Schending van voor mediation overeengekomen geheimhouding door in processtukken en correspondentie een verband te leggen tussen de inhoud en de in de mediation gevoerde discussie.
Feiten
Mr. X is de raadsman van de wederpartij van klagers in een buurgeschil. In een processtuk voor de rolzitting heeft mr. X gesteld: ‘Onder de druk van een mediator zijn klagers dan uiteindelijk alsnog overgegaan tot het laten opstellen van een expertiserapport en klagers hebben kennelijk dan ook eindelijk ingezien dat zij wel degelijk onrechtmatig jegens M. hebben gehandeld nu zij uitsluitend nog de hoogte van de door M. opgevoerde schadeposten betwisten.’
Mr. X heeft bij brief aan de advocaat van klagers geschreven: ‘Zulks is uitermate opmerkelijk nu uw cliënten altijd bij hoog en bij laag hebben beweerd dat de verzekeraar niet wenste uit te betalen (zulks hebben zij zelfs desgevraagd nog bij de mediation verkondigd).’
In een processtuk voor een rolzitting heeft mr. X gesteld: ‘In dit verband is echter benadrukt dat M. de bewuste den inmiddels (reeds voordat dit hoger beroep aanhangig was, namelijk naar aanleiding van tijdens mediation tussen partijen gemaakte afspraken) als een goed buurman heeft verwijderd/verplaatst.’
Klacht
Mr. X heeft in een gerechtelijke procedure ten onrechte en in strijd met de op hem rustende geheimhoudingsplicht gebruikgemaakt van gegevens uit een mediation tussen partijen in het betreffende geschil.
Overwegingen raad
In de overeenkomst van mediation is geheimhouding over de inhoud en het verloop van de mediation overeengekomen. De advocaat van een partij bij zo’n overeenkomst is, optredend voor zijn cliënt, aan die geheimhouding gebonden. Bij gebreke daarvan zou immers een onwerkbare situatie ontstaan, die niet in het belang is van de aan een mediation deelnemende partijen.
Door in processtukken en correspondentie een verband te leggen tussen de inhoud en de gevoerde discussie in de mediation in het geschil van partijen, heeft mr. X de voor mediation overeengekomen geheimhouding niet gerespecteerd en heeft hij niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Bij het opleggen van de maatregel is van belang dat mr. X wel (gedeeltelijk) blijk heeft gegeven van de onjuistheid van zijn handelen.
Beslissing
Verklaart de klacht gegrond en legt mr. X de maatregel van een enkele waarschuwing op.