De meeste Nederlanders kijken naar Europa zoals een moslimfundamentalist naar Amerika: met absoluut wantrouwen. Een eenvoudig te activeren ressentiment. Iedere regering die geconfronteerd wordt met grote interne problemen wijst naar buiten. Een sociaal ventiel. Daarbij dankbaar geholpen door populistische auteurs zoals Thierry Baudet en Arend Jan Boekestijn. Zolang Europa wordt afgeschilderd als The Great Dictator, worden vergaande binnenlandse maatregelen eenvoudig en zonder morren doorgevoerd. Had Europa meer invloed, dan zou dit  met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet zo eenvoudig zijn .
            Hoe ziet het boodschappenlijstje er ook al weer uit? De herziening ten nadele bij valse verklaringen, vals bewijs, verbeterde forensische technieken. Uitholling van ne bis in idem en het gezag van gewijsde. Verschillende verjaringstermijnen worden aanzienlijk verlengd. De onafhankelijkheid van de advocatuur staat op het spel. De faillissementswet leidt tot onaanvaardbare rechteloosheid na faillissement. De gefinancierde rechtsbijstand wordt uitgehold. Illegaliteit wordt strafbaar. Op grote schaal worden opsporingsbevoegdheden uitbesteed aan BOA’s of particuliere ondernemingen. Noodweer en noodweerexces worden uitgebreid met als gevolg dat inbrekers de facto vogelvrij zijn. Minimumstraffen worden generiek ingevoerd. De Wet Openbaar Bestuur wordt vergaand ingeperkt. De vraag is of de officier van justitie nog wel zijn taak als ‘waarheidsvinder’ in een inquisitoire rechtsstaat kan vervullen. Het leidmotief is ‘beter een onschuldige in de gevangenis dan tien schuldigen op straat’.
            Paradoxaal biedt Europa een betere bescherming van de rechtstaat dan onze eigen regering. Is het dan vreemd dat mijn vertrouwen in de Nederlandse politiek is verdwenen. Díe mening wordt ook gedeeld door een meerderheid van de Nederlandse bevolking. De vraag is nu, wat is belangrijker?  Griekenland? Waarbij niemand echt begrijpt waar het om gaat. Of de – onwaarschijnlijke – kans dat Europa het Nederlandse pensioenstelsel gaat beïnvloeden?  Is een Europese waarborg tegen de ongebreidelde uitholling van onze rechtsstaat niet evidenter?  Denkt u werkelijk dat Zweden akkoord gaat  met een inperking van de openbaarheid van bestuur? Of dat Frankrijk en Duitsland instemmen met een ongenuanceerd generiek heropenbaar gewijsde (alleen mogelijk bij latere bekentenis van de dader)?  Zullen de lidstaten Nederland volgen in omvangrijk, onbeperkt afluisteren en tappen van dataverkeer? Natuurlijk niet.
            Nederland pocht met de zelfbenoemde status als ‘hoofdstad van het internationaal recht.’ Maar dat is slechts misplaatste window dressing als tegelijkertijd de eigen rechtsstaat met verroeste spijkers wordt gekruisigd. 

Harry Veenendaal

Download artikel als PDF

Advertentie