Bezuinigingen rechtshulp

De samenleving mag een veilige overheid volmondig vragen om financieel gefaciliteerde rechtsbijstand. Dat betoogt Hans Vogels, AR-lid van de Orde van Advocaten, portefeuillehouder toegevoegde rechtsbijstand.

Het is geen nieuws dat de Nederlandse overheid bezuinigingen nastreeft. Bij de taakstellingen uit het regeerakkoord Rutte II wordt – grofweg – de handhavingsector ontzien, en dat is een uitdrukkelijke keuze. Een keuze voor een gedegen veiligheidsbeleid.
            Veiligheid is een elementaire menselijke behoefte. Het is niet het exclusieve domein van het politieke rechterveld. Veiligheid laat zich vertalen als het alledaagse streven naar het in eigen hand houden van de werkelijkheden van het bestaan, en die te beschermen binnen het eigen huis of bedrijf.
            Wat weleens wordt vergeten, is dat het niet alleen de overheid is die probeert te zorgen voor meer veiligheid in het spanningsschema tussen de altijd wakkere staat en zijn sub-administraties enerzijds, en het inbreuk plegende en van (rechts)bescherming voorziene individu anderzijds: ook advocaten komen op voor de veiligheid van de mensen wanneer zij strijden voor de individuele rechten en vrijheden.

Veiligheid als zekerheid van nagekomen contracten
Die veiligheid bestaat namelijk ook uit de zekerheid dat contracten worden nagekomen en nakoming kan worden afgedwongen, ook cross-border; en uit de zekerheid dat ook de overheid – je kunt de overheid vaak een ‘gedwongen contractspartner’ noemen – nakomt. Dat de betrouwbaarheid van de overheid ook getest en uitgedaagd kan worden. Dat betekent – het is even wennen – dat ook advocaten, maar dan op een onafhankelijke, dat wil zeggen een niet door de Staat zelf geregisseerde manier, in wezen opkomen voor veiligheid. Ook veiligheid van de burger ten opzichte van de overheid is veiligheid. Een overheid die dat veiligheidsstreven, dus ook in de counterbalance tegen zichzelve, onderkent en faciliteert, is een veilige overheid – en ook nog, zoals hierna blijkt, een succesvolle markteconomie. Anders dan een overheid die dat niet doet; die is dus in wezen onveilig – en: economisch onsuccesvol.
            Precies hierin zit de reden dat de samenleving de overheid volmondig mag bevragen om – ook – rechtsbijstand, en dus ook financieel gefaciliteerde rechtsbijstand.
            Wordt dat anders in tijden van financiële krapte? Ja natuurlijk als het geld ontbreekt. Nee natuurlijk als er voldoende geld is. Dit laatste is – misschien verrassend – wel het geval waar we in het regeerakkoord Rutte II lezen dat op Veiligheid en Justitie wordt bezuinigd – behalve op de politie. Het bewijs van voldoende geld is daarmee geleverd, het gaat alleen om de keuze van besteding.
            We hebben eerder al betoogd – waarom mag de overheid bevraagd worden om geld voor rechtsbijstand? – dat zich in Nederland een sterk toenemende intrusie van de Staat en zijn organen ‘achter de voordeur’ van de individuele burger en zijn private domein voordoet. Paradoxaal genoeg heeft een toegenomen geloof in meer markt en minder overheid in de praktijk een toenemende regel- en controledruk met zich meegebracht. Paradoxaal maar niet geheel toevallig.
            Ruim tachtig procent van alle toegevoegde rechtsbijstand heeft betrekking op rechtsbescherming van on- en minvermogende burgers en hun private sfeer jegens de overheid. Strafrecht en bestuursrecht: het bestuursrecht is daarbij de laatste jaren steeds meer een terrein geworden waarop de overheid sanctie-instrumenten toepast, zij het met een mate van rechtsbeschermingstabilisatoren die inferieur is ten opzichte van het klassieke en ontwikkelde strafprocesrecht. Zo is er – het is maar een voorbeeld – per 1 januari 2013 de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving, waar de tandenborstelbrigades bij in het niet vallen. Dan weet je zeker dat veel mensen zich onveilig gaan voelen in hun private sfeer: een onveiligheid die gecompenseerd kan worden doordat de overheid het beroep op goede rechtshulp op zijn minst toegankelijk houdt; want alleen zo kan een rechtvaardig resultaat ontstaan.
            Dus, ja, veiligheid kost geld. Het fraaie is intussen wel dat markteconomieën die fors gereguleerd zijn en tegelijk effectieve (lees: toegankelijke) rechtsinstrumenten bezitten, tegelijk de meest succesvolle markteconomieën blijken te zijn – zoals recent bleek uit een studie van Yarrow[1], na eerdere vergelijkbare observaties in de literatuur.

