Op 30 april wordt Willem-Alexander onze Koning en krijgt advocaat Arnold Croiset van Uchelen er als rechtsgeleerd raadsman van de Koning(in) een nieuwe cliënt bij. Of de bestuursvoorzitter van Allen & Overy zijn handen vol gaat krijgen aan de nieuwe Oranje-vorst, zal na de inhuldiging in de Nieuwe Kerk blijken. De geschiedenis leert in elk geval dat Willem-Alexanders voorgangers (en hun directe familie) steeds vaker gebruikmaken van juridische bijstand. Het uitgangspunt van koningin Wilhelmina – ‘Wij voeren geen processen’ – is verleden tijd, zo blijkt uit het artikel ‘Koninklijke cliënten’ op pagina 24.
In feite is de rechtsgeleerd raadsman van de vorst vandaag de dag niet anders dan andere advocaten. De wet van vraag en aanbod domineert in toenemende mate de advocatuur en zo zoetjesaan mag iedere klant zich koning noemen. Inderdaad: klant. Cliënt schijnt door steeds meer advocaten ouderwets te worden gevonden. Wat koning klant precies wil? Het artikel ‘De klant van de toekomst’ op pagina 14 schetst de verwachtingen die particulieren en bedrijfsjuristen hebben en vooral gaan krijgen van de advocatuur.
Duidelijk lijkt wel dat niet alle cliënten van vroeger klanten in de toekomst worden. Ondersteund door de techniek regelen ze steeds meer zelf. Bedrijven op hun beurt blijken bovendien zelf advocaten in dienst te kunnen nemen. Verzekeraar Nationale-Nederlanden maakte van externe advocaten werknemers en dat bevalt zo goed dat ze nog meer advocaten in dienst willen nemen, zie ‘Het blijft niet bij tien advocaten’ op pagina 22.
Wie de toekomst niet wil afwachten om zich klantvriendelijk op te stellen, kan alvast zijn deuren opengooien voor een inloopspreekuur. Collega’s geven er op pagina 50, in het artikel ‘Spreekuur als strategie’, hoog over op. Zou de nieuwe Koning ook zomaar bij Arnold Croiset van Uchelen binnenwandelen? De raadsman praat in media niet over dat soort zaken, dat is per slot van rekening vast niet in het belang van zijn koninklijke cliënt, pardon klant.
Robert Stiphout