‘Big Brother in de advocatuur: verscherpt toezicht gewenst?’ was het thema van Justitia, het jaarlijkse Amsterdamse Jonge Balie evenement. Tijdens het seminar vrijdag 12 april, met onder anderen strafrechtadvocaat Gerard Spong en hoogleraar Floris Bannier, was de visie vanuit de advocatuur op dit onderwerp eensgezind: overheidstoezicht tast de onafhankelijkheid van de advocatuur aan.
Staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie wil een college van niet-advocaten in het leven roepen dat toezicht houdt op de advocatuur. Dat plan stuit op verzet binnen de beroepsgroep bleek ook tijdens het seminar in het monumentale pand Het Sieraad aan de Postjesweg in Amsterdam.
Volgens hoogleraar Floris Bannier is het grote pijnpunt van de plannen van Teeven dat meer dan 50 procent van de zaken tegen de overheid zijn. ‘Het mag dan niet zo zijn dat de tegenstander ons controleert. Dat betekent een dreigend verlies van onze onafhankelijkheid.’
Germ Kemper noemt hierbij ook de vertrouwensband tussen advocaat en cliënt. ‘Cliënten moeten een rotsvast vertrouwen kunnen hebben dat het advies is afgestemd op hun belangen. Als de cliënt weet dat zijn raadsman tot verantwoording wordt geroepen, dan weet hij niet meer of zijn belangen, andere belangen worden behartigd.’
‘Het beeld van de advocatuur als edel beroep is er niet meer,’ zegt Bannier. ‘De advocatuur wordt nu met achterdocht bekeken. Het is hoog tijd voor een grondige verandering van het toezicht. Door de toename van het aantal advocaten, kan de lokale deken niet iedereen meer in zijn vizier hebben. En het algemeen wantrouwen van de maatschappij vraagt om transparantie.’ Toch ziet Bannier een college dat uit niet-advocaten bestaat geheel niet zitten. ‘We kunnen niet ontkennen dat er iets aan het toezicht moet veranderen. Ik hoop dat de Orde, met interim-rapporteur Rein Jan Hoekstra, een kans krijgt eigen toezichtplannen uit te voeren.’
Rotte appels
Als enige voorstander van de toezichtplannen is Kamerlid Jeroen Recourt (PvdA) bij het panel aangeschoven. Hij hekelt dat het toezicht binnen de advocatuur vanuit de eigen beroepsgroep gebeurt. ‘Het systeem bestaat louter uit controle door collega’s. Je moet je ogen open hebben voor gebeurtenissen die niet hadden mogen voorkomen. De Orde is terecht enorm in beweging gekomen om toezicht te veranderen.’
Gerard Spong vindt dat het toezicht zoals het nu is, prima functioneert. ‘Natuurlijk heb je rotte appels, die moeten ook worden gestraft en dat gebeurt ook. Wat ik zo vals vind, is dat rechters en officieren van justitie ook hun eigen vlees keuren. Waarom wordt er dan alleen voor advocaten apart toezicht opgezet?’
Recourt zegt het met Spong eens te zijn, dat extern toezicht ook voor rechters en officieren van justitie zou moeten gelden. Hij stelt ook dat het overgrote deel van de advocatuur het goed doet. ‘Maar het is evident dat het bij een deelpercentage niet goed gaat. Daarom moet het toezicht goed georganiseerd worden. Het idee vanuit de advocatuur “buitenwereld blijf van ons af, het toezicht is van ons”, nee zo werkt het niet.’
Het debat over de toezichtsplannen van Teeven moet nog plaatsvinden in de Kamer. Kamerlid Recourt schat in dat de VVD en PvdA het plan steunen. ‘Ik zie dit plan niet in de prullenbak verdwijnen.’
Spong toont zich strijdbaar. ‘Ik ga er dus niet mee akkoord en beroep me op artikel 6 van het EVRM. Dat biedt een waaier aan mogelijkheden. Meneer Recourt, u moet de strijd niet met mij aangaan. Dat gaat u verliezen.’
Tekst: Hedy Jak