Vijf stagiairs – van een internationaal Zuidaskantoor tot een kleine sociale praktijk – allemaal aan het begin van hun loopbaan. Hoe staan zij in het vak? Wie inspireert hen en hoe zien zij hun toekomst?
Erik Stoeten (29)
Sinds september 2012 stagiair bij Alderse Baas advocaten in Joure (elf advocaten). Rechtsgebied: Algemene praktijk met als specifiek aandachtsgebied strafrecht.
‘In mijn derde jaar fysiotherapie besloot ik om de opleiding weliswaar af te maken, maar daarna rechten te studeren. In de advocatuur help je ook mensen, maar anders dan als je in je eentje een patiënt behandelt. Je hebt meer contact met anderen. Ik heb een togamaster van anderhalf jaar gedaan, met stages in alle toga-beroepen en uiteindelijk een stage van vijf maanden op een advocatenkantoor. Je proeft echt van de praktijk. Het is mijn streven om me de eerste twee jaar zo breed mogelijk te ontwikkelen en pas in het derde jaar wat meer te gaan specialiseren. Nu denk ik aan strafrecht, maar ik sta voor alles open. Ik heb het zeer naar mijn zin. De advocatuur is wat mij betreft een schitterend beroep en ik hoop er nog lang in door te gaan. Althans, dat zeg ik nú; eerst maar de stage afronden.
Sinds ik zelf zittingen doe, besef ik dat het best lastig kan zijn. Vanaf de zijlijn, als je meegaat met een andere advocaat, denk je dat je dat wel even doet en je ziet wat er beter kan. Sta je zelf in de zaal, dan besef je dat het soms een hele uitdaging is, hoe je moet anticiperen op onverwachte dingen. Naarmate je langer werkt, gaat het steeds makkelijker.’
Rustig blijven
‘Wat ik bij sommige collega’s bewonder? Hoe zij in korte tijd een complex vraagstuk kunnen terugbrengen tot de essentie. Je hebt heel wat parate kennis nodig om een lastig dossier te kunnen analyseren en de centrale vragen eruit te halen. Verder vind ik dat een goede advocaat zich niet gek laat maken, ook in hectische situaties rustig is en de zaak meester blijft.
Onlangs heb ik mijn kantoorgenoot mogen bij staan, die curator is in een groot faillissement. Fantastisch om te zien hoe rustig hij blijft ondanks de vele mensen die allemaal op korte termijn iets van hem willen. Daarnaast vind ik het indrukwekkend te zien hoe sommige advocaten niet alleen op inhoud, maar ook met de presentatie weten te overtuigen. En als nuchtere Fries spreekt mij natuurlijk de mentaliteit van “doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg” erg aan.’
Jana Stantcheva (28)
Sinds januari 2012 stagiair bij Dijkgraaf in Den Haag (vijf advocaten). Rechtsgebieden: arbeidsrecht, sociale zekerheid, onderwijsrecht en ambtenarenrecht.
‘Als advocaat wil ik rechtsbijstand bieden aan iedereen, ook aan mensen die weinig te besteden hebben. Daarom heb ik voor de sociale advocatuur gekozen. Ik vind de bezuinigingen op de rechtsbijstand zorgwekkend. Wij zijn als kantoor laagdrempelig. Behalve toevoegingen doen wij ook betalende zaken; zo treden wij op voor een aantal vakbonden. Een andere reden dat ik voor dit kantoor heb gekozen is dat het onderwijsrecht mij interesseert, een specialisme dat je nauwelijks elders vindt. Ik heb het erg naar mijn zin. Vanaf het begin kreeg ik veel zelfstandigheid. Het is een dynamisch beroep. Op maandagochtend weet je niet wat de week je gaat brengen. Tijdens mijn master heb ik als juridisch medewerker gewerkt op dit kantoor, dus ik wist wel wat ik kon verwachten.’
Acuut probleem
‘Een goede advocaat is een goede jurist die bovendien in staat is om op de juiste manier vragen te stellen aan de cliënt. Dat vereist een bepaalde sociale vaardigheid. Een cliënt vertelt lang niet altijd uit zichzelf wat relevant is voor de zaak, dat kan hij of zij vaak niet inschatten. Dus is het van belang dat je goede vragen stelt tijdens het intakegesprek. In het begin had ik daar weleens moeite mee, dan belde ik later om nog wat informatie. Naarmate ik meer ervaring heb gaat me dat makkelijker af.
