Alweer een jaar geleden is door de Nederlandse Orde van Advocaten het voornemen ontwikkeld om het toezicht op de financiële integriteit binnen de advocatuur concreter en intensiever te maken. Dat vloeide logisch voort uit zowel voortschrijdend inzicht binnen onze eigen beroepsgroep als uit opvattingen in de politiek en het brede maatschappelijke veld; en die staan natuurlijk voortdurend onder elkaars invloed.

Meegaan met je tijd betekent niet dat het toezicht in vroeger tijden tekortschoot. En net zomin wordt vandaag voor de toekomst de dynamiek van opvattingen over het toezicht ten volle en definitief geadresseerd met de invoering van de Unit Financieel Toezicht Advocatuur. Toch is de conversie van voornemen naar uitvoering door het van start gaan van Unit FTA per 1 april 2013 een markante gebeurtenis. En daardoor beantwoorden we zeker weer heel veel meer aan de eisen die vandaag de dag gelden.

De unit heeft een beoogde formatie van vier financieel deskundigen.

     Zij zal vooral functioneren door de lokale toezichthouders (de dekens) als hulppersoon bij te staan in hun steeds proactiever en steeds meer ook op de financiële integriteit gerichte (en geharmoniseerde) toezicht.

Het is voor het behoud van ons onafhankelijke toezicht van belang dat we deze stevige stap zetten. In maart kwam het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum met de ‘Vierde monitor georganiseerde criminaliteit’. De intergouvernementele organisatie Financial Action Task Force (FATF) kijkt al evenzeer nauwkeurig naar financiële integriteit in Nederland. In die rapportages komt, met een soms irritante vaagheid, de advocaat met bedenkelijke regelmaat langs. Nu eens omdat er wordt getheoretiseerd over het belang dat de criminaliteit kan hebben bij het inschakelen van een advocaat, dan weer met geanonimiseerde, maar wel concrete voorbeelden van mogelijke verwijtbare betrokkenheid van advocaten.

     Wanneer er sprake is van ‘betrokkenheid in enge zin’ gaat het eigenlijk al om een strafbare deelnemingsvorm. Dat is in de voorbije jaren te vaak voorgevallen. Als men spreekt over ‘betrokkenheid in ruimere zin’ gaat het juist niet om eigen strafbaar gedrag, maar bijvoorbeeld om adviezen over de grens tussen strafbaar en niet-strafbaar van wat de cliënt wil ondernemen. Dat is soms juist wel respectabel advocatenwerk, zou ik zeggen.

De rapportages zijn nogal vaag dus, maar toch verontrustend en op onderdelen ook concreet genoeg om een specifieke rechtvaardiging voor ons geïntensiveerde toezicht te geven. Tegelijkertijd moet dat aangescherpte financiële toezicht niet de illusie oproepen dat toezicht een sluitende garantie is voor gans het vaderland om elke betrokkenheid bij strafbaar gedrag van alle advocaten bij voorbaat uit te sluiten.

Intussen illustreert het actief worden van de Unit FTA dat wij onze eigen integriteitsbewaking serieus nemen, dat we daarvoor accepteren dat van advocaten een nog weer verhoogde mate van accountability wordt gevergd en dat we een zeer substantieel extra budget hebben willen creëren om dit waar te maken.

     Wij nemen onszelf dus serieus. Nu de politiek nog.

Download artikel als PDF

Advertentie