Nationaal ombudsman Alex Brenninkmeijer verwacht dat de advocatuur onder staatstoezicht komt te staan. ‘Dat is het lot wat de advocatuur maar te dragen heeft.’ Brenninkmeijer zegt dit in een interview in het Advocatenblad van juni.

Volgens de Nationaal ombudsman is de onafhankelijkheid van de advocatuur moeilijk te verenigen met staatstoezicht. Brenninkmeijer: ‘De andere kant is dat de advocatuur niet snel genoeg uit de startblokken is gekomen.’ Advocaten hebben volgens hem onvoldoende oog gehad voor de ‘terechte vraag’ uit de samenleving om kwaliteit. ‘Net als de medische stand is de advocatuur te veel in zichzelf gekeerd geweest. Men is onvoldoende in staat geweest betekenisvol het eigen kwaliteitstoezicht waar te maken. Dat is de diagnose.’

In hetzelfde nummer breekt algemeen deken Jan Loorbach een lans voor toezicht op de advocatuur door een onafhankelijke buitenstaander. In een beschouwing ter gelegenheid van zijn afscheid als algemeen deken schrijft Loorbach: ‘We hebben in 2012 en nu ook in 2013 Rein Jan Hoekstra als interim-rapporteur die onafhankelijke en externe zicht- en rapportagerol alvast op contractuele grondslag laten spelen. Hij heeft met zijn kritische en sturende rapportages de waarde van het door ons verdedigde systeem bewezen.’

Volgens Loorbach is het toezicht zo ‘vernieuwd met behoud van het esprit de corps’. Maar hij blijft ‘er niet kalm onder’ dat de politiek ‘deze conceptueel kloppende structuur codificeert met herkenning en erkenning voor de vrij spectaculaire invulling en de schoonheid ervan.’

Nationaal ombudsman Brenninkmeijer verwacht overigens dat advocaten straks nog wel vrij zijn om te ageren tegen de overheid. ‘Daar zullen waarborgen voor in de wet komen. Het zal niet zo ongenuanceerd en rauw zijn als het wel wordt voorgesteld. Maar het blijft een zorgpunt. Ik ben tegen staatstoezicht, maar het zal niet in één keer een ramp zijn.’

Robert Stiphout

Advertentie