Temeer gezien de verstrekkende gevolgen, de te verwachten reactie en het hoge kostenregime van de rechtsmaatregelen had de advocaat zijn cliënt expliciet en schriftelijk op de risico’s moeten wijzen.

 

Feiten

Mr. X heeft klager bijgestaan in een IE-geschil. Mr. X heeft de wederpartij van klager onder meer gesommeerd opgave te doen van de producent van de inbreukmakende zaken, de aantallen, de afnemer, alsmede de inbreuk te staken en marges af te dragen. De advocaat van de wederpartij heeft laten weten naar een oplossing te streven. De marge zou slechts circa 1000 euro bedragen. Ook heeft deze advocaat mr. X laten weten dat zijn cliënt bereid was de desbetreffende producten uit de schappen te halen en de voorraad te vernietigen. Mr. X heeft enige dagen later toch onder meer een ex parte verzoek ex artikel 1019e Rv gedaan en bewijsbeschermende maatregelen alsmede (conservatoire, informatie- en verhaals-)beslagen gelegd. Later is door de rechter het ex parte bevel ingetrokken en zijn de door klager gelegde beslagen opgeheven. In de bodemprocedure is klager veroordeeld de proceskosten van de wederpartij te voldoen van 6000 euro voor salaris advocaat, 640 euro voor vast recht en 73,89 euro voor explootkosten.

 

Klacht

Mr. X heeft klager onvoldoende geïnformeerd over de risico’s verbonden aan de gevorderde ex parte bevelen en de gelegde beslagen.

 

Beoordeling

Indien een advocaat kiest voor het treffen van ingrijpende rechtsmaatregelen die met grote waarschijnlijkheid een ingrijpende reactie van de wederpartij kunnen uitlokken, is hij temeer gehouden zijn cliënt schriftelijk en in niet mis te verstane bewoordingen te wijzen op de verbonden risico’s aan het treffen van die rechtsmaatregelen. Gelet op de verstrekkende gevolgen van de ex parte bevelen en de gelegde beslagen voor de wederpartij en de te verwachten reactie alsmede het in zaken betreffende intellectuele eigendomsrechten specifieke proceskostenregime, had mr. X in dit geval klager expliciet en schriftelijk moeten informeren over de risico’s. De plicht klager volledig en schriftelijk te informeren was des te meer aanwezig nu klager aan het begin duidelijk had gemaakt de kosten niet te willen laten oplopen. De geleden schade was beperkt en klager wilde de relatie met de wederpartij herstellen. Mr. X heeft de belangen van zijn cliënt ernstig veronachtzaamd, mede gelet op het feit dat een aanbod tot een recall was gedaan en het relatief beperkte financiële belang van de zaak. Mr. X heeft er bovendien geen blijk van gegeven de laakbaarheid van zijn handelen in te zien.

 

Beslissing

Verklaart de klacht gegrond onder oplegging van de maatregel van berisping.

 

 

Dreigen met strafrechtelijke aangifte om een civielrechtelijk doel te bereiken. Bijstaan van familieleden kan de in acht te nemen distantie en onafhankelijkheid beïnvloeden.

 

Feiten

Kort na het faillissement van de vennootschap van klager heeft mr. X klager persoonlijk aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven facturen, waarbij mr. X klager het verwijt maakt van onbehoorlijke taakvervulling, kennelijk onbehoorlijk bestuur, paulianeus handelen en zelfverrijking.

     Bij uitblijven van tijdige betaling van de facturen zal strafrechtelijke aangifte tegen klager worden gedaan, terwijl in dat geval zowel klager persoonlijk als zijn overige vennootschappen zullen worden betrokken in de afwikkeling van het faillissement van de door klager bestuurde vennootschap.

     In dat geval zal de curator ook vorderingen van andere schuldeisers op klager gaan verhalen, aldus mr. X.

     Tussen mr. X en zijn cliënte bestaat een familierelatie.

 

Klacht

Klager voelt zich door mr. X gechanteerd. Mr. X heeft met zijn niet-onderbouwde dreigementen en aantijgingen onbehoorlijk gehandeld.

 

Verweer

Mr. X stelt dat hij zich niet aan chantage heeft schuldig gemaakt. Er is niet gedreigd met geweld of smaad, terwijl het voor chantage vereiste oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling ontbreekt.

     Mr. X heeft de strafrechtelijke aangifte reeds voorbereid. Uit onderzoek zouden inmiddels feiten en omstandigheden naar voren zijn gekomen die het treffen van de door mr. X aangezegde maatregelen kunnen rechtvaardigen. Deze maatregelen zijn alle wettig en het is de bedoeling deze ook daadwerkelijk uit te voeren.

 

Overwegingen raad

De advocaat behoort ervoor te waken dat de rechtsstrijd wordt gestreden met geoorloofde middelen. Of in het kader van de behartiging van de belangen van een cliënt het uiten van dreigementen een ongeoorloofd middel is, hangt allereerst af van de vraag of sprake is van een wettige maatregel. De door mr. X aangekondigde maatregelen zijn op zichzelf genomen niet onwettig. Wel zijn deze maatregelen niet dan wel volstrekt onvoldoende onderbouwd en daarmee veel te voorbarig en lichtvaardig aangezegd.

