Van het lot van een illegale vluchteling tot de uitzetting van een orka: advocaat Marq Wijngaarden zet zich hartstochtelijk in voor de menselijke – desnoods dierlijke – aspecten binnen het bestuursrecht. De straf- en vreemdelingenrechtadvocaat is de oudste partner bij Böhler Advocaten en blijft zijn asielzoekers bijstaan tot de laatste snik.

Advocaat Marq Wijngaarden heeft geen bekend televisiegezicht. Toch trad hij op in een aantal zaken die breed werden uitgemeten in de media: hij was raadsman van de Angolese jongen Mauro, zet zich in voor de illegalen in het tentenkamp in Osdorp en ook streed hij namens de zogeheten ‘Orka-coalitie’ voor de vrijlating van de aangespoelde orka Morgan.
            Toen Nederland afgelopen zomer in de ban raakte van de aangespoelde bultrug, schoot de gedachte wel even door zijn hoofd dat hij straks ook dit dier zou kunnen bijstaan – maar gelukkig was er in dit geval geen sprake van dat het dier naar het Dolfinarium zou moeten, of anderszins zou worden uitgezet. ‘Dan had ik opnieuw in de clinch gemoeten over het protocol aangespoelde dieren, en dat was hier niet aan de orde,’ lacht Wijngaarden.

Mensenliefhebber
De zaak-Morgan was een ongebruikelijke strijd voor de Amsterdamse advocaat, die gewoonlijk op de bres springt voor illegalen en vluchtelingen. ‘Het was wel een geweldige zaak. Een organisatie zocht advies over de gevangenschap van Morgan, daarna voegden zich steeds meer partijen. Mijn kinderen vonden het trouwens ook fantastisch. Er was geen antecedent, het was een test case hoe we om moeten gaan met gestrande dieren en dat was voor iedereen nieuw.’
            De ironie wil dat naar de mogelijke uitzetting van de orka naar een dolfinarium in Spanje volgens Wijngaarden zorgvuldiger is gekeken dan die van de dagelijks tientallen vreemdelingen die naar gevaarlijke oorlogsgebieden worden teruggestuurd.
            Is hij zo’n dierenliefhebber? ‘Ik ben vooral een mensenliefhebber. Vooral mensen die zich voor iets anders inzetten dan hun eigenbelang. Dat trok me ook het meest aan in de zaak-Morgan. Verbetering van de wereld zonder dat het hun eigen portemonnee of positie raakt. Dat zijn de mensen voor wie ik het liefst werk.’
            Wijngaarden kwam in diezelfde periode in de publiciteit met de bekende zaak rond de jonge asielzoeker Mauro en recentelijk verdedigde hij het recht om te mogen protesteren van de illegalen in het tentenkamp in Osdorp. ‘Dat is een pracht van een zaak, ook omdat het voor het eerst is dat illegalen naar buiten treden. Overigens trad ik alleen op voor dat demonstratierecht, de ongeveer honderd illegalen zijn niet mijn cliënten.’

Engagement
Ineens gaat de telefoon in de spreekkamer van Böhler Advocaten aan de Keizersgracht. ‘Ha, net als we het erover hebben,’ zegt Wijngaarden als hij de hoorn neerlegt. ‘De gemeente informeert over ons bezwaarschrift.’ De groep illegalen heeft zijn intrek genomen in de Vluchtkerk, waar Wijngaarden ook een paar keer is gaan kijken. ‘Mensen die met busjes en bouwmaterialen uit Wilnis en Nieuw Vennep komen om samen met voormalige krakers op eigen initiatief en kosteloos die kerk bewoonbaar te maken. Dan zie je dat er nog best engagement is in Nederland, verschrikkelijk leuk om te zien.’
            Zijn kantoor staat bekend als activistisch en politiek getint. ‘En daar ben ik trots op,’ zegt Wijngaarden. Hij houdt zich voor een derde van de tijd bezig met strafzaken – vaak ook politieke kwesties zoals de recent opgepakte Koerden, Somalische piraten, veel actievoerders – en verder met vreemdelingenrecht. Een groot deel van de zaken van de zeventien advocaten (onder wie bekende namen als Victor Koppe, Liesbeth Zegveld en Ties Prakken) wordt pro Deo afgehandeld.