Een bijzonderheid is wel dat wij ook cliënten via zorginstellingen krijgen: mensen met een scala aan problemen, niet alleen juridische maar bijvoorbeeld ook financiële. Vaak zijn ze minder begaafd en kunnen ze zich moeilijk staande houden in de maatschappij. Het komt voor dat iemand hier binnenkomt met een boodschappentas vol papieren. Dan probeer ik daaruit het meest acute juridische probleem te distilleren, en dat op te lossen.
Mijn toekomst ligt in de advocatuur. Over 25 jaar ben ik een oude rot in het vak, misschien met een paar jaar werkervaring in het Caribisch gebied, waaraan ik mijn hart heb verpand.’
Justus Hoefnagel (26)
Sinds augustus 2011 stagiair bij Linklaters in Amsterdam (58 advocaten, (kandidaat-) notarissen en fiscalisten; wereldwijd 2078 advocaten in 28 landen). Rechtsgebied: Litigation.
‘Pas aan het eind van mijn studie ging ik mij oriënteren op de toekomst, want ik ben niet iemand die ver van tevoren plannen maakt. Om te zien of ik de advocatuur echt interessant zou vinden, heb ik verschillende studentstages gelopen, het laatst bij Linklaters. Daarna heb ik een LLM International Business Law gedaan in Singapore en Sjanghai. Leuk aan dit kantoor vind ik dat je met collega’s over de hele wereld samenwerkt. Verder verschilt het soort zaken inhoudelijk niet zoveel met dat van andere Zuidas-kantoren, denk ik. Het komt voor dat wij aan onze processtukken werken in het Engels totdat de cliënt helemaal tevreden is, en het pas daarna laten vertalen.’
Overtuigingskracht
‘Dit vak brengt met zich mee dat je veel leest en uitzoekt, dat je dingen tot op de bodem uitpluist. Daar moet je wel van houden. Het zoeken naar de juiste oplossing kan frustrerend zijn, maar als je vindt wat je zoekt heb je een eureka-moment dat daar ruimschoots tegenop weegt. Een goede advocaat, althans procesadvocaat, verstaat de kunst om de feiten in processtukken zó te beschrijven dat hij de lezer meeneemt naar het standpunt van de cliënt, zelfs als dat op onderdelen niet ijzersterk is. Heel subtiel, zonder het er te dik bovenop te leggen, de nadruk leggen op bepaalde zaken en andere feiten minder belangrijk te maken. Het gaat erom hoe je de waarheid presenteert, want het blijft natuurlijk wel de waarheid. Overtuigingskracht speelt daarbij een belangrijke rol.
Na mijn stage zou ik nog wel een tijd in Azië willen werken, in Sjanghai of Hongkong. Daar gebeurt veel. Doordat ik daar mijn master heb gedaan, weet ik dat het er interessant is om er te leven en te werken.
Dit werk doe ik zolang ik er plezier in heb en er voldoening uit haal. Wie weet ga ik ooit wel de rechterlijke macht in.’
Antoinette van Luykgestel (25) (Pseudoniem op verzoek geïnterviewde)
Sinds mei 2010 stagiair bij Holla Advocaten in Eindhoven (tachtig advocaten in Eindhoven, Den Bosch en Tilburg). Rechtsgebieden: financiering, zekerheden en insolventie; ondernemingsrecht.
‘Elke ochtend ga ik fluitend naar kantoor, ik ben gelukkig met mijn werk en met mijn kantoor. Ik ben advocaat geworden omdat ik mij verder wilde ontwikkelen. Een mens is nooit uitgeleerd en wat dat betreft kom ik hier ruimschoots aan mijn trekken. Ik doe meer dan de NOvA verplicht stelt. Door een advocatenstage word je een betere jurist. Het werk is dynamisch. Vanaf het begin ben ik betrokken bij interessante zaken en meegenomen naar zittingen en besprekingen.
