Strafpleiter Jan Vlug sprak in een interview met Twan Huys in Nieuwsuur openhartig over zijn cliënt Jasper S. Sommigen vonden het schandalig, volgens anderen was het een briljante strategie. Het Advocatenblad peilde wanneer je als advocaat wel en niet ingaat op een uitnodiging voor een gesprek met de pers.
Over één ding waren vriend en vijand van Jan Vlug het na zijn optreden in Nieuwsuur hartgrondig eens: op 6 december doorbrak de advocaat van Jasper S. een taboe. Dat bleek al uit tientallen tweets, diezelfde avond. ‘Jan Vlug, advocaat van Jasper S., geeft even alle clownadvocaten van Nederland een lesje media-optreden,’ schreef Andrea Barbera, een internetondernemer uit Lisse. En ‘ervan uitgaande dat dit geen domheid is, is het briljant,’ constateerde Benjamin Hoddenbagh, communicatieadviseur van de Christelijke Hogeschool Ede.
‘Kwintessens’
De ophef die ontstond na het interview heeft journalist Twan Huys wel geïntrigeerd. ‘Kennelijk mág je niet zeggen: “Zaak gesloten, cliënt heeft bekend”. Toen hij dat zei dacht ik: deze zin zou Grisham graag gebruiken als slotzin van een roman. Precies die zin, die bij collega’s tot woede heeft gewekt, was de kwintessens van het gesprek.’
Velen vonden zijn aanpak verfrissend, zegt Vlug, enkele weken na het interview in Nieuwsuur. ‘Mensen zijn zo gewend geraakt aan advocaten die onder alle omstandigheden zeggen: “Het onderzoek is bagger, het dossier flinterdun, en mijn cliënt ontkent alles”. Dat ik dat niet deed, was kennelijk een verademing.’ Bijna tweehonderd enthousiaste reacties kreeg hij, van rechters en officieren van justitie tot Wouter Bos, die Vlug in zijn Volkskrant-column prees om zijn ‘eerlijke en transparante verhaal,’ maar ook omdat hij herhaaldelijk zei dat hij ‘100 procent partijdig’ was. Door dat te benadrukken raakte Vlug volgens Bos de kern van ‘wat er mis is met advocaten en rechtspraak in onze mediacratie’: welk belang ze dienen, is voor het publiek niet altijd duidelijk. Nu wel.
Eén belang
Dat mag verfrissend overkomen, volgens NVSA-voorzitter Bart Nooitgedagt getuigen die reacties in het algemeen van weinig inzicht in de positie van de advocaat en de verdachte in het strafproces. ‘Er ligt een beetje in besloten dat de samenleving er recht op heeft dat de advocaat zo gedetailleerd mogelijk vertelt over het standpunt van zijn cliënt. Er zit ook een verwijt in: “Advocaten zeggen niks, of cliënten zeggen niks, en dat is irritant.”‘
Maar als advocaat behartig je maar één belang, namelijk dat van de cliënt, vindt Nooitgedagt. En soms móét je wel reageren op standpunten die door het OM of de politie worden geventileerd. ‘In de Hofstad-zaak werd ik regelmatig geconfronteerd met de vraag wat ik vond van bepaalde onderzoeksresultaten. Terwijl die nog niet eens aan ons waren verstrekt!’
Publiciteit kan bovendien nodig zijn in ‘politiek gevoelige strafzaken’ waarbij de overheid de belangen van de verdachte niet waarborgt. ‘Denk aan uitlevering van Nederlandse onderdanen aan de VS. In zaken waarin Nederlanders xtc zouden hebben verkocht aan Amerikanen vonden wij dat iemand die in Nederland van strafbare feiten wordt verdacht, ook hier moet worden berecht. We hebben toen een petitie aangeboden aan de vaste kamercommissie van justitie om die verdragsbepalingen aan te passen. Daar is dus politieke druk uitgeoefend, maar ons primaire belang was de verdediging van de verdachte.’