     De geuite verwijten zijn dermate algemeen gesteld dat het niet aanvaardbaar is daarop een dreiging met strafrechtelijke aangifte te baseren. Bovendien is het optreden van mr. X misleidend, omdat hij mededelingen en sommaties heeft gedaan waarvan hij wist of had moeten weten dat die aan de curator zijn voorbehouden.

     Dreigen met een strafrechtelijke aangifte om een civielrechtelijk doel te bereiken is in het algemeen en in elk geval in deze situatie ontoelaatbaar. Mr. X heeft in strijd gehandeld met Gedragsregel 31 en het vertrouwen in de advocatuur en in zijn eigen beroepsuitoefening geschaad.

     Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de raad dat ter zitting niet is gebleken dat mr. X zich inmiddels bewust is van zijn grensoverschrijdend handelen. Dat tussen mr. X en zijn cliënt een familierelatie bestaat, is op zichzelf niet ontoelaatbaar. Wel dient een advocaat zich in dat verband bewust te zijn van het risico onvoldoende distantie te bewaren en zijn onafhankelijkheid te verliezen. Ter zitting is gebleken dat mr. X zich onvoldoende bewust is van de relevantie van dit gegeven.

 

Beslissing raad

De raad verklaart de klacht gegrond en legt aan mr. X een waarschuwing op.

 

 

Een advocaat is gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden.

 

Feiten

Mr. X heeft de belangen van klager behartigd nadat klager het slachtoffer was geworden van een geweldsmisdrijf. De drie daders werden in 1993 veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van (omgerekend) 165.841 euro. Mr. X heeft omstreeks 1998 loonbeslag laten leggen ten laste van een van de daders. Sindsdien zijn op de derdengeldenrekening van mr. X bedragen overgemaakt. Mr. X heeft klager niet van de betalingen op de hoogte gehouden. In 2010 ontving klager een brief van één van de daders waaruit bleek dat hij al vanaf maart 1998 zijn schuld via de deurwaarder aan het aflossen was, hetgeen de deurwaarder heeft bevestigd. In totaal is door de deurwaarder 10.631,94 euro via loonbeslag geïncasseerd en aan mr. X doorbetaald. Nadat klager bij mr. X aan de bel had getrokken, heeft mr. X per brief aanspraak gemaakt op een bedrag van 11.655,52 euro wegens daarbij gespecificeerde kosten voor rechtsbijstand en heeft hij een beroep gedaan op verrekening van die factuur met het aan klager toekomende bedrag en het restantbedrag van 2.344,94 euro aan klager overgemaakt. (De getallen zijn uit de uitspraak overgenomen, bewerker.)

Klacht

Mr. X heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij:

a
gedurende circa twaalf jaar bij een tegenpartij van klager via loonbeslag gelden heeft geïncasseerd zonder klager als rechthebbende op die gelden daarover te informeren;

b
daarop in 2010 aangesproken, een declaratie heeft opgemaakt en deze zonder toestemming van klager heeft verrekend met de door hem ontvangen gelden.

 

Verweer

Mr. X erkent dat hij klager niet tussentijds over de op zijn derdengeldenrekening ontvangen betalingen op de hoogte heeft gehouden, maar mr. X stelt dat hij dit heeft gedaan om klager blij te kunnen verrassen als alle betalingen binnen waren. Mr. X stelt voorts dat geen sprake is van verrekening. Mr. X heeft enkel het overschot doorbetaald, maar niet verrekend. Er is immers nog geen factuur opgemaakt.


Overwegingen

Een advocaat moet nauwgezet en zorgvuldig zijn in financiële aangelegenheden. Ook dient een advocaat zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter vermijding van misverstand, onzekerheid of geschil dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. De advocaat mag zijn declaratie enkel verrekenen met voorschotten en andere gelden die hij in depot houdt voor de cliënt, voor zover de cliënt daarmee instemt.


Ten aanzien van klachtonderdeel a

Pas nadat klager in 2010 tot de ontdekking kwam dat een der wederpartijen vanaf 1998 aan het betalen was en hij mr. X daarmee had geconfronteerd, heeft mr. X klager de informatie gegeven die mr. X klager al veel eerder had moeten verstrekken. Het verweer van mr. X dat klager hem ‘een vrijbrief’ had gegeven voor deze handelwijze en dat hij klager op enig moment had willen verrassen als alle betalingen binnen waren, zijn tuchtrechtelijk gezien absoluut onvoldoende.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

Anders dan mr. X stelt, is de raad van oordeel dat van verrekening wel degelijk sprake is. In de conclusies van antwoord die mr. X in de civielrechtelijke procedure heeft ingediend, heeft mr. X immers zowel het woord ‘nota’ als het woord ‘factuur’ gebruikt, waarbij mr. X heeft gesteld dat hij ‘het restant’ aan klager heeft overgemaakt. Nu niet is gebleken dat klager voor de verrekening toestemming heeft gegeven, was het mr. X niet toegestaan daartoe over te gaan.

