‘Als een cliënt in honger- of dorststaking gaat, bespreek ik met hem waarom hij het doet, en wat zijn eisen zijn. Maar tegelijk zeg ik: ik vind wel dat je op moet houden. Het is niet in het belang van mijn cliënt dat hij sterft.’ Dat zegt Frans-Willem Verbaas, die betrokken was bij de zaak van de Afghaanse dorststaker Nessar die vorige week uit het justitieel medisch centrum werd vrijgelaten.
‘We hadden de rechter gevraagd zijn bewaringszaak en de voorlopige voorziening in zijn asielzaak vervroegd te behandelen, en vervolgens hebben we op Nessar ingepraat om zijn dorststaking op te schorten, met het vooruitzicht dat hij de volgende dag misschien vrij zou zijn. Daar stemde hij uiteindelijk mee in. Je moet op zoek naar dit soort alternatieven.’
De meeste bewaringsadvocaten hebben geen ervaring met hongerstakingen. De Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland (VAJN) vordert in een kort geding van justitie een lijst met alle advocaten die honger- en dorststakers bijstaan, om ze te kunnen informeren wat ze moeten doen. Volgens Verbaas is dat van groot belang. ‘Een cliënt die in honger- of dorststaking gaat, moet je meteen bezoeken,’ zegt hij. ‘En dan moet je weten welke juridische middelen je hebt, je moet het medisch dossier opvragen, en letten op de omstandigheden waaronder je cliënt vast zit: is er TV? Een kale cel mag niet. Is het licht constant aan? Heeft je cliënt scheurkleding, heeft hij het koud? Ik vind trouwens dat er een meldplicht voor justitie moet komen bij isolatie. Nu mogen gedetineerden officieel hun advocaat bellen, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht.’
Alternatieven zoeken, klagen: wat als het niet helpt, en je cliënt dreigt te sterven? ‘Ik hou voor ogen dat mensen het zelf doen, je bent niet verantwoordelijk voor hun leven en dood. Anders kun je niet functioneren. Maar het is erg spannend, niet leuk om zo’n zaak te doen. Je zou, zeker bij dorststaking, een supergespecialiseerde mediator op hoog niveau moeten hebben die met justitie onderhandelt.’
De Raad van State adviseerde staatssecretaris Fred Teeven op 15 mei dat dwangvoeding bij honger- en dorststakers is toegestaan bij medische noodzaak.
Trudeke Sillevis Smitt