Professionele pr-bureaus
Ook de civiele strijd beperkt zich niet altijd tot de rechtszaal, zegt Robert van Galen, insolventiespecialist bij NautaDutilh. ‘In de Yukos-zaak (rond de onteigening van het Russische oliebedrijf van Michael Chodorkovski, red.) wilde de
cliënt in de pers licht werpen op de gang van zaken in Rusland, omdat wij het standpunt verdedigden dat het Russische faillissement niet door de Nederlandse rechter zou moeten worden erkend. De cliënt vond dat je het gevecht óók in de media moest voeren, omdat de rechters in de diverse landen ook kranten lezen. Er waren ook professionele pr-bureaus bij betrokken, die persconferenties organiseerden. Als advocaat legde ik dan uit hoe de zaak in elkaar steekt. Vervolgens gingen de journalisten naar de andere kant, om dat standpunt te vernemen. Zo hoort het ook.’
Van Galen is ook voorzitter van specialisatievereniging Insolad, en wordt daarom vaak gevraagd om een deskundige mening. Meestal gaat hij op dergelijke verzoeken in. ‘Het is nuttig om uit te leggen hoe de praktijk werkt, en dient ook de belangen van Insolad, namelijk het bevorderen van een goede faillissementspraktijk en -wetgeving. Rechters zijn daarin terughoudend en dat moet ook, academici hebben toch wat meer afstand. Dus het komt in belangrijke mate neer op de advocaat. Je moet het alleen doen als je vindt dat je iets te zeggen hebt, of als je denkt dat je daarmee een te eenzijdig beeld in de pers kunt voorkomen. Waar je beducht op moet zijn, is het element van ijdelheid dat kan meespelen. Mensen vinden het toch mooi om in de krant te komen. Dat mag, iedereen is ijdel, ik ook. Maar het mag niet het motief zijn, het moet wel ergens over gaan.’
Woordvoerder
Dat een rechtszaak géén media-aandacht krijgt, komt in de praktijk van Jasper Teulings, in-house advocaat van Greenpeace International, eigenlijk nooit voor. Sterker nog: de rechtszaken van Greenpeace zijn vaak een uitvloeisel van een campagne, waarbij communicatie een wezenlijk onderdeel is. ‘Optreden in de media hoort bij mijn werk. Mijn cliënt figureert prominent in de media, dus dat moet je professioneel doen. Dat is ook nodig, want de partijen waarmee we sparren, zoals de Shells van deze wereld, doen dat ook.’ Bij elk vonnis liggen standaard twee persberichten klaar, afgetekend door Teulings, waarin alleen de quotes nog moeten worden ingevuld, en met Teulings’ nummer eronder. ‘Dus dan ben je ook woordvoerder voor de organisatie. Maar ik vertel alleen maar wat er in de rechtszaal is gebeurd, niet hoe belangrijk het is om de ijsberen te beschermen.’
Breekijzer
Publiciteit kan in zaken van particulieren goed werken als breekijzer, bijvoorbeeld als de cliënt door grote boze instanties dreigt te worden vermalen, ontdekte Jason Bouter, advocaat bij Hengeveld Advocaten in Amsterdam. In een aantal ‘zielige zaken’ kreeg hij de wederpartij op die manier om. Alleen: je moet wel zorgen dat je zelf aan de knoppen zit, anders loopt het uit de hand. ‘Cliënten die gaan freewheelen zonder dat jij dat weet, overzien hun eigen belangen niet,’ weet Bouter uit ervaring. Zo stapte een echtpaar dat hem had ingehuurd om een aanbetaling aan een malafide botenmakelaar terug te halen naar het programma Das je goed recht van SBS6. Maar in het contract stond ook dat ze bij wanprestatie nog eens tien procent van de hele prijs zouden terugkrijgen. Dat had presentator John van den Heuvel niet uit het dossier gehaald. ‘Zijn methode is: binnenvallen, roepen wat voor eikels het zijn, en hoe schandalig het allemaal is. Opgelost, dachten ze. Maar ze gingen voor vier-, terwijl we tienduizend euro te goed hadden. Toen bleek de man bij wie ze binnenvielen ook nog te goeder trouw. Mijn cliënten waren opgelicht door zijn Spaanse collega, niet door hem. Pijnlijk. Ik heb enorm sijsjes moeten lijmen bij de wederpartij om dat recht te breien.’