Ik ben tijdens mijn studie en korte tijd daarna bedrijfsjurist bij een multinational geweest, maar de advocatuur ligt mij beter, het is afwisselender. Wel komt die ervaring mij van pas in mijn huidige beroep. Soms hebben ondernemers behoefte aan een uitgebreid advies van tientallen bladzijden, en soms los je een probleem op met een korte e-mail. Doordat ik de risico’s zie kan ik ondernemers adviseren, zodat bedrijven optimaal kansen benutten. Ik doe nu de opleiding insolventierecht voor curatoren, want ik wil verder in het rechtsgebied waar ik mij nu mee bezighoud. Ik ben overtuigd van de noodzaak tot specialisatie. Een algemene praktijk vind ik niet meer van deze tijd.’
Tot de kern doordringen
‘Ik kan weleens zenuwachtig zijn, maar dat ervaar ik niet als negatief, want het houdt mij scherp. Je kunt een zitting tot in de puntjes voorbereiden, maar je weet nooit wat er gaat gebeuren. En je cliënt zit erbij, dat is best spannend. Je moet heel wat kwaliteiten hebben. Wat iemand tot een goede advocaat maakt: analytisch vermogen, de kunst om direct tot de kern van de zaak door te dringen. Dat, gecombineerd met stressbestendigheid, bewonder ik in ervaren advocaten. Mijn ambitie is om door te gaan op de ingeslagen weg. Toen ik studeerde had ik geen idee hoe leuk een faillissementspraktijk is. De ene dag duik je in een lastige Pauliana [komt van actio pauliana (pauliaanse vordering) een uitdrukking uit het Romeinse recht. ‘Het is de bevoegdheid om op te komen tegen rechtshandelingen van een debiteur waardoor zijn schuldeisers worden benadeeld’ (Bron: Wikipedia), red.], de andere dag spreek je de werknemers van een bedrijf toe. Over 25 jaar zou ik graag curator zijn met een mooie adviespraktijk ernaast op het gebied van financiering, zekerheden en insolventie.’
Mark Dijkstra (28)
Sinds augustus 2010 stagiair bij Damsté advocaten – notarissen in Enschede (49 advocaten in Enschede en Almelo). Rechtsgebied: arbeidsrecht.
‘Na mijn afstuderen heb ik een wereldreis van een jaar gemaakt. Toen wist ik al dat ik advocaat wilde worden. Ik heb studentenstage gelopen bij een Zuidas-kantoor, maar ik vond de sfeer niet bij mij passen. Bij Damsté sprak de cultuur binnen de organisatie mij erg aan, er werken goede, professionele advocaten met passie voor het vak maar zonder pretenties. Zoals de gebroeders Anker bijvoorbeeld. Die eigenschappen zie ik ook terug bij mijn kantoorgenoten. Een advocaat zie ik als de sparringpartner van een ondernemer, een soort juridisch commissaris. Contacten met cliënten en anderen vind ik belangrijk in mijn werk. Arbeidsrecht heeft veel impact; een baan betekent soms alles voor iemand. Ik ben naar Enschede verhuisd, en ik heb het leven hier leren waarderen. De sfeer is gemoedelijk en men is loyaal. Het is geen Amsterdam, maar Enschede ontwikkelt zich tot culturele hoofdstad van Twente.’
Innoveren
‘Wat mij heel goed bevalt is de vrijheid om initiatieven te ontplooien, zoals een samenwerkingsverband met de Universiteit Twente of Hogeschool Saxion aangaan of mij verdiepen in social media. Mede op initiatief van een stagiaire heeft dit kantoor een nieuwe sectie opgezet. Waar ik soms moeite mee heb is het feit dat je niet iedereen kunt helpen, niet elke zaak tot een goed einde kunt brengen. Dat is een illusie. Je doet erg je best, meer kun je niet doen.
In de toekomst zou ik graag een juridisch innovatief product ontwikkelen dat iets nieuws bijdraagt aan onze juridische dienstverlening. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Je kunt je daartegen verzetten of je probeert voorop te lopen. Dat laatste ligt mij beter. Ik verdiep me momenteel in een structuur waarbinnen je juridische diensten aanbiedt. Denk hierbij aan Rocket Lawyer, een dienst in de VS waardoor honderden standaardcontracten beschikbaar zijn, met de mogelijkheid contact met een advocaat te leggen voor hulp. Een raadsel waarom zoiets hier nog niet bestaat. Of bijvoorbeeld een mogelijkheid om waardevolle juridische commentaren, die her en der via internet te vinden zijn, te ontsluiten.’