Letselschade-advocaat Lalji, die op dezelfde dag als Bram Moszkowicz werd geschrapt door de Amsterdamse Raad van Discipline, kreeg in hoger beroep een aanmerkelijk lagere straf.
Lionel Lalji liet twee slachtoffers van de Bijlmerramp jarenlang in het ongewisse over het verloop van hun zaak, terwijl hun vordering al lang was verjaard. Hij ‘had bij hen hoop gekoesterd, wetende (…) dat die hoop ijdel zou zijn,’ aldus het hof, terwijl het ging om ‘een voor klaagsters belangrijke en emotionele zaak’.
De cliënten, die de Nederlandse taal en het Nederlandse rechtssysteem nauwelijks kenden, hadden nooit iets van Lalji op papier ontvangen. Hij had een van hen overgehaald een eerdere klacht tegen hem in te trekken met de toezegging dat hij alsnog voor haar zou gaan procederen – gezien de verjaring een loze belofte. Lalji sprak voor het Hof van ‘een grote mate van eigen schuld’: een van de klaagsters zou hebben geweten dat de zaak kansloos was en hem daarover niet hebben geïnformeerd. Misplaatst, vindt het Hof.
Toch ging de schrapping die de Amsterdamse Raad van Discipline had bevolen, het Hof van Discipline duidelijk te ver. Het werd een voorwaardelijke schorsing van drie maanden. Het Hof liet meewegen dat Lalji in twintig jaar praktijk slechts één berisping had gehad, en dat hij niet uit was geweest op financieel gewin. Bovendien achtte Hof twee verwijten in hoger beroep alsnog ongegrond: dat Lalji een van de cliënten had verteld dat haar schadeclaim was gehonoreerd, en dat hij had geveinsd in Haarlem kantoor te houden om daar op de piketlijst te kunnen komen.
Lalji, die optreedt voor een aantal slachtoffers van het schietdrama in Alphen aan den Rijn, kan zijn werk voortzetten – waarbij de voorwaardelijke schorsing hem twee jaar lang als zwaard van Damocles boven het hoofd zal hangen.
Trudeke Sillevis Smitt