Minister Ivo Opstelten (VVD) en staatssecretaris Fred Teeven (VVD) hebben het wetsvoorstel afgezwakt voor de uitbreiding van de rechtsmacht van de Nederlandse justitie voor delicten gepleegd in het buitenland.

De ruimere ‘extraterritoriale’ bevoegdheden van het Openbaar Ministerie (OM) en de rechterlijke macht zouden aanvankelijk gelden voor strafbare feiten waarop celstraffen van drie jaar of meer staan. Maar Opstelten en Teeven hebben die grens nu verhoogd naar misdrijven met een celstraf van minstens acht jaar.

De bewindslieden vinden dat als inwoners van Nederland in het buitenland het slachtoffer worden van een misdrijf, de Nederlandse justitie de daders makkelijker moet kunnen vervolgen. Het komt volgens hen te vaak voor dat de autoriteiten in het andere land de daders ongemoeid laten en Nederland niet de rechtsmacht heeft hen zelf dan maar te berechten.

De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de beroepsvereniging van rechters en officieren van justitie, vreesde echter dat als de ruimere rechtsmacht van Nederland al van toepassing is op delicten waarop drie jaar cel staat, er te hoge verwachtingen gewekt worden onder het publiek. Als het OM dan toch niet overgaat tot de vervolging van in het buitenland gepleegde delicten zou dat leiden tot een toename van klachtprocedures van teleurgestelde slachtoffers bij het hof, op grond van artikel 12. Sv.

In het aangepaste wetsvoorstel nemen Opstelten en Teeven de kritiek van de NVvR over. De verruiming van de rechtsmacht is daarin beperkt tot ‘feiten van zekere ernst’ waarop acht jaar staat of meer.

Tekst: Maarten Bakker

Advertentie