Soms lijkt het alsof de mensen vroeger begaafder waren dan nu. Waar vind je nog grote genieën als Leonardo da Vinci en anderen die zonder veel moeite kwaliteiten als kunstenaar, filosoof, arts en rechtsgeleerde combineerden? Tegenwoordig ben je als arts niet alleen gespecialiseerd als ‘internist’ maar als ‘nefroloog.’ En als advocaat niet alleen gespecialiseerd op ‘arbeidsrecht’ maar op het gebied van ‘pensioenen.’ Is het niveau door al die specialisatie sterk toegenomen? Je mag het hopen, maar ik ben er niet zonder meer van overtuigd: de gespecialiseerde kennis is dankzij de automatisering in elk geval gemakkelijker en breder dan ooit toegankelijk.
            Ook de partners van advocatenkantoren leken vroeger schilderachtiger dan die van tegenwoordig. Mensen met eigenaardige gewoonten vond je vroeger wel bij elk kantoor. Zo vertelde de oud-secretaris van de Orde, Frederik Heemskerk, altijd met veel plezier over de wijze waarop hij – net stagiaire bij een Rotterdams kantoor en bezig indruk te maken op zijn eerste cliënte met behulp van veel Latijnse termen – plotseling bij zijn oor werd gepakt en meegesleurd door de oudste partner die zei: “Kom jij eens mee, hoerenbaasje, ik heb je even nodig.” Tegenwoordig zijn de partners nog niet zulke grijze muizen als de gemiddelde accountant, maar ‘kleurrijk gedrag’ is inmiddels – dankzij alle trainingen en evaluaties – wel schaars geworden. Toch moet een advocaat – wil hij/zij goed functioneren – een aangeboren weerstand tegen regels hebben. Een goede advocaat is geen kuddedier: het bekende dilemma van iedere bestuurder van een kantoor.
Was alles vroeger dan beter? Nee, dat ook weer niet. Maar het is natuurlijk wel zaak te waken tegen grijze, gladgestreken efficiency die zijn doel voorbijschiet. Wat dat betreft geeft kantoor Rassers in Breda een goed voorbeeld: daarvan gaat het verhaal dat de partners – wanneer ze op moderne wijze, goed voorbereide en gedocumenteerd een besluit hebben genomen – daarna de ouderwetse vraag nog beantwoorden: ‘Worden we hier gelukkiger van?’ Is dat niet zo, dan gaat het hele plan alsnog de prullenmand in. Ik weet niet zeker of het waar is, maar in elk geval zou ik deze aanpak aan elk kantoor aanbevelen.
            Het heeft wel iets van het voorbeeld van Bhutan – een land in Azië dat in de Himalaya ingeklemd ligt tussen China (Tibet) en India. Het is een opmerkelijk land – onder meer door het politieke uitgangspunt dat men het Bruto Nationaal Geluk belangrijker vindt dan het Bruto Nationaal Product. Ook daar wordt bij plannen steeds de vraag gesteld: ‘Wordt ons land daar als geheel gelukkiger van?’ Is dat niet zo – bij voorbeeld bij prestigeprojecten van bestuurders – dan gaat zo’n plan niet door.
            Zo’n stapje ’terug’ op de weg naar efficiency kan winst betekenen. En zou mooi kunnen passen in de ‘Nieuwe Tijd.’ Op 21 december 2012 schijnen we een nieuwe astrologische cyclus van 26.000 jaar te zijn ingegaan met the Age of Aquarius. Minder nadruk op ratio en materie, meer op intuïtie en geluk.

Dolph Stuyling de Lange

Download artikel als PDF

Advertentie