‘Voorbedacht verhaal’
De hakken-breken-methode van Van den Heuvel heeft nog wel iets oprechts. Erger is het als een journalist zijn verhaal al klaar lijkt te hebben voor hij ook maar iemand heeft gesproken, zeggen verschillende advocaten. ‘Feiten en nuances doen er dan niet meer toe, men lijkt er alleen op uit om het voorbedachte verhaal bevestigd te krijgen,’ zegt Jasper Teulings van Greenpeace. ‘Halve interviews worden geschrapt, en de andere helft staat vol feitelijke onjuistheden,’ moppert Robert van Galen. ‘Je wordt iets in de mond gelegd wat je niet hebt gezegd, maar wat zij hebben gedacht, en opgeschreven omdat ze denken dat het zo zit. Niet goed luisteren is een menselijk trekje. Maar de geïnterviewde heeft er belang bij dat zíjn gedachten zuiver en in hun context worden uitgedrukt.’
Die slordige journalistiek is een reden om altijd af te spreken dat het artikel voor publicatie wordt voorgelegd, om ‘feitelijke onjuistheden’ te kunnen corrigeren. Ook bij dit artikel werd voorinzage door alle geïnterviewden bedongen. ‘Dus als jij je daar niet aan houdt, pleeg je een wanprestatie,’ zegt Van Galen. ‘Het is nog even de vraag wat de consequenties daarvan zullen zijn.’
‘Harde taal’
De laatste jaren zijn de contacten tussen pers en advocaten geprofessionaliseerd; twee van de vijf advocaten in dit verhaal kregen mediatraining. Toch ziet voormalig BBC-journalist, tegenwoordig strategisch mediaconsultant Emma Robson van Media Wise het nog weleens misgaan. ‘Bij een crisis nemen de advocaten het over, en dat is niet altijd een goede beslissing. Advocaten gebruiken graag harde taal, termen als “er is bewijs dat,” “onwettige gedragingen,” of “illegaal”. Niet doen! Het is namelijk nog niet bewezen en die beslissing is niet aan jou. Het is dus beter om “zachte” bewoordingen te kiezen, alleen eenmalig een persbericht te versturen of helemaal niets te zeggen. Een kantoor met een low profile doet zijn werk goed.’
‘Onder de aandacht’
Het blijft een kwestie van vertrouwen met wie je in zee gaat, meent Bart Nooitgedagt. ‘En vertrouwen kun je maar één keer schenden. Je kent journalisten, je weet met wie je kunt samenwerken. Nieuwsuur is een serieus podium om je verhaal onder de aandacht te brengen.’
Zo bezien heeft Jan Vlug dat podium goed weten te benutten. ‘Iedere advocaat – en ik heb er honderden geïnterviewd – gebruikt de publiciteit in het voordeel van zijn cliënt,’ zegt journalist Twan Huys. ‘Maar ik kan me geen ander gesprek met een advocaat herinneren waarbij ik steeds dacht: waar gaat dit naartoe? Wat Vlug deed was interessant, wonderlijk en vanuit de advocatuur innovatief. Hij zette een verdedigingslinie op die ik nooit eerder gehoord had, en op mij authentiek overkwam. Al tijdens het voorgesprek zagen eindredacteur Bas Haan en ik: die man heeft iets meegemaakt, hij is echt ontdaan. De kijker ziet dat ook. En ik denk dat hij die twee dingen, die heftige ervaring en het vertellen van het beste verhaal over zijn cliënt, tamelijk sterk heeft gecombineerd. Vanuit journalistiek oogpunt was dit interview dus een 10+.’
Tatiana Scheltema