In Justitie-computerspel luistert cipier mee met gesprek tussen gedetineerde en advocaat. ‘Dit mag absoluut niet,’ zegt de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Altijd al in de gevangenis willen werken? Deze game biedt de kans om te testen of het echt is wat je wil. In het cellenblok krijgt de speler een oproep: ‘we hebben je hulp nodig bij de telefoonpaal.’ Vervolgens moet de speler bepalen welk gesprek van een gedetineerde moet worden gerapporteerd.

Guus belt met iemand van een uitzendbureau, Evert maakt ruzie met zijn vriendin, Rogier met een journalist, en Farid scheldt zijn advocaat de huid vol. Het juiste antwoord: Rogier, want die belt zonder toestemming met een journalist.

Wacht, stop.

Belde Farid niet met zijn advocaat? Kennelijk is het heel normaal dat de cipier meeluistert met dat gesprek. Waren daar geen afspraken over gemaakt? Ja, daar waren afspraken over gemaakt.

‘Dit mag absoluut niet,’ zegt NVSA-voorzitter Bart Nooitgedagt desgevraagd. ‘Voor meeluisteren met geheimhoudersgesprekken is geen wettelijke grondslag, dat is onlangs weer door de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming bevestigd. Mensen worden kennelijk opgeleid tot dingen die niet mogen.’

Woordvoerder Jochgem van Opstal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de game nog niet gespeeld, maar bevestigt wel dat gesprekken met geheimhouders precies dat zijn: geheim. ‘Daar vindt geen toezicht op plaats, dat hebben we al aan de Kamer geschreven. Ik weet niet precies wie die game heeft gemaakt, maar vermoed dat diegene gewoon niet wist hoe het zat. Het zit ook niet in de opleiding van ons personeel: daar leert men dat geheimhoudersgesprekken geheim zijn, in tegenstelling tot de situatie zoals die wordt geschetst in het spel. Dus dat gaan we aanpassen.’

Tekst: Tatiana Scheltema

Advertentie