol. Ook als ik niet het nut zie van een verzoek of een bezwaarschrift kan dat er wel degelijk zijn. De advocaat kan er allerlei redenen voor hebben die voor mij niet kenbaar zijn. Als de advocaat de afweging maar heeft gemaakt. Het is prettig als de advocaat en ik beiden een constructieve opstelling hebben met begrip en waardering voor elkaars rol in het proces.’

Hendrik-Jan Talsma (34), officier in Den Haag

‘Advocaten zijn onze professionele partners in het strafproces. Wij vertegenwoordigen een breder belang: van de maatschappij, het slachtoffer, en ook, natuurlijk op een andere manier dan voor de advocaat geldt, de verdachte. Een goede advocaat heeft de juiste mix van juridisch inzicht, kennis, gedrevenheid, intelligentie en liefde voor het optreden in het openbaar namens een ander. Letterlijk is hij voor zijn cliënt erbij geroepen, zoals het woord “advocare” zegt.
     In het strafrecht kennen wij de onschuldpresumptie. In de verhouding tussen officier en advocaat hanteer ik graag de betrouwbaarheidspresumptie. Het is van wezenlijk belang dat wij er over en weer vanuit gaan, en kunnen gaan, dat wij betrouwbaar zijn. Een basishouding van argwaan, geslotenheid en het idee dat de officier je cliënt een hak wil zetten helpt de zaak niet. Mijn vertrouwen in een advocaat is weleens beschaamd, toen ik materiaal ter beschikking had gesteld en de overeengekomen vertrouwelijkheid is geschonden. Gelukkig is dat een grote zeldzaamheid. Met een positieve basishouding verloopt de zaak beter. Ik zie graag dat een advocaat goed debatteert: scherp, hard op de inhoud maar met behoud van wellevendheid, met ruimte voor relativering en humor. Daar geniet ik van.’

Persoonlijk contact

‘Het is prettig en zinvol als een advocaat tijdig contact opneemt in een zaak. Wij moeten er als OM natuurlijk wel voor zorgen dat wij bereikbaar zijn, terugbellen en snel reageren op verzoeken. Een persoonlijk of telefonisch contact draagt bij aan een goede professionele sfeer. Advocaten kunnen een belangrijke rol vervullen bij het actief zoeken naar andere dan strafrechtelijke oplossingen. De advocaat kent zijn cliënt en is vaak bij uitstek in de positie om te zeggen: “Moeten we dit nu via het strafrecht oplossen?” Sommige conflicten lenen zich goed voor afspraken in de sfeer van schadevergoeding, excuses, zaken uitpraten. Juridisch is het dan bijvoorbeeld mishandeling, maar de vraag is of de klassieke strafrechtelijke afdoening de meest rechtvaardige oplossing is. Wij als OM kijken in het kader van ZSM ook naar alternatieve afdoeningen. Wat mij betreft krijgt dit soort herstelrecht een grotere rol.’

Monique Luijpen (41), officier in Rotterdam

‘De advocaat zie ik als mijn tegenspeler. In de zittingszaal maar ook, met terugwerkende kracht, tijdens het opsporingsonderzoek. De advocaat controleert wat ik doe en wat ik in het opsporingsonderzoek heb gedaan. In een grote zaak waarin veel bijzondere opsporingsbevoegdheden zijn gebruikt heeft een advocaat heel wat punten na te lopen. Zijn de regels bij doorzoekingen nageleefd? En bijvoorbeeld als er verdovende middelen naar het NFI zijn gestuurd: kloppen de zegelnummers van de monsters met de rapporten? Een goede advocaat oefent die rol als controleur optimaal uit en benut de mogelijkheden die de wet biedt voor zijn cliënt. Dat houdt ons als OM ook scherp.
     Ik vind het knap als een advocaat in een zaak waarin zijn cliënt ontkent maar die toch, gelet op het bewijs, op een veroordeling uitloopt, op een nette manier voor zijn cliënt het onderste uit de kan weet te halen. Wij leveren een panklaar dossier en het is de taak van de advocaat daar gaten in te schieten.’

