Als je conservatoir beslag laat leggen, dan moet je met diverse termijnen rekening houden. Dit artikel behandelt de termijnen bij enkele veelvoorkomende vormen van conservatoir beslag en de sancties bij niet-naleving.[1]
Het beslagrekest en het daarop gestelde beslagverlof moeten aan de schuldenaar worden overbetekend. De ratio is dat de schuldenaar, als deze stukken niet worden overbetekend, niet van het beslag op de hoogte geraakt (tenzij als hij gehoord wordt voordat verlof wordt verleend). Op deze verplichting staat niet het verval of de nietigheid van het beslag; wel kan het een rol spelen in een opheffingskortgeding.
Het overbetekenen van een afschrift van het proces-verbaal van beslag aan de schuldenaar moet gebeuren binnen acht dagen nadat het beslag is gelegd. Dit gebeurt meestal samen met het overbetekenen van het beslagrekest en het verlof. Let op: bij conservatoir derdenbeslag moet dit, op straffe van nietigheid van het beslag, gelijktijdig met de overbetekening van het beslagexploot geschieden.
De voorzieningenrechter dient in het beslagverlof de termijn te vermelden waarbinnen de eis in hoofdzaak moet worden ingesteld. Je hoeft niet om een termijn te verzoeken in het beslagrekest.[2] Deze termijn beloopt ten minste acht dagen na het (eerst)gelegde beslag, maar het huidige beleid is dat deze termijn in beginsel op veertien dagen wordt gesteld.[3] Wil je een langere termijn, dan zul je daartoe een gemotiveerd verzoek moeten doen. Wordt de eis in hoofdzaak niet (tijdig) ingesteld, dan vervalt het beslag.
Derdenbeslag
Bij conservatoir beslag onder een derde, zoals een bank, gelden enkele specifieke verplichtingen met specifieke termijnen. Ten eerste dient in het beslagexploot, op straffe van nietigheid, te worden vermeld waar de hoofdzaak aanhangig is of binnen welke termijn deze moet worden ingesteld.
De tweede verplichting is dat het stuk waarbij de eis in hoofdzaak is ingesteld – meestal de (kort geding)dagvaarding – binnen acht dagen nadat zij is uitgebracht, moet worden overbetekend aan de derdebeslagene. De voorzieningenrechter kan deze termijn op verzoek van de beslaglegger verlengen. Bij niet-nakoming van dit gebod is het beslag nietig. De derdebeslagene mag pas na vier weken verklaren of het beslag doel heeft getroffen en wat er eventueel onder het beslag valt.
Mocht je een executoriale titel hebben gekregen die voor tenuitvoerlegging vatbaar is, dan dient deze titel binnen één maand na datum uitspraak aan derdebeslagene te worden overbetekend. Doe je dat niet (tijdig), dan vervalt de blokkerende werking van het beslag. Dit betekent dat de betalingen die de derde heeft gedaan na afloop van deze termijn van waarde zijn. Wordt de executoriale titel na afloop van de termijn alsnog betekend, dan geldt vanaf dat moment de blokkerende werking van het beslag weer. Dit is dus een belangrijk punt van aandacht voor de derdebeslagene.
Beslag op onroerende zaken
Het beslag op onroerende zaken moet bij het Kadaster worden ingeschreven en het proces-verbaal van inschrijving moet, op straffe van nietigheid van het beslag, binnen drie dagen na de inschrijving aan de schuldenaar worden betekend. Het beslag moet onverwijld worden doorgehaald als de eis in hoofdzaak niet tijdig is ingesteld. Doe je dat niet dan kun je schadeplichtig worden.
Bij conservatoir beslag onroerende zaken hoeft het beslagexploot niet aan de hypotheekhouder te worden overbetekend. Deze verplichting geldt enkel bij executoriaal beslag onroerende zaken.
Beslag op aandelen
Net als bij conservatoir derdenbeslag dient de beslaglegger het procesinleidende stuk binnen acht dagen over te betekenen aan de vennootschap. Dit geldt alleen als er nog geen eis in hoofdzaak aanhangig is op het moment van beslaglegging. Is dit wel het geval, dan wordt de vennootschap hierover geïnformeerd doordat dit in het beslagexploot staat vermeld. Op deze verplichting staat geen sanctie en het niet-nakomen van deze verplichting leidt dus niet tot nietigheid of verval van het beslag.[4] Dit is dus anders dan bij conservatoir derdenbeslag.
De deurwaarder informeert de schuldenaar onverwijld, indien mogelijk op dezelfde dag, dat er beslag op zijn aandelen is gelegd. Deze melding dient schriftelijk – per brief of faxbericht – te geschieden en hoeft dus niet bij deurwaardersexploot.
Conclusie
De diversiteit aan termijnen maakt het er niet eenvoudiger op. Gezien de verstrekkende gevolgen die het niet-naleven van de meeste termijnen heeft, is het van belang deze termijnen zelf te bewaken en niet blindelings op de deurwaarder te vertrouwen.
Jeroen Veldhuis[5]
[1] Voor de termijnen bij executoriaal beslag verwijs ik naar de bijdrage van M. Padberg, Hoe zat het ook alweer met de termijnen bij conservatoir en executoriaal beslag?, Advocatenblad 2010-12, p. 413.
[2] Gerechtshof Leeuwarden 29 juni 2010, NJF 2010, 440, r.o.12.
[3] Beslagsyllabus, 4e digitale versie, augustus 2012, p. 10.
[4] HR 15 oktober 2010, NJ 2010, 558.
[5] Advocaat bij Visser & Van Solkema Advocaten in Amsterdam.
Jeroen Veldhuis