Kraakwereld
Marq Wijngaarden (1960) begon op 21-jarige leeftijd aan de studie rechten. In 1981 zinderde Amsterdam nog na van de kroningsrellen, de kraakbeweging was groot en actief en ook Wijngaarden bewoonde diverse kraakpanden. Hij was als achttienjarige al actief betrokken in de kraakbeweging, zette kraakspreekuren op en voerde actie.
            Na een mislukte poging om geschiedenis te studeren – ‘dat was me te saai, vreselijk’ – en twaalf baantjes met dertien ongelukken, besloot Wijngaarden zich te verdiepen in het recht. ‘Vanuit de kraakwereld lag dat wel voor de hand. Er werd uit naam van het recht zo veel gedaan waar ik het niet mee eens was, dat moest ook anders kunnen. Rechten zag ik als een wapen om onrecht te lijf te gaan.’ Hij studeerde af in de rechtsfilosofische specialisatie ‘Burgerlijke Ongehoorzaamheid’ – ‘dat kon toen nog, haha’ – en schreef zijn scriptie over de Leegstandswet.
            Maatschappelijke betrokkenheid heeft Wijngaarden van huis uit meegekregen. Zijn vader was een betrokken hoogleraar Psychologie aan de VU. ‘Hij liep al mee met anti-Vietnamdemonstraties, aan de VU stond hij bekend als “de rooie professor”. Als het niet deugt moet je je verzetten, dat idee heb ik van mijn ouders geleerd.’ Eenmaal advocaat, diende hij nog regelmatig krakers van advies. Zijn latere vakgebied vreemdelingenrecht lijkt ook een logisch uitvloeisel van de kraakbeweging: ‘Destijds werden veel illegalen in kraakpanden opgevangen. Dat waren toen echt vrijplaatsen. In sommige kraakpanden waren principieel een of twee kamers gereserveerd voor eventuele illegalen. Dat zie je nu toch niet meer. De scene is wel erg veranderd, minder constructief en politiek bewogen.’
            Cynisch, want het probleem van illegalen lijkt eerder toe- dan afgenomen. ‘Dat klopt, maar anderzijds wordt het ook weer opgepikt door andere organisaties: Amnesty, Vluchtelingenwerk, de Ombudsman. De kraakbeweging was zo divers en bevatte zulke verschillende mensen dat daar toch weinig overeenstemming bestond.’

Ondernemerschap
De wereld van befjes en toga’s is toch een andere dan die van het krakersengagement. ‘Ach, ik zit voornamelijk op kantoor. Ik ben ook een paar keer behoorlijk uitgekeken geraakt op activisten in de kraakbeweging. Ik wil dingen doen op mijn eigen manier, op een constructieve wijze, en ik hoef dan geen geboden of verboden te krijgen van een meerderheid waar ik het niet me eens ben. Daar ben ik ook te individualistisch voor, denk ik.’
            Voor vreemdelingenrecht is een bepaalde drijfveer nodig. Toch ziet Wijngaarden zich meer als advocaat dan activist. ‘Ik wil rechtvaardigheid bewerkstelligen via het recht. Maar inderdaad, het gaat het wel ietsje verder. Ik vind bijvoorbeeld ook persoonlijk dat Nederland veel te gierig is in het toelatingsbeleid, dat is veel te beperkt voor mensen die echt bescherming nodig hebben.’
Hoe idealistisch moet je zijn om dit vak, dat grotendeels bestaat uit pro Deo-zaken, te kunnen doen? ‘De keuze voor dit rechtsgebied is wel idealistisch, maar de uitvoering is professioneel. Ik ben ook ondernemer, ik moet personeel aan het werk houden en op mijn reputatie letten. Natuurlijk is maatschappelijke betrokkenheid een grote drijfveer bij asielzaken, het is juist in die zaken zo belangrijk dat de procedures zorgvuldig verlopen en dat het wordt gedaan door mensen die het goed doen – en dat pretendeer ik te doen.’

Kinderpardon
Een asielzaak die Nederland maandenlang in zijn greep hield, was die van de Angolese jongen Mauro, die dreigde te worden uitgezet zodra hij 18 werd. Dankzij de media-aandacht werd uiteindelijk een ‘Kinderpardon’ ingevoerd. Hoe politiek moet je als advocaat zijn om je gelijk te halen? ‘We benaderen wel eens Kamerfracties. Een paar kantoorgenoten hebben bijvoorbeeld veel contact gehad met de PvdA, waardoor nu het Kinderpardon is gerealiseerd. Een enorme stap vooruit, hoewel het nog steeds te beperkt is in mijn ogen. Maar zelf benader ik de pers heel mondjesmaat. Het is heel moeilijk in te schatten welk effect publiciteit heeft, zeker in asielzaken. Het kan een opening creëren, zoals bij Mauro, maar het kan ook juist tegen je werken wanneer de overheid besluit de hakken in het zand te zetten en juist een voorbeeld wil stellen. Ik ben liever procestijger dan roeptoeter.’
            En er kleven nog andere risico’s aan het opzoeken van de pers. ‘De tentenkampers wilden publiciteit, dus dan stuur ik weleens een persbericht. Maar asielzoekers zelf zijn vaak als de dood voor publiciteit, want hun familie in Iran of Afghanistan kan daar grote problemen mee krijgen. Dus dat gaat in nauw overleg met cliënten.’