 

Beslissing

Verklaart de klacht gegrond en legt aan mr. X op de maatregel van schorsing in de uitoefening in de praktijk voor de duur van een maand.

 

 

Intimiderend en escalerend gedrag van een advocaat jegens medewerkers van een gemeente.

 

Klacht

Mr. X  heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij:

a  
de jaarvergadering van de bewonerscommissie heeft verstoord;

b  
zich intimiderend heeft gedragen jegens medewerksters van het wijkinformatiecentrum;

c  
zonder toestemming stukken heeft weggenomen uit het wijkinformatiecentrum en heeft geweigerd deze stukken terug te geven, ondanks sommatie daartoe;

d  
ondanks sommatie heeft geweigerd te vertrekken tijdens een informatieavond.

 

Overwegingen raad

Uit het verhandelde ter zitting blijkt dat mr. X zeer begaan is met de belangen van zijn cliënten. Hij treedt als advocaat op van diverse belanghebbenden die protesteren tegen plannen van de gemeente en van klager. Of mr. X voor een goede zaak vecht, is niet ter beoordeling van de raad. Het gaat om de vraag of bij deze belangenbehartiging de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare zijn overschreden. Daarvan is naar het oordeel van de raad in dit geval gebleken. Uit wat mr. X ter zitting heeft verklaard, blijkt dat mr. X zich escalerend heeft opgesteld. Zo heeft mr. X de medewerkster van klager uitgemaakt voor oplichter. Mr. X heeft voorts (herhaaldelijk) geweigerd om na verzoeken daartoe het wijkinformatiecentrum te verlaten. Ten slotte heeft mr. X zonder toestemming te vragen lades in het wijkinformatiecentrum doorzocht op zoek naar het bestemmingsplan. Nadat hij het bestemmingsplan had gevonden, heeft mr. X dit zonder toestemming meegenomen en naar zijn zeggen onder zich gehouden om als bewijsstuk te gebruiken. Door zo te handelen heeft mr. X zich niet gedragen zoals het een behoorlijk advocaat betaamt.

 

Beslissing

Verklaart de klachtonderdelen a tot en met d gegrond en legt aan mr. X de maatregel op van berisping.

 

 

Ontvankelijkheid Raad voor Rechtsbijstand.
Ne bis in idem.

 

Feiten

Mr. X heeft op haar eigen naam voor zaken toevoegingen aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand ten behoeve van een uitgeschreven (geschrapte) advocaat, door wie deze zaken inhoudelijk werden behandeld. Mr. X heeft deze zaken ook gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand heeft de inschrijving van mr. X doorgehaald wegens overtreding van de inschrijvingsvoorwaarden. Na bezwaar en beroep is deze doorhaling beperkt tot een periode van drie jaar.

De raad van toezicht heeft het optreden van mr. X dermate laakbaar geacht dat hij heeft besloten tot ambtshalve beëindiging van de stage van mr. X (artikel 26 Advocatenwet jo artikel 9, lid 1 sub d Stageverordening). In administratief beroep bleef deze maatregel in stand.

     Nadat klager (de Raad voor Rechtsbijstand) zich bij de deken had beklaagd over het optreden van mr. X, heeft de deken een dekenbezwaar ter kennis gebracht van de raad. De raad heeft dit dekenbezwaar gegrond verklaard en mr. X een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van zes maanden opgelegd.

 

Klacht

Op grond van hetzelfde feitencomplex klaagt nu de Raad voor Rechtsbijstand over het optreden van mr. X.

 

Overwegingen raad

Gelet op de eerdere beslissing van de raad op het dekenbezwaar, waarin reeds is geoordeeld over dezelfde feiten, is allereerst de vraag aan de orde of klager in zijn klacht kan worden ontvangen.

     De raad is van oordeel dat klager een eigen belang toekomt, dat kan worden onderscheiden van het belang van de deken, terwijl de deken destijds zijn bezwaar heeft ingediend zonder het onderzoek van klager af te wachten. Klager is niet gehoord naar aanleiding van het dekenbezwaar. Aldus is klager ontvankelijk in zijn klacht. De raad acht de klacht gegrond, nu vaststaat dat mr. X de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand heeft overtreden. Door zo te handelen heeft mr. X gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.


Beslissing

De klacht wordt gegrond verklaard. Ondanks gegrondverklaring van de klacht wordt geen maatregel opgelegd, omdat de raad op grond van dezelfde feiten al een maatregel aan mr. X heeft opgelegd.

 

Noot

In de regel kan een klacht, waarover al eerder op basis van dezelfde feiten door de tuchtrechter is geoordeeld, niet opnieuw aan de tuchtrechter worden voorgelegd. In dat geval volgt niet-ontvankelijkheid van de klacht. Het ne bis in idem -beginsel vindt ook in het tuchtrecht toepassing.

 

 

Download artikel als PDF

Advertentie