De Nederlandse politie waakt over haar imago in de media. Het vigilat ut quiescant heeft daardoor een geheel nieuwe lading gekregen. Daarom kreeg de producent van de televisieserie Dokter Tinus te horen dat de heilige hermandad zich stoort aan de knulligheid van dorpsagent Ken in de serie.

     Sinds januari moeten alle televisie- en filmmakers die gebruik willen maken van het politielogo, uniformen of kenmerkende strepen vooraf toestemming vragen aan de propaganda-afdeling van het korps. Wie dat niet doet, ontvangt een waarschuwingsbrief met de tekst: ‘De politie herkent zich niet in het beeld dat van de politie wordt neergezet.’

     Weinig is slechter voor het imago van een overheid dan het zich openlijk drukmaken over het eigen imago. Dat de politie zich niet wil herkennen in de klunzige Ken die in aflevering vier naar dokter Tinus gaat omdat hij met zijn potentie worstelt, wekt overigens geen verbazing. In het fictieve dorpje Wourkem zijn namelijk geen schietincidenten. Geen arrestanten die door politiehonden worden verscheurd. Geen rossende ME’ers. De politie zou graag een scheutje harde realiteit toegevoegd zien.

     In de jaren negentig deelden agenten nog roze potloden uit op homofestivals met de tekst ‘werken bij de politie de Baan’. Het leverde toen een sommatiebrief op van de ABN AMRO Bank die zich beriep op haar merkrechten op de Bank. Het kan verkeren. Tegenwoordig blijkt de politie zelf merkrechten te hebben.

     Welk beeld wil de politie zelf eigenlijk neerzetten? Ik hoor het de brigadier van de communicatieafdeling zeggen: ‘Nou, dat softe imago past niet meer zo bij ons. Met de huidige tijdgeest neigen we wat meer naar Dirty Harry.’ En een gezonde Hollandse Dirty Harry worstelt natuurlijk niet met zijn potentie.

     Dat overheden serieus aan reputatiemanagement gaan doen, ja dat ze zich zelfs als bezitters van eer en goede naam gaan beschouwen, is een gevaarlijke ontwikkeling. Het is dan nog een kleine stap om te betogen dat we de staat niet mogen beledigen.

     Enkele jaren geleden procedeerde de provincie Limburg tegen een klokkenluider die de provincie corrupt had genoemd. De dwaze provincie vond dat zij net als een burger grondrechten had en zij door de verdachtmaking in haar ‘persoonlijke integriteit’ was aangetast.1 Niet alleen werd de provincie weggehoond door de Rechtbank Roermond. Later bleek dat verschillende provinciebestuurders inderdaad van corruptie werden verdacht.

     Wanneer de overheid lange tenen krijgt, is het aan de burger om daar stevig op te trappen.

Voetnoten:
1. Rechtbank Roermond, 5 november 2008, LJN: BG3846.

Download artikel als PDF

Advertentie