Veranderlijke wind
De advocatuur wordt ook weleens verweten asielzoekers valse hoop te geven. ‘Hoop is het enige dat die mensen nog hebben. Maar ik ben altijd heel eerlijk: de kans dat je wint is soms niet groot. Ze moeten zelf beslissen of ze doorgaan. De meesten weigeren om terug te gaan. Dus dan ga je door, zolang je nog mogelijkheden ziet.’
            Weinig is zo veranderlijk als de regelgeving in het vreemdelingenrecht. ‘De wind verandert steeds van richting. Bij het begin van een zaak denk je, dit is gewonnen, en een paar maanden later kan het ineens hopeloos zijn, of omgekeerd. De regels veranderen continu door wisselende politieke ideeën. De pardonregelingen kwamen bijvoorbeeld steeds tot stand pal na verkiezingen.’
            Wat gebeurt er met echt uitgeprocedeerde cliënten? ‘Tja, die dossiers gaan de kast in. Die mensen verdwijnen, geen idee waar ze naartoe gaan. Soms gaan ze terug naar het land van herkomst. Daar hoor ik eigenlijk niets meer van.’ Wijngaarden vertelt over een Chinees stel, dat ineens spoorloos verdween. ‘Net nadat ik bericht had gekregen dat hun verblijfsvergunning was verleend, kwam de post retour. Ze dachten dat ze hun zaak al verloren hadden, en waren teruggekeerd naar China. Daar kregen ze weer nieuwe problemen, dus kwamen ze tien jaar later toch terug naar Nederland. Toen heb ik pijlsnel die vergunning verlengd en konden ze blijven. Maar meestal weet ik niet wat er met zulke cliënten gebeurt. Ze kunnen ook overlijden in het land van herkomst, aan het een of ander. Ik heb daar geen zicht op – gelukkig, anders zou ik geen oog meer dicht doen.’

Bureaucratie
Zijn werk is vaak frustrerend, maar voor Wijngaarden is een belangrijke motivatie om door te procederen ook ‘dat de tegenpartij zo veel fouten maakt’. Hij vindt de kwaliteit van werken van de IND niet altijd even hoog. ‘Er wordt vaak zinloos geweigerd, zinloos geprocedeerd of hoger beroep ingesteld, waardoor een zaak eindeloos gerekt wordt. Terwijl je soms op je vingers kunt natellen dat iemand toch wel een verblijfsvergunning zal krijgen. Weigeren van een verblijfsvergunning lijkt soms een doel op zich.’
            Een ander probleem vindt hij de strenge procedurele regels. Terwijl regels over vormfouten in het strafrecht haast zijn uitgebannen, nemen die in het vreemdelingenrecht alleen maar toe. ‘Een schrijffout of verspreking kan betekenen dat je hele verhaal niet wordt geloofd. Dat is zo’n ergerniswekkende, bureaucratische manier om niet meer inhoudelijk naar een zaak te hoeven kijken. Het heeft echt onrechtvaardige beslissingen tot gevolg. Het gaat bij asielzaken niet om waarheidsvinding maar om een soort mathematische waarheid: alles naast elkaar leggen en werken met statistieken. Niemand denkt meer: goh, wat zou er echt gebeurd zijn? Veel ambtenaren nemen ook hun eigen belevingswereld als maat. Soms beoordelen ze beslissingen van mensen als ongeloofwaardig, omdat ze het zelf anders gedaan zouden hebben.’

Triomferen
De jongste irritatie van Wijngaarden betreft het strafbaar stellen van illegaliteit. ‘Dat maakt illegalen vogelvrij. Zo worden illegale prostitutie en mensenhandel een nog veel groter probleem. Welk slachtoffer durft nog naar de politie te gaan, als je meteen al een boete krijgt omdat je illegaal bent?’
            Zijn praktijk lijkt een voortdurend gevecht tegen de bierkaai, en dat zal nooit veranderen. Toch houdt Wijngaarden vol, en wil hij niks liever dan de rest van zijn leven dit werk doen. ‘Mijn grootste triomf zijn alle cliënten die een verblijfsvergunning hebben gekregen door goede rechtsbijstand. Dat zijn een heleboel mensen. Ik heb mijn werk goed gedaan, en daarom kregen zij gelijk. Zaken als Mauro zijn de krenten in de pap, maar die pap zelf telt het meest. Iedereen is even belangrijk.’

Olga van Ditzhuijzen

Download artikel als PDF

Advertentie