Integriteit
‘Wat mij betreft speelt de advocaat een actieve rol, ook vóór de zitting. Sinds dit jaar heeft de rechter-commissaris een grotere rol gekregen om de voortgang in het proces te bewaken. Daarbij past dat advocaat en officier elkaar opzoeken. Direct contact, telefonisch, dat spreekt mij aan. Het kost meer tijd dan even een fax maar het levert ook meer op. Soms ergert het mij als een advocaat op het laatste moment met allerlei verzoeken komt, of als ik maanden niets van hem of haar hoor terwijl er een grote zaak loopt. Je moest eens weten, denk ik dan weleens als ik op zitting de verdachte zie.
     Onlangs vroeg een advocaat op het laatste moment een reclasseringsonderzoek in een moordzaak. De verdachte heeft bekend en zit al jaren vast. Die zit in zijn eigen tijd, kun je zeggen, maar je kunt ook aan de nabestaanden denken. Een integere advocaat heeft daar oog voor. Bovendien kan het ook voor de verdachte prettiger zijn als er een eind aan de zaak komt. Voor afgestraften zijn er meer voorzieningen, bijvoorbeeld voor studie.’

Rob Rammeloo (57), officier in Middelburg

‘Middelburg is klein. De officieren en advocaten kennen elkaar en dat werkt goed; niet alleen op de zitting, maar ook ervoor en erna, bijvoorbeeld bij het afwikkelen van een beslag. Met de nieuwe gerechtelijke kaart zal dat veranderen. De advocaat en ik staan tegenover elkaar, maar kunnen elkaar vaak wel vinden in procedureafspraken. Dat is in ons beider belang. De positie van de advocaat is wezenlijk anders dan die van de officier. De advocaat kan dingen doen waar wij niet mee wegkomen. Bijvoorbeeld in een moordzaak een paar dagen voor de inhoudelijke behandeling met een rapport komen. Als ik dat zou doen, dan krijg ik dat op mijn brood, soms ook in de strafmaat omdat zoiets matigend kan werken. Mijn taak is het oplossen van strafbare feiten, het opsporen van verdachten en ervoor zorgen dat die een passende sanctie krijgen.
     Inhoudelijk vind ik het leuk om de “strijd” met de advocaat aan te gaan. Ik dien het maatschappelijk belang. De advocaat dient het verdedigingsbelang en kan hooguit zijn goede naam te grabbel gooien. Voor het verweer gelden andere normen dan voor ons bewijs. Wat de advocaat doet zal nooit tot strafverzwaring leiden. In die zin kun je het voor de advocaat vergelijken met een “spel zonder nieten”.’

Volwaardige procespartij
‘Ik waardeer het als de advocaat het dossier goed kent. Matige dossierkennis komt helaas ook voor. Het gebeurt ook weleens dat wat de advocaat vraagt, niet strookt met wat de verdachte wil. Laatst vroeg een advocaat schorsing van de voorlopige hechtenis, terwijl de verdachte dat zelf niet nodig bleek te vinden. Dan vraag ik me af: hoe goed is dat afgestemd?
     En ik zou zeggen: beperk je verweren tot de reële en sleep er niet van alles met de haren bij. Ik realiseer me wel dat ik niet altijd het belang van de verdediging kan inzien. Bovendien: als ik verdachte was zou ik ook willen dat mijn advocaat alles uit de kast trok. Dankzij de advocaat is de verdachte een volwaardige procespartij.’

Sanne Kromdijk (36), officier in Groningen

‘De advocaat begint, vergeleken bij mij, met een achterstand op informatiegebied. Als de advocaat het eerste gesprek met de cliënt voert, weet hij of zij nauwelijks meer dan om welk strafbaar feit het gaat.  Ik weet hoe het is, want ik ben zelf strafrechtadvocaat geweest. Voor mij als officier begint de zaak met het strafbare feit en de nadelige gevolgen daarvan, terwijl de advocaat begint met de cliënt en diens verhaal. Daar, bij dat verhaal van de verdachte, ligt ook de kracht van de advocaat: als hij of zij de cliënt op een goede manier weet neer te zetten, dan maakt dat echt verschil. De advocaat moet de context laten zien van wat er is gebeurd, het verhaal goed kunnen vertellen zonder overdrijving, gedoseerd. Dan laat hij of zij de mens achter het feit zien. En daarmee hoeft de advocaat  niet te wachten tot  de zitting. In een vroeg stadium kan de advocaat de aandacht vestigen op de persoonlijke context door bijvoorbeeld stukken toe te voegen of een reclasseringsrapport aan te vragen. Zelfs een optreden in de media zou onderdeel kunnen zijn van de strategie.’

Meer belangen afwegen
‘Wat ik lastig vind: als een advocaat de bewuste strategische keus maakt om de zaak te vertragen, bijvoorbeeld eindeloos getuigen wil horen die al gehoord zijn en wanneer niet wordt verwacht dat ze een tweede keer anders gaan verklaren. Inhoudelijk voegt het dus niets toe. Misschien dient hij of zij dan toch het belang van de cliënt; een groot tijdsverloop is geen strafverminderende omstandigheid als dat aan de verdediging ligt, maar wie weet wordt de oordeelsvorming milder naarmate het langer heeft geduurd. Ik begrijp dat het een tactiek kan zijn en het mag van de wet. Maar als mens en als officier heb ik er moeite mee. Ook omdat ik zie wat we met onze beperkte capaciteit moeten laten liggen aan zaken. Ik ben niet per se uit op een veroordeling, maar wel op waarheidsvinding. Dat je als officier meer belangen kan en mag afwegen dan het enkele belang van je cliënt, maakt dat ik me als officier beter op mijn plek voel dan als advocaat.’

Vincent Leenders (39), officier bij het Functioneel Parket, Eenheid Fraude

‘Mijn praktijk is een financiële. Het gaat, ook aan de kant van de advocatuur, om een klein clubje specialisten dat elkaar kent. Zelf heb ik een achtergrond als belastingadviseur. Een advocaat neemt soms al contact met ons op voordat wij met zelfs maar met een strafrechtelijk onderzoek zijn gestart. Wij doen veel transacties. Bij fraude gaat het altijd over geld;  als de inschatting is dat daders – en dat geldt zeker voor rechtspersonen – niet achter de tralies zullen verdwijnen, dan komt een transactie snel in beeld. Advocaten nemen daartoe doorgaans het initiatief. Als wij gaan onderhandelen gebeurt dat meestal in een paar gesprekken met de advocaat, eventueel met een bestuurder of bedrijfsjurist van de verdachte. De advocaat wil voor zijn cliënt van de vervolging af, het hoofdstuk afsluiten. Wij willen een passende afdoening van de zaak én we willen iets naar buiten kunnen brengen over het feitencomplex, want wij moeten verantwoording afleggen naar publiek en politiek.    
     Publiciteit is een belangrijk punt. Een hoog transactiebedrag laat zien: het was erg. In die onderhandelingen moet je met elkaar dúrven praten. Hard op de inhoud, zacht op de persoon, met erkenning van het krachtenveld waarin de ander zit.’

Strategie
‘Een goede advocaat heeft het strategisch inzicht in hoeverre het verstandig is mee te werken aan het opsporingsonderzoek. Als advocaat kun je de cliënt adviseren de kaken stijf op elkaar te houden als de FIOD binnenkomt, of naar voren brengen dat alles op vergissingen berust en dat de directeur echt niet alles kon lezen wat hij ondertekende. Maar als iemand jarenlang ontkent, in de media roept hoe schandalig het OM bezig is, en vervolgens blijkt er massief bewijs te zijn, dan komt die verdachte er niet goed vanaf. Transigeren in zo’n zaak wordt ook lastig. Het is de taak van de advocaat inzicht te krijgen in wat strategisch verstandig is voor zijn cliënt in het onderzoek, en zo nodig een eventuele druk van zijn – mondige –  cliënt te weerstaan. Dat het een makkelijk beroep is zul je mij nooit horen zeggen.’


Henriette van Wermeskerken

 

Download artikel als PDF

Advertentie