Het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) ligt juridisch onder vuur. En niet ten onrechte, meent Elisabeth Thole, hoofd van het Privacy Team van Van Doorne.

EPD juridisch onder vuur
Het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) ligt juridisch onder vuur. De Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH), die tien procent van alle Nederlandse huisartsen vertegenwoordigt, spant een rechtszaak aan tegen de beheerder VZVZ. De artsen vrezen aantasting van hun beroepsgeheim en bedreiging van de patiëntprivacy.

Ook advocaat Elisabeth Thole, hoofd van het Privacy Team van Van Doorne, is sceptisch over het EPD. ‘Je moet ervan op aankunnen dat je medische gegevens veilig worden verwerkt,’ meent Thole. ‘Of dat zo is, moeten we afwachten. Er mogen geen mensen bij de gegevens die niet bevoegd zijn.’ Volgens de privacyregelgeving is het EPD alleen uitvoerbaar met de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. ‘Je moet weten waarmee je instemt,’ legt Thole uit. ‘Je geeft mogelijk toestemming dat alle zorgverleners alles uit je medisch dossier mogen zien. Het is de vraag of alle patiënten zich daarvan bewust zijn.’

Als voordeel van het EPD wordt genoemd dat een waarnemend arts in het weekeinde je dossier kan inkijken, zodat je niet de verkeerde medicijnen krijgt. ‘Dat is belangrijk, zeker voor chronisch zieke patiënten, maar is wel voldoende gewaarborgd dat niet ook anderen het dossier kunnen inzien?’ vraagt Thole zich af. Het College Bescherming Persoonsgegevens ziet nu geen bijzondere risico’s. ‘Maar dat was een beoordeling van het doorstartmodel. De praktijk zal moeten uitwijzen of alle privacybezwaren zijn weggenomen.’

Tekst: Peter Louwerse

Advertentie