Checks-and-balances

Er is dus evident alle reden, ook in het streven naar economisch succes van de samenleving, om een stelsel van checks-and-balances serieus te nemen; de overheid zal dan haar toenemende greep op de individuele rechten en vrijheden gepaard behoren te doen gaan met de acceptatie van daarmee gelijke tred houdende groei van de faciliteiten voor haar burgers om zich van – gefinancierde – professionele rechtsbijstand te voorzien.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft ter consultatie voorgelegd een Ontwerpbesluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners. De reactie van de Orde is na te lezen op de ordesite.
            Het ontwerpbesluit effectueert de tweede tranche van bezuinigingen op het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand ter grootte van H 50 miljoen, als onderdeel van een omvangrijker bezuinigingspakket waartoe is besloten door kabinetten voorafgaande aan het huidige kabinet.
            Het gaat om: een generieke verhoging van de eigen bijdragen; verhoging van de eigen bijdrage bij scheiding of verbreking samenwoning; het opnieuw heffen van de eigen bijdrage bij een tweede of volgende deskundigenoordeel; het tussentijds opnieuw heffen van de eigen bijdrage in bewerkelijke zaken; een lagere vergoeding in geval van kennelijke afdoening van een zaak; wijziging – lees: afschaffing – van de anticumulatieregeling, en een tweede tranche verlaging van de vergoeding voor rechtsbijstandsverleners.

Toegankelijk stelsel van rechtsbijstand
In de Nota van Toelichting wordt aangegeven dat de instandhouding van een toegankelijk stelsel van rechtsbijstand een wezenskenmerk is van de moderne rechtsstaat. Dat sluit dan mooi aan bij wat ik hiervoor, en al vaker, heb betoogd. In het ontwerpbesluit is echter geen aanknopingspunt, laat staan een uitwerking, te vinden van deze gedachte: de enige motivatie is kostenbeheersing – eenzijdig. Op basis van het ontwerpbesluit heeft de Orde dan ook moeten vaststellen dat de toegang tot het recht verder wordt verslechterd door deze maatregelen. Deze leiden er alleen maar toe dat de rechtzoekende meer barrières ondervindt om zijn recht te halen, nog daargelaten dat het onaantrekkelijker voor de advocaat wordt gemaakt om zijn diensten binnen het stelsel te continueren.
            Wat dringend nodig is, is een bredere visie op het waarom van een goed geoutilleerde rechtsstaat. De antwoorden en de bewijzen zijn er: nu nog het inzicht van de Nederlandse regering dat de telkens terugkerende mantra van bezuinigen op toegevoegde rechtsbijstand gelijk staat aan repeterend schieten in eigen voet.

Hans Vogels[2]

[1]    ‘Assessing the economic significance of the professional legal services sector in the European Union’, prof. George Yarrow en dr. Christopher Decker (Regulatory Policy Institute (Oxford)), 2012.
[2]
    AR-lid van de Orde van Advocaten, portefeuillehouder toegevoegde rechtsbijstand.

 

Download artikel als PDF